Nederlands - verschillende soorten Voornaamwoorden (tabel)

Nederlands - verschillende soorten Voornaamwoorden (tabel)In het Nederlands gebruiken wij voornaamwoorden om te verwijzen. Stel we hebben het over 'het meisje', dan kunnen we dit door middