Franse grammatica: het bezittelijk voornaamwoord
Vaak hoor je mensen zeggen: "Ik vind Frans een schitterende taal, maar ik heb het nooit begrepen". Hierdoor hebben veel ouders moeite met het helpen van hun zoon of dochter bij het leren van de Franse grammatica. In deze uitleg zie je hoe het bezittelijk voornaamwoord in het Frans werkt. Het bezittelijk voornaamwoord leren de leerlingen in de brugklas van het voortgezet onderwijs.
Wat is een bezittelijk voornaamwoord?
De term zegt het natuurlijk al een beetje...
bezittelijk voornaamwoord. Je spreekt over een bezit. Iets dat bijvoorbeeld van jou, hem of haar is. Je leert het bezittelijk voornaamwoord vaak in twee delen. Eerst in het enkelvoud en later in het meervoud. Wanneer je in het hele begin van het schooljaar "het huis" of "de auto" leert zeggen en schrijven leer je later om hier "mijn huis" of "zijn auto" van te maken. Vervolgens leer je "onze auto's" of "hun fietsen". Steeds gaat het om een bezit. Uiteindelijk heeft het allemaal te maken met mannelijke en vrouwelijke woorden. Belangrijk om te onthouden is dat het "geslacht" van het bezittelijk voornaamwoord afhankelijk is van het geslacht van het zelfstandig naamwoord dat erbij hoort. Of de "bezitter" mannelijk of vrouwelijk is, is niet belangrijk. Hieronder vind je een aantal voorbeelden.
Enkelvoud
Vaak leer je een schema waaruit je moet afleiden welke vorm van het bezittelijk voornaamwoord je moet gebruiken. Om extra duidelijkheid te geven aan de termen zie je hieronder een aantal zinnen. Net zoals dit vaak op school gebeurt, volgt eerst een uitleg over de bezittelijk voornaamwoorden in het enkelvoud: mijn, jouw, zijn, haar.
Mijn
Hiervoor zijn drie betekenissen: mon, ma, mes.
- mon: gebruik je voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud of voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud dat begint met een klinker of stomme 'h'. (voorbeeld: C'est mon livre: Dat is mijn boek)
- ma: gebruik je voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud (voorbeeld: C'est ma maison: Dat is mijn huis)
- mes: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het het meervoud (voorbeeld: Ce sont mes frères: Dat zijn mijn broers)
Jouw
Hiervoor zijn drie betekenissen: ton, ta, tes.
- ton: gebruik je voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud of voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud dat begint met een klinker of stomme 'h'. (voorbeeld: C'est ton livre: Dat is jouw boek)
- ta: gebruik je voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud (voorbeeld: C'est ta maison: Dat is jouw huis)
- tes: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het het meervoud (voorbeeld: Ce sont tes frères: Dat zijn jouw broers)
Zijn/haar
Hiervoor zijn drie betekenissen: son, sa, ses.
- son: gebruik je voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud of voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud dat begint met een klinker of stomme 'h'. (voorbeeld: C'est son livre: Dat is zijn/haar boek)
- sa: gebruik je voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud (voorbeeld: C'est sa maison: Dat is zijn/haar huis)
- ses: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het het meervoud (voorbeeld: Ce sont ses frères: Dat zijn zijn/haar broers)
Meervoud
In de voorbeelden hierboven waren de bezittelijke voornaamwoorden steeds enkelvoud. In de voorbeelden hieronder zie je de bezittelijke voornaamwoorden die je gebruikt wanneer deze meervoud zijn. De woorden waar het om gaat zijn: onze, jullie, hun. Belangrijk om te onthouden is dat de "jullie"-vorm ook de beleefdheidsvorm is. Hiermee wordt bedoeld dat wanneer je spreekt tegen een "u", je deze vorm ook dient te gebruiken. Anders dan bij de vorm in het enkelvoud is er geen verschil tussen mannelijke en vrouwelijke bezittelijk voornaamwoorden. Hiermee wordt bedoeld dat onze, jullie en hun zowel mannelijk als vrouwelijk meervoud kunnen zijn.
Onze
Hiervoor zijn twee betekenissen: notre, nos.
- notre: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud (voorbeeld: C'est notre livre: Dat is ons boek)
- nos: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het het meervoud (voorbeeld: Ce sont nos frères: Dat zijn onze broers)
Jullie/uw
Hiervoor zijn twee betekenissen: votre, vos.
- votre: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud (voorbeeld: C'est votre livre: Dat is jullie/uw boek)
- vos: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het het meervoud (voorbeeld: Ce sont vos frères: Dat zijn jullie/uw broers)
Hun
Hiervoor zijn twee betekenissen: leur, leurs.
- leur: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het enkelvoud (voorbeeld: C'est leur livre: Dat is hun boek)
- leurs: gebruik je voor een zelfstandig naamwoord in het het meervoud (voorbeeld: Ce sont leurs frères: Dat zijn hun broers)