Het schrijfproces stap 1 - Doel, opmaak, publiek en toon

Het schrijfproces stap 1 - Doel, opmaak, publiek en toon Om een goed schrijfproduct af te leveren is het onverstandig om direct achter de computer te gaan zitten. Voordat je begint, moet je je een aantal vragen stellen. Waarom schrijf ik? Hoe moet het eruit gaan zien? Wie gaat het lezen? Hoe moet ik klinken? Via het acroniem DOPT kun je makkelijk onthouden aan welke zaken je moet denken. In de eerste stap in het schrijfproces stel je jezelf een aantal vragen. Je kunt dit onthouden met het acroniem DOPT. D staat voor doel, O voor opmaak, P voor publiek en T voor toon. Als je DOPT onthoud en waar het voor staat, stel je jezelf altijd de juiste vragen voordat je begint met schrijven. DOPT is afgeleid van het Engelse acroniem RAFT. De R is voor role (doel), A voor audience (publiek), F voor focus (opmaak) en T voor tone (toon).


Doel

Het eerste wat je je af moet vragen is: Met welk doel schrijf ik? Een opdracht van school, een rapport op het werk of een essay op de universiteit worden van bovenaf opgedragen. Je schrijft, omdat je moet. De vraag "welk doel?" gaat niet over de achterliggende reden van het schrijven, maar wat het doel is van het eindresultaat. De volgende lijst geeft een overzicht van mogelijke schrijfdoelen.
  • Amuseren (diverteren)
  • Analyseren
  • Bekritiseren
  • Definiëren
  • Een analogie maken
  • Een standpunt innemen
  • Effecten voorspellen
  • Evalueren
  • Gerust stellen
  • Informeren
  • Inspireren
  • Instrueren
  • Interpreteren
  • Motiveren
  • Ontdekken
  • Oplossingen bieden
  • Overhalen
  • Problemen identificeren
  • Reflecteren
  • Satire maken
  • Speculeren
  • Tegenwerpen
  • Uitleggen
  • Vergelijkingen maken
  • Waarschuwen

Een schrijfproduct heeft een hoofddoel aan het eind, bijvoorbeeld informeren, maar kan tussentijds subdoelen gebruiken, zoals amuseren, interpreteren en uitleggen. Als je een artikel schrijft over hoe kinderen taal leren, is dat allereerst informatief, maar kun je in het artikel de lezer amuseren met voorbeelden van kindertaal, fouten van kindertaal interpreteren en bepaalde leerprocessen uitleggen. Reclameuitingen hebben als hoofddoel "overhalen", want de bedoeling is dat je het product of de dienst koopt. In dat proces van overhalen wordt vaak gebruik gemaakt van humor (amuseren), wetenschappelijke informatie (uitleggen/informeren) of het verschil met andere producten (vergelijkingen maken).

Afhankelijk van het einddoel verandert de manier waarop je schrijft. Als je iemand wil motiveren, gebruik je opzwepende taal. Als je de overheid bekritiseert, gebruik je overtuigende argumenten. Als je het verloop van een activiteit evalueert, geef je een oordeel over wat goed en fout is gegaan. Voordat je begint met schrijven moet je dus je doel bepalen om te zorgen dat je het juiste materiaal verzamelt en een passende organisatie toepast.

Uit deze lijst doelen kunnen we vier doelen halen die vaak voorkomen en de grootste verschillen opleveren in het soort product: reflecteren, informeren, overhalen en evalueren. Laten we de Efteling als voorbeeld nemen.

DoelVoorbeeld van een product
ReflecterenEen dagboek- of weblogstukje over persoonlijke ervaringen tijdens een bezoek aan de Efteling
InformerenEen brochure met achtergrondinformatie over de Efteling: historie, ontwikkeling, attracties, openingstijden, bereikbaarheid, etc.
OverhalenEen advertentie van de Efteling met lokkende beelden en teksten om je aan te zetten tot een bezoek
EvaluerenEen objectieve vergelijking van de Efteling met andere pretparken op het gebied van attracties, bereikbaarheid, kosten, wachttijd, vriendelijkheid van het personeel, reinheid, etc.

Opmaak

Afhankelijk van het soort schrijfwerk dat je doet, moet je een bepaalde opmaak gebruiken. Enerzijds moet je basale keuzes maken over het uiterlijk, anderzijds moet je je houden aan schrijfconventies.

Basale keuzes

Bedrijven hebben vaak een huisstijl zodat iedereen op een vergelijkbare manier documenten opmaakt. Docenten stellen bepaalde eisen aan de opmaak die je moet volgen. Binnen een bedrijf of als student moet je je aan die regels houden, maar als er geen regels van buitenaf worden opgelegd moet je zelf regelmaat bedenken. Word heeft een standaard opmaak in het programma zitten, maar daar hoef je je niet aan te houden. Als je een constante opmaak hebt, biedt dat rust en houvast voor de lezer. Een duidelijke opmaak kan de lezer aantrekken; het oog wil ook wat. Hiervoor moet je denken aan:
  • Het lettertype: Een officieel schrijfwerk vraagt om een herkenbaar, rustig lettertype, terwijl voor een uitnodiging een opvallender lettertype geschikt is.
  • De grootte: In Word kun je de letters zo groot en zo klein maken als je wilt, maar verlies de leesbaarheid niet uit het oog.
  • De kleur: In relatie tot de achtergrond. Voor een presentatie met een blauwe achtergrond kun je beter voor wit kiezen dan voor zwart, omdat het beter leesbaar is.
  • De positie: Een titel kun je het beste centraal plaatsen, terwijl tekst aan de linkerkant hoort te beginnen.
  • Effecten: Vetgedrukt, cursief, onderstreept of HOOFDLETTERS.

