Tips voor woordjes leren

Tips voor woordjes leren Docenten geven geregeld woordjestoetsen waarbij je vertalingen moet geven van of naar het Nederlands. Voor veel leerlingen betekent dit dat ze de woordjes stampen: rij voor rij worden de woordjes afgegaan met een hand of blad papier om de vertaling af te dekken. Voor een toets werkt dat goed, want het werkt op de korte termijn. Als je woordjes ook op de lange termijn wilt onthouden of het klassieke stampen moe bent, volg dan onderstaande tips.

Woordjes leren


Algemeen advies

Veel mensen vergeten dat ze de meest voorkomende woorden in de andere taal al kennen. Bijvoorbeeld in gesproken Engels zijn dit de 20 meest voorkomende woorden: the, and, I, to, of, a, you, that, in, it, is, yes, was, this, but, on, well, he, have, for. Deze woorden moet je absoluut kennen. Alle andere woorden kun je in drie categorieën indelen:
  1. Woorden die je niet hoeft te kennen: hele moeilijke woorden, specifieke woorden en woorden die je nog nooit eerder hebt gezien. Het is pure tijdsverspilling om deze woorden te leren.
  2. Woorden die je alleen hoeft te begrijpen. In teksten zul je woorden tegenkomen die je zelf niet hoeft te kennen, mits je begrijpt wat ze betekenen.
  3. Woorden die je zelf moet gebruiken. Dit is de categorie waar je tijd in moet steken.

De beste manier om nieuwe woorden te leren, is door jezelf onder te dompelen in de taal.
  • Lees: kranten, boeken, tijdschriften, websites, online fora
  • Luister: televisie, radio, muziek, films, podcast
  • Spreek: met anderen die de taal leren, moedertaalsprekers
  • Schrijf: verhalen, e-mail, MSN, online fora

Vooral via internet is veel beschikbaar in de taal die je wilt leren. Veel talen hebben speciale websites voor leerders en er zijn podcasts beschikbaar in allerlei talen. Via een programma als Skype kun je echt chatten met moedertaalsprekers.

Wat is “een woord kennen”?

Je kent een woord niet als je alleen de vertaling weet. Om het woord echt te kennen, om het zelf te kunnen gebruiken, moet je meer weten.
  • Collocaties: woorden die je vaak samen ziet. Dit kunnen allerlei combinaties zijn zoals bijvoeglijk naamwoord met zelfstandig naamwoord (klassieke muziek, gezond verstand), werkwoord en zelfstandig naamwoord (je mening geven, pillen slikken), zelfstandige naamwoorden in uitdrukkingen (in contact met, een gevoel voor humor) en woorden met voorzetsels (met betrekking tot, gevoelens voor iemand hebben).
  • Grammatica: Sommige woorden hebben een speciale grammatica in de andere taal. In het Engels heb je woorden als scissors en pants die alleen in meervoud voorkomen. In het Duits heb je voorzetsels die een bepaalde naamval krijgen, zoals mit (3e) en trotz (2e).
  • Uitspraak en spelling: In sommige talen liggen uitspraak en spelling korter bij elkaar dan in andere. In het Nederlands moet je bijvoorbeeld leren of een woord met ei of ij wordt gespeld als in steiger en stijger. Het Engels is berucht om de spellingsproblemen. Een woord dat eindigt op -ough kan op veel verschillende manieren worden uitgesproken zoals in tough /tuf/, though /thow/ en through /throe/. Verschillende letters worden wel gespeld maar niet uitgesproken: de b in subtle, de w in answer en de p in psychology. Een e op het eind wordt soms wel (apostrophe, recipe), maar meestal niet (people, give) uitgesproken.
  • Register: In welke situatie is het woord gepast? Een sollicitatiegesprek vraagt om andere woorden dan een gezellige zaterdagavond. In een nieuwe taal moet je bijhouden of de woorden formeel, neutraal of informeel zijn zodat je geen faux pas begaat. In het Engels is bijvoorbeeld guys informeel, people neutraal en persons formeel.

Een netwerk rondom "cat"Een netwerk rondom "cat"

Leerhulp

Woordjes stampen is een saaie bezigheid. Je kunt het leuker maken met onderstaande tips. Voordeel is dat je woorden op deze manier veel beter onthoudt!
  • Geassocieerde betekenis: Leer woorden samen waarvan de betekenis aan elkaar verbonden is. Als je leert over katten, leer dan de geluiden van een kat (miauwen, snorren, sissen), de acties van een kat (likken, krabben, kopjes geven), andere woorden voor kat (poes, kitten, kater) en de lichaamsdelen van een kat (staart, poot, snorharen). Je kunt dit in een zogenaamd netwerk zetten. Plaats kat in het midden en dan vertakken naar de verschillende associaties (zie plaatje).
  • Geassocieerde grammatica: Leer woorden samen waarvan de grammatica verbonden is. Met onregelmatige werkwoorden doen we dit al, hoewel het vaak alfabetisch is wat veel verwarring kan veroorzaken (klik hier voor een beter georganiseerde lijst). Maar er zijn ook andere grammaticapunten die je samen kan leren, zoals afwijkende meervouden (museum, datum) en ontelbare zelfstandige naamwoorden (baggage, zand, informatie).
  • Vergelijkbare kern: Leer woorden samen die eenzelfde kern hebben, zoals prijs, prijzig, prijzenoorlog, overprijsd, prijskartel, enz.
  • Plaatjes: Maak een tekening of knip een plaatje uit. Je kunt bijvoorbeeld de onderdelen van een klok in het Engels labelen: face/dial (wijzerplaat), hour hand (uurwijzer) en minute hand (minutenwijzer).
  • Woordbomen: Teken een boom met wat takken en “hang” daar woorden aan als blaadjes. Op de stam zet je het basiswoord, bijvoorbeeld vakantie. Aan de verschillende takken hang je dan gerelateerde woorden: werkwoorden (boeken, plannen, doorbrengen), bijvoeglijke naamwoorden (verkwikkend, perfect, hoognodig), vakantieactiviteiten (zwemmen, skiën, wandelen) en vakantiesoorten (familie, zomer, strand).
Een woordvork van "idea"Een woordvork van "idea"
  • Woordvorken: Leer collocaties. Maak een tabel van vijf rijen en zet het gewenste woord rechts naast rij drie. Vul de vijf rijen met gerelateerde woorden. Bijvoorbeeld werkwoorden rondom bal: trappen, slaan, gooien, vangen en stuiteren. Op het plaatje zie je een woordvork in het Engels voor idea.
  • Woordklassentabel: Leer verschillende woordklassen samen. Maak een tabel waarin je het werkwoord, zelfstandig naamwoord, bijvoeglijk naamwoord en het woord voor een dergelijke persoon zet. Bijvoorbeeld produceren, productie, productief en producent.

Woorden benoemen (ontleden)

Zoals je bij de vorige tips hebt gezien, is het goed om te weten hoe je woorden benoemt. Als je weet wat voor soort woord je leert (werkwoord, voorzetsel, etc.), weet je ook hoe je dat woord moet toepassen. Leer deze termen zowel in het Nederland als in de nieuwe taal. In de meeste andere talen zijn deze termen afgeleid van het Latijn. Hieronder wordt een voorbeeldzin ontleed met de Nederlandse, Duitse en Engelse termen. Er worden twee Nederlandse termen gegeven; de standaardtermen en de wetenschappelijke termen.

Nederlands: Een goede studente werkt hard in haar vrije tijd en ze houdt van leren.
Engels: A good student works hard in her free time and she enjoys learning.
Duitc: Eine gute Studentin arbeitet hard in ihre Freizeit und sie mag lernen.

WoordNederlands (standaard)Nederlands (wetenschap)EngelsDuits
EenLidwoordArtikelArticleArtikel
GoedeBijvoeglijk naamwoordAdjectief AdjectiveAdjektiv
StudenteZelfstandig naamwoordNomen of substantiefNounSubstantiv
WerktWerkwoordVerbumVerbVerb
HardBijwoordAdverbiumAdverbAdverb
InVoorzetselPrepositiePrepositionPraeposition
EnVoegwoordConjunctieConjunctionKonjunktion
ZePersoonlijk voornaamwoordPronomen (personale)(personal) pronoun(Personal)pronomen
LerenHele werkwoord of onbepaalde wijsInfinitiefGerund (learning)Infinitiv

Het woordenboek gebruiken

Een woordenboek geeft je veel informatie over het woord:
  • Hoeveel lettergrepen het woord heeft
  • Hoe je het uitspreekt
  • Wat voor soort woord het is
  • Welk geslacht het heeft (als de taal geslachten kent)
  • Hoe je het meervoud maakt
  • Speciale opmerkingen, zoals niveau van formaliteit, herkomst en gerelateerde woorden
  • Wat de betekenis is of de betekenissen zijn
  • Hoe je het woord in een zin gebruikt

Een eentalig woordenboek geeft de betekenis in dezelfde taal. Met name voor gevorderde leerders is dat beter dan een tweetalig woordenboek wat de betekenis in vertaling geeft.

Revisie (herhaling)

Als je nieuwe woorden je echt eigen wilt maken, is het niet genoeg om ze een of twee keer te zien. Je moet reviseren; steeds weer herhalen totdat de woorden onderdeel zijn van je actieve woordenschat. Dat betekent dat je ze zelf kan gebruiken op de juiste manier. Onderzoek geeft aan dat je een nieuw woord ca. zeven keer gezien moet hebben in telkens een andere context voordat je het woord echt kent. Dit verklaart waarom stampen niet werkt voor de lange termijn; je ziet de woorden telkens in dezelfde context.

Om goed te reviseren kun je de volgende tips volgen:
  • Zoek woorden met dezelfde kern, zoals werk, werken, werknemer, werkgever, werkvergunning, overwerken, etc.
  • Maak zelf een zin met het nieuwe woord: In deze fabriek werken 500 mensen.
  • Gebruik een van de tips uit "Leerhulp" als je dat nog niet gedaan hebt: woordbomen, woordvorken, netwerken, plaatjes, etc.
  • Maak met tien tot vijftien verschillende woorden een kort verhaal.
  • Luister naar moedertaalsprekers of lees in de nieuwe taal en houd je oren en ogen open voor de nieuwe woorden.
  • Zoek het woord op in Wikipedia of in news.google.com zodat je het woord in een nieuwe context ziet.
  • Telkens als je een woord opzoekt in het woordenboek, zet er een puntje bij. Als een woord drie puntjes heeft, doe dan extra moeite om het te leren.

Betekenissen raden

Als je een onbekend woord tegenkomt, grijp dan niet meteen naar een woordenboek, maar kijk of je de betekenis kan raden. Dit geldt vooral voor toetsen of examens waarbij de tijd beperkt is. Gebruik onderstaande tips om betekenissen te raden:
  • Plaatjes of video: Vaak worden artikelen ondersteund met plaatjes of video. Gesproken taal op televisie heeft vaak bijbehorende beelden. Een nieuw woord is vaak op die manier te raden. Stel je hebt de zin Yesterday, my father went to an optometrist. Zonder ondersteuning moet je waarschijnlijk opzoeken wat een optometrist is. Maar als er een plaatje staat van een opticien, hoef je geen woordenboek te gebruiken
  • Achtergrondkennis: Vooral voor nieuwsberichten is het handig als je weet wat er zich voorheen heeft afgespeeld. Nieuwe woorden zijn dan te raden, omdat je een idee hebt van de gebeurtenissen.
  • Grammaticale context: Wat voor soort woord is het? Je kunt een woord beter raden als je weet of het een zelfstandig naamwoord, werkwoord, bijvoeglijk naamwoord, etc. is. In de zin Johannes ist sehr aberglaubig kun je bijvoorbeeld zien dat aberglaubig een bijvoeglijk naamwoord is.
  • Directe context: Vaak genoeg maken de woorden rondom of voorgaande zinnen duidelijk wat het nieuwe woord betekent. Als je bijvoorbeeld in een kookboek leest When the soup is ready, ladle it into six warmed bowls, is het niet moeilijk om te raden wat ladle betekent. Uit de zin kun je opmaken dat het “scheppen” of “schenken” moet betekenen. Als je dat hebt vastgesteld, hoef je niet de precieze betekenis op te zoeken in het woordenboek en kun je gewoon verder gaan.

Een goede nachtrust

Volgens een onderzoek van de universiteit van Cambridge is een goede nachtrust belangrijk bij het onthouden van woordjes, zo meldt nu.nl op 18 mei 2009. De 57 proefpersonen moesten op verschillende momenten woordjes stampen en werden ofwel direct overhoord of na een nacht slapen. Hersenscans lieten zien dat tijdens dat 's nachts taalgebieden actief waren wat aanduidt dat de geleerde woorden verwerkt werden. Op tests presteerden bijna alle proefpersonen beter als ze hadden geslapen. Verder bleken de woordjes die ze vlak voor het slapen hadden geleerd beter onthouden.

Uit dit onderzoek blijkt dat goed slapen erg belangrijk is voor de verwerking van informatie die je probeert te leren. De hele nacht doorwerken lijkt dus geen goed idee te zijn. Niet alleen zul je moe zijn de volgende dag, maar je hersenen hebben niet de kans gekregen om tijdens de rustperiode de nieuwe informatie op te slaan.
© 2008 - 2024 Jantrao, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Per 2021 gaat InfoNu verder als archief, artikelen worden nog maar beperkt geactualiseerd.
Gerelateerde artikelen
Makkelijk en snel woordjes lerenHet leren van woorden is een vereiste bij veel vakken zoals Frans, Duits, Latijn, Grieks en Spaans. Veel mensen hebben e…
Tips - Het beter leren (en onthouden) van woorden of zinnenHet leren van woordjes en zinnetjes komt tegenwoordig veel voor in het leren van talen op school. Woordjes leren wordt v…
De leespraatmethode: ondersteuning bij het leren pratenDe leespraatmethode is een methode die begeleiding en ondersteuning geeft aan kinderen met een verstandelijke beperking…
Tips voor leren, stampen en woorden lerenLeren is net zo belangrijk als onthouden. Vaak wordt leren gezien als stampen met als resultaat dat je de informatie na…

Het schrijfproces stap 6 - Revisie naar de laatste versieHet schrijfproces stap 6 - Revisie naar de laatste versieNadat de eerste versie voltooid is, kijk je er opnieuw naar. Je verandert zinnen, paragrafen, volgordes, etc. Dit doe je…
De ultieme examenvoorbereidingHet lastige van examens is de voorbereiding. Je werkt er een lange periode naar toe maar wat is de beste manier om al je…
Bronnen en referenties
  • Wikipedia.org voor de vertalingen van termen in ontleding
  • McCarthy, M. & O'Dell, F. (2001) English Vocabulary in Use. Cambridge University Press: Cambridge.
  • http://www.nu.nl/wetenschap/1965628/slapen-helpt-bij-woordjes-leren.html
Reactie

Hannah Nietzman, 30-11-2010
Over een aantal dingen:
- als je het woord kat hebt, en je gaat kattig, katten, enzovoorts, ben je veel te lang bezig en misschien moet je die andere woorden helemaal niet leren. Ook dat stampen saaig is, helemaal mee eens. maar die andere tips om het leuk te maken verbruiken veel tijd.

Misschien toch nog wat andere tips wat snel en gemakkelijk gaat? Want er bestaan ook nog andere dingen die die dag gedaan moeten worden. Ik moet bijvoorbeeld voor morgen een duits proefwerk maken, met woordjes en zinnen leren. ook heb ik morgen een biologie proefwerk. Dat lukt niet als ik een heel woordklassentabel gaat maken duurt dat veel te lang.

Ik vind het dus niet echt handig. Omdat je er heel veel tijd voor moet hebben. dan maakt het toch niet uit of je het stampt of met een spelletje doet. want je leert niet beter ofzo. je doet het alleen misschien leuker. Reactie infoteur, 01-12-2010
Beste Hannah,

Als je de dag vantevoren begint, dan heb je inderdaad geen andere keus dan stampen.

Woordjes leren zoals bedoeld in het artikel is niet per se alleen voor proefwerken, maar voor een algemene ontwikkeling in die taal. Als dat je doel is, dan heb je ook geen statische woordenlijst die je moet kennen en is het dus wel interessant om gerelateerde woorden te leren. Natuurlijk snap ik ook dat je op de middelbare school meer geinteresseerd bent in het halen van een goed punt dan in het achterliggende doel van de taal kennen.

De bedoeling van woordjes leren is dat je ze later ook onthoudt en dat is ook de reden dat je docent dit soort taken opgeeft. Helaas is stampen dan de slechtste methode want die werkt alleen op de korte termijn. Als je woordjes voor langere tijd wilt onthouden, zul je eerder moeten beginnen en ook vaker moeten herhalen. Dit hoeft helemaal niet langer te duren, want je hebt voor herhaling misschien maar 10 minuten per dag nodig. Uiteindelijk heb je meer baat bij deze methode, omdat je dan nog wel die woordjes weet als ze later terug komen. Op de lange termijn zul je dan zien dat je punten voor de taal omhoog gaan, maar dat helpt niet voor de volgende dag.

Hopelijk verduidelijkt dit het een beetje en ik hoop dat je toch met succes dat proefwerk hebt gemaakt.
Jantrao

Jantrao (202 artikelen)
Laatste update: 18-05-2009
Rubriek: Educatie en School
Subrubriek: Studievaardigheden
Bronnen en referenties: 3
Per 2021 gaat InfoNu verder als archief. Het grote aanbod van artikelen blijft beschikbaar maar er worden geen nieuwe artikelen meer gepubliceerd en nog maar beperkt geactualiseerd, daardoor kunnen artikelen op bepaalde punten verouderd zijn. Reacties plaatsen bij artikelen is niet meer mogelijk.