Het schrijfproces stap 3 - Ideeën verzamelen
Nadat je hebt nagedacht over DOPT en de praktische vragen kun je beginnen met het verzamelen van ideeën en informatie. Er zijn verschillende manieren waarop je je hersenen tot denken kunt aanzetten en ideeën kunt verzamelen voor je onderwerp. Tijdens deze stap schrijf je dingen op, maar begin je nog niet met het schrijven van het product.
Lezen en observeren
Als het is toegestaan, kun je informatie verzamelen door andermans werk te lezen (research). Dit hoeft niet per se academisch werk te zijn; het kunnen ook krantenartikelen, films, interviews, e-mails en websites zijn. Bij verkennend onderzoek kijk je in deze bronnen om je te helpen bij het bepalen van een onderwerp. Uiteraard kun je deze bronnen ook gebruiken bij gericht onderzoek.
Observeren heeft niet alleen een wetenschappelijke betekenis - het observeren onder experimentele condities - maar ook een alledaagse bedoeling. Als je vrij bent in je onderwerpskeuze, houd dan je ogen en oren open over wat er om je heen gebeurt. Het gedrag van andere mensen, reacties en emoties, kan een interessant inzicht opleveren.
Dagboek of weblog
Professionele schrijvers houden een dagboek bij; ook als ze geen specifiek schrijfwerk hebben. Dit dagboek is echter anders dan het traditionele dagboek met enkel persoonlijke emoties en ervaringen. Het is persoonlijk omdat het om je eigen ideeën gaat, maar je gaat verder dan enkel vertellen wat je die dag hebt gedaan. In dit dagboek stel je vragen, analyseer je je positie, draag je oplossingen aan of trek je conclusies. Uiteraard kun je dit op papier doen, maar ook online op een weblog.
Vrij schrijven
Met deze methode zet je heel snel je ideeën op een rijtje. Tijdens het vrij schrijven stel je jezelf een tijdslimiet: vijf of tien minuten. In die tijd schrijf je alles op over het onderwerp wat je bedenken kunt. Je schrijft in volledige zinnen, maar maakt je geen zorgen over spelling en grammatica. Denk niet na waar je gedachten heengaan, maar laat ze gewoon gaan. Op deze manier ontdek je ideeën waarvan je niet eens wist dat je ze had.
Als de tijd om is, kijk je naar wat je geschreven hebt en omcirkel of onderstreep je de belangrijkste termen en ideeën. Als je via vrij schrijven op een goed idee bent gestoten, kun je de methode opnieuw, met meer focus, toepassen op dat idee. Zo genereer je materiaal binnen dat idee en vind je mogelijk een nog beter idee.
Brainstorm
Dit is een bekende methode om je gedachten te noteren. Het mooie aan brainstormen is dat je het ook met een groep kan doen. Tijdens een brainstorm noteer je alles wat in je opkomt over het onderwerp, maar je schrijft geen volledige zinnen. Je gebruikt kort commentaar, korte vragen, woorden en symbolen. Het belangrijkste is dat je niet stopt om na te denken over relevantie maar gewoon doorgaat.
Voor brainstormen heb je een flink stuk papier nodig, minimaal A4. Het is niet de bedoeling dat je een lijst maakt. Je zet je gedachten op papier zoals ze komen en verbind ze aan elkaar met cirkels en pijlen.
Clusteren
Clusteren is een gestructureerde vorm van brainstormen die ook wel mapping wordt genoemd. Tijdens clusteren zet je het onderwerp in het midden van het papier en alle gerelateerde ideeën zet je er omheen als takken aan een boom. Als je nadenkt over AIDS, krijg je een tak met ideeën over verspreiding, een tak met locaties, een tak met gezondheidsoverwegingen, enz. Je zet je ideeën direct bij de bijbehorende tak. Hoe verder je van het midden raakt, hoe specifieker je ideeën en details worden. Het is het beste om een tak te volgen tot het eind voordat je aan een nieuwe tak begint.
Interviewvragen stellen
Via deze methode interview je jezelf over het onderwerp. Het is erg ordelijk en systematisch. Je begint met het formuleren van gerelateerde vragen die beginnen met wat, wie, waar, wanneer, hoe en waarom. Als je deze zes vraagwoorden gebruikt, heb je waarschijnlijk alle gebieden van het onderwerp bestreken. De antwoorden op de vragen vormen je materiaal. Als je onderwerp de opwarming van de aarde is, zou je jezelf de volgende vragen kunnen stellen.
- Wat is opwarming van de aarde? Wat zijn de gevolgen?
- Wie gelooft dat de mens de opwarming van de aarde veroorzaakt en wie niet?
- Waar zal de opwarming van de aarde de meeste problemen veroorzaken?
- Wanneer zal de temperatuur van de aarde een kritiek punt bereiken?
- Hoe kunnen we opwarming tegengaan?
- Waarom is er onenigheid onder wetenschappers over de oorzaak? Waarom werken de klimaatverdragen niet?
Verdiepingsvragen stellen
Als de tijd het toelaat, kun je verdiepingsvragen stellen over je onderwerp. Ze geven je zeer veel informatie. Via deze vragen krijg je ook al een richting aan voor het vormen van je ideeën in paragrafen en essays (zie ook
Soorten paragrafen).
- Vertelling: Wat gebeurde er? Wanneer gebeurde het? Waar gebeurde het?
- Beschrijving: Hoe ziet het eruit? Wat voor geur, kleur, smaak, klank of vorm heeft het?
- Voorbeeld: Wat zijn enkele typische gevallen of voorbeelden?
- Proces: Hoe gebeurde het? Hoe werkt het? Hoe is het gemaakt?
- Oorzaak en gevolg: Waarom gebeurde het? Wat was de oorzaak? Wat veroorzaakt het? Wat zijn de gevolgen?
- Vergelijking en contrast: Hoe is het vergelijkbaar met andere dingen? Hoe is het anders dan andere dingen?
- Verdeling en classificatie: Wat zijn de onderdelen of types? Kunnen ze verdeeld of gegroepeerd worden? Hebben ze een logische volgorde? Kunnen ze gecategoriseerd worden?
- Definitie: Wat is het? Wat komt overeen met andere leden van de klasse? Wat verschilt van andere leden van de klasse?
Lees verder