Wat zeggen de Cito scores over een basisschool of kind?
Met ingang van het schooljaar 2014/2015 zijn alle leerlingen van groep 8 verplicht een eindtoets te maken. Veel scholen kiezen voor de Cito Eindtoets. De Cito eindscores moeten op de website van de basisscholen worden gepubliceerd. Wat zeggen deze Cito eindscores over een basisschool of kind en welke misverstanden bestaan er over de verschillende citoscores en de Cito eindscore?
Wat is de Cito Eindtoets?
De Cito Eindtoets is een toets voor leerlingen in groep 8 waarmee objectief gemeten wordt wat kinderen in 8 jaar basisonderwijs hebben geleerd. De Cito Eindtoets is bedoeld om de schoolkeuze van de leerling en het advies van de leerkracht objectief te kunnen onderbouwen. In de Cito Eindtoets staan opgaven over taal, rekenen-wiskunde en studievaardigheden. Scholen kunnen optioneel ook wereldoriëntatie toetsen, maar de resultaten hiervan tellen niet mee voor het eindresultaat. De opgaven in de Cito Eindtoets zijn meerkeuzevragen.
Vanaf het schooljaar 2014/2015 wordt de toets pas in april afgenomen waardoor het advies van de leerkracht belangrijker wordt. Tegelijkertijd neemt hierdoor ook het belang van de scores die gehaald zijn op de Entreetoetsen in de voorgaande jaren toe.
De Cito eindscore
De scores van de Cito Eindtoets variëren tussen de 501 en 550. Op basis van de Cito eindscore geeft Cito een algemene indicatie van het best passende onderwijstype.
- 501-522-Basisberoepsgerichte leerweg
- 522-527-Basis- en Kaderberoepsgerichte leerweg
- 524-528-Kaderberoepsgerichte leerweg
- 528-532-Kaderberoepsgerichte leerweg en gemengde/theoretische leerweg
- 530-535-Gemengde/theoretische leerweg
- 533-536-Gemengde/theoretische leerweg en havo
- 537-541-havo
- 538-545 havo/vwo brugklas
- 545-550 vwo (atheneum/gymnasium/tweetalig onderwijs)
(Bron: www.cito-score.nl, 2014)
Normering van (nog meer) citoscores
Gedurende de verschillende schooljaren nemen de scholen die uiteindelijk in groep 8 de Cito Eindtoets afnemen ook verschillende toetsen af waar onderstaande normering bij hoort.
Het Cito-normensysteem
Nieuwe wijze | | Oude wijze | |
I | 20% hoogst scorende leerlingen | A | 25% hoogst scorende leerlingen |
II | 20% boven het landelijk gemiddelde | B | 25% ruim boven tot net boven het gemiddelde |
III | 20% landelijk gemiddelde | C | 25% net tot ruim onder het gemiddelde |
IV | 20% onder het landelijk gemiddelde | D | 15% ruim onder het landelijk gemiddele |
V | 20% laagst scorende leerlingen | E | 10% laagst scorende leerlingen |
(Bron: www.wij-leren.nl)
Vier misverstanden over Cito (eind)score
Basisscholen worden verplicht de scores van de Cito Eindtoets te publiceren als zij aan deze toets meedoen. Dit zorgt voor inzichtelijk en transparantie wordt er gezegd, maar geeft ook een eenzijdig beeld. Ouders krijgen tussentijdse rapporten en lezen dat hun kind onder, gemiddeld of bovengemiddeld scoort. Voor welke misverstanden over de scores van de Cito (Eind)toets moet worden gewaakt?
Scholen die onder het landelijk gemiddelde scoren zijn slechte scholen.
Scholen vergelijken alleen op basis van de Cito eindscore is appels met peren vergelijken. De scores hangen namelijk niet alleen af van goed onderwijs, maar ook van de leerlingenpopulatie. Een score onder het landelijk gemiddelde wil dus niet zeggen dat een school het slecht heeft gedaan. Het gaat erom dat leerlingen hebben goed hebben gescoord op basis van hun mogelijkheden, aanleg en intelligentie. Heeft de school (en de leerlingen zelf) eruit gehaald wat er in zit?
Scholen die een hoge citoscore halen zijn goede scholen.
Goede scholen geven meestal goede citoscores, maar een goede Cito eindscore betekent niet per definitie goed onderwijs. De score zegt niets over de professionaliteit van de leerkrachten die jouw kind gaat krijgen en ook niets over het sociale klimaat van de school en hoe de school omgaat met pesten. Het totale beeld is veel belangrijker dan alleen een beeld op basis van de Cito eindscore. Je wilt immers niet alleen dat je kind de kans krijgt om te laten zien wat hij/zij kan en zijn/haar capaciteiten optimaal benut. Minstens zo belangrijk is dat je kind zich veilig voelt en met plezier naar school gaat. Het gaat dus om de toegevoegde waarde van een school in acht jaar.
Alle kinderen moeten een I (of A) kunnen scoren.
De citoscores die de leerlingen gedurende hun schooljaren halen zijn ingedeeld in I t/m V (oude normering A t/m E), waarbij I gescoord wordt door 20% van de leerlingen (A door 25% van de leerlingen). I of A staat voor een (ver) bovengemiddelde score. Aangezien het hier om een percentage gaat is het ook meteen duidelijk dat er ook altijd leerlingen zullen zijn die niet in de hoogste categorie scoren en dat is maar goed ook. We hebben namelijk niet alleen academici nodig in onze samenleving.
Kinderen die een IV of een V scoren moeten worden bijgeschoold
Hoewel er inmiddels steeds meer commerciële bedrijven komen die ons van het tegendeel willen overtuigen is dit niet het geval. Bijscholing is alleen zinvol als een leerling om een bepaalde reden een deel van de lesstof niet heeft kunnen volgen en hierdoor achter loopt. Ook hier geldt hetzelfde als bij ‘alle kinderen moeten een I (of A) kunnen scoren’. Sommige leerlingen zijn nu eenmaal veel praktischer ingesteld en die mensen hebben wij ook hard nodig in onze maatschappij.
Lees verder