Het gebruik van de apostrof in het Nederlands
In de Nederlandse taal wordt soms een apostrof ( ' ) gebruikt. Hier worden vaak fouten mee gemaakt. Vooral bij woorden die een bezit aanduiden, wordt er vaak onnodig een apostrof geschreven. Maar ook in veel andere gevallen is het veel mensen niet duidelijk hoe en wanneer dit teken gebruikt wordt. In dit artikel vindt u alle regels voor een correct gebruik van de apostrof.
De regels voor het gebruik van de apostrof kunnen in vijf categorieën worden verdeeld
- Meervoud
- Bezit
- Verkleinwoorden
- Afleidingen cijfer- en letterwoorden
- Weglating woorddelen
1. Regels voor het meervoud
Substantieven die eindigen op een
-a, -e*, -i, -o, -u of
y, met daarvóór een medeklinker krijgen in het meervoud ‘s. Dit wordt gedaan om de uitspraak te behouden.
* met
-e wordt een
heldere -e bedoeld, dus bij woorden eindigend op een stomme
-e wordt geen apostrof gebruikt. Ook bij
-é wordt er geen apostrof gebruikt.
Medeklinker = b, c, d, f……..w, x, z
Substantief (zelfstandig naamwoord) = een ding, mens of dier. Je kunt er ‘de’, ‘ het’ of ‘een’ voor zetten
Stomme e: een e die uitgesproken wordt als een donkere u (ook wel korte u genoemd), zoals in put, klus, en druk. Een stomme e heeft nooit de nadruk
- Pizza - pizza’s
- Ave - ave’s (maar: horloge - horloges, en café - cafés)
- Ski - ski’s
- Foto - foto’s
- Menu - menu’s
- Baby – baby’s
2. Regels voor het aanduiden van bezit
Bij de meeste woorden wordt er een -s toegevoegd om aan te geven dat het om bezit gaat.
- Marks auto (de auto van Mark)
- Nederlands inwoners (de inwoners van Nederland)
- Jokes vrienden (de vrienden van Joke)
In deze gevallen wordt er géén apostrof gebruikt!
Bij woorden die eindigen op sisklank (-s, -sch, -x, -z) wordt er geen -s toegevoegd, maar in plaats daarvan een apostrof aan het eind van het woord.
- Frits’ auto (de auto van Frits)
- Den Bosch’ inwoners (de inwoners van Den Bosch)
- Felix’ vrienden (de vrienden van Felix)
- Meneer Gomez’ huis (het huis van meneer Gomez)
De apostrof wordt alleen gebruikt bij verkleinwoorden van woorden die eindigen op -y met daarvóór een medeklinker.
- Baby – baby’tje
- Pony – pony’tje
4. Regels voor afleidingen van cijfer- en letterwoorden
De apostrof wordt gebruikt voor cijfer- en letterwoorden met een achtervoegsel, als verkleinwoord en voor het meervoud.
- A4’tje (een blad papier van A4-formaat)
- BN’er (bekende Nederlander)
- Pc’s (personal computers)
- 65+’er (iemand die ouder is dan 65 jaar)
5. Regels voor het weglaten van letters en woorddelen
Soms worden er delen van een woord of een letter weggelaten. Dit wordt vaak gedaan om een woord korter te maken, of omdat in de spreektaal de letters niet worden uitgesproken. De apostrof wordt geschreven op de plaats van de ontbrekende letters.
- ’s Morgens (komt van het ouderwetse ‘des morgens’). Let op, de apostrof komt vóór de –s!
- A’dam (Amsterdam)
- Z’n (zijn, als bezittelijk voornaamwoord)
- M’n (mijn)
- ’s Gravenhage (komt van ‘des Gravenhage’, Den Haag)
- Zo’n (komt van ‘zo een’)