Je moet deze keuzes niet alleen maken voor de standaard tekst, maar ook voor de titel, tussenkopjes, titels van paragrafen, hoofdstuktitels, ondertitels, voetnoten, etc. Als je essays, rapporten, hoofdstukken, paragrafen en alinea’s telkens op dezelfde manier begint, verhoogt het je betrouwbaarheid. Als het er van buiten goed uit ziet, nemen de meeste mensen aan dat het van binnen ook wel prima in elkaar zal zitten.

Schrijfconventies

Afhankelijk van het soort document wat je schrijft zijn er bepaalde conventies waar men zich aan houdt. Zo begint een zakelijke brief altijd met het adres van de ontvanger, dan het adres van de afzender gevolgd door de plaats en datum. De brief begint pas echt met de aanhef gevolgd door de tekst zelf, de afsluiting en de ondertekening. Wie een zakelijke brief begint met de aanhef, geen schrijfdatum geeft en zonder standaardformule afsluit, zal merken dat de boodschap niet goed overkomt. Naast brieven zijn er ook opmaakconventies voor rapporten (bijvoorbeeld MLA-stijl), PowerPoint presentaties, krantenartikelen, columns, etc.

Publiek

Het publiek waar je je toe richt, bepaalt in grote mate de organisatie en aard van je tekst. Iedereen begrijpt dat een tekst voor kinderen een ander niveau heeft dan voor volwassenen. Hetzelfde geldt ook voor experts vs. leken, amateurs vs. professionals, vrouwen vs. mannen, jong vs. oud, enz. Iedere doelgroep moet op een passende manier worden aangesproken. Voordat je begint met schrijven is het erg belangrijk om je af te vragen wie het eindproduct gaat lezen. Als je bepaalt hebt tot welk publiek je je gaat richten, stel je jezelf de volgende vragen.
  1. Wat weet de doelgroep al over het onderwerp? Experts hebben geen behoefte aan een introductie of uitleg van definities, terwijl leken dat juist wel nodig hebben.
  2. Wat is de positie van de doelgroep tegenover het onderwerp? Als je de lezers van een reismagazine wil overhalen om tijdens de zomer thuis te blijven, zul je moeten beseffen dat de meesten tegen je idee zijn en dus sterke argumenten moeten aanvoeren. De lezers van een natuurmagazine hebben waarschijnlijk minder overredingskracht nodig.
  3. Wat is jouw eigen opvatting over de doelgroep? Als je een autowebsite hebt en je stuurt een e-mail stuurt aan de abonnees op jouw nieuwsbrief, zal je je nauwer verbonden voelen met je lezers dan wanneer je je zorgverzekeraar e-mailt.

Toon

Zowel doel als publiek spelen een belangrijke rol in het bepalen van je toon. Een informatieve tekst over Frankrijk heeft een afstandelijker karakter dan een reflecterende tekst over een reis naar Frankrijk. Een zakelijke brief heeft een formelere toon dan een e-mail naar een vriend. Een essay over het uit elkaar drijven van de continenten voor experts zal allerlei vaktermen gebruiken, terwijl eenzelfde onderwerp voor kinderen zeer simpele taal bevat en veel uitleg geeft. Een artikel waarin je de lezers van een fotomagazine overtuigt van het nut van lensfilters zal op een andere manier de voordelen bespreken dan een essay daarover voor VIVA-lezeressen. Toon uit zich in de woordkeuze, formaliteit (bijv. u of jij) en inhoud.

De toon die je gebruikt, zegt iets over waar jij jezelf neerzet tegenover het publiek (op gelijk niveau, lager of juist hoger) en hoe jij over het publiek denkt (dat ze slim zijn of niets weten).

Lees verder

© 2008 - 2024 Jantrao, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Scriptie, hoe schrijf ik die?Scriptie, hoe schrijf ik die?De meeste studenten die iets willen of moeten schrijven (bijvoorbeeld voor de studie die wordt gevolgd), denken dat het…
Hoe schrijf je een goed essay?Hoe schrijf je een goed essay?De veelgehoorde opmerking dat schrijven niet voor iedereen is weggelegd, mag onderhand wel eens verlopen verklaard worde…
Schrijven, het hoe en waarom van communiceren op papierSchrijven, het hoe en waarom van communiceren op papierMensen die veel lezen, en dus veel manieren zien waarop schrijvers iets aan de buitenwereld willen prijsgeven, kunnen da…
Hoe leer je beter schrijven in 6 stappen?Hoe leer je beter schrijven in 6 stappen?Beter schrijven is een doelstelling van veel mensen die regelmatig wat schrijven. Dit kan creatief schrijven zijn, het s…

Hoe maak je werk van je stageHoe maak je werk van je stageMet stage krijgt praktisch elke student tijdens zijn opleiding te maken. Om werkervaring op te doen ga je aan de slag in…
Het schrijfproces - Bronnen evaluerenHet schrijfproces - Bronnen evaluerenMet name voor een scriptie of lang essay maak je gebruik van bronnen. Je moet deze bronnen evalueren voordat je ze gebru…
Bronnen en referenties
  • Kirszner, L. G. & Mandell, S. R. (2008). The Wadsworth Handbook (8th edition). Beijing: China Renmin University Press.
  • De auteur van dit artikel was docent English Writing aan TKK College, Xiamen University, China en doceert nu Engels aan de Hogeschool Rotterdam.
Jantrao (202 artikelen)
Laatste update: 29-05-2015
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Studievaardigheden
Bronnen en referenties: 2
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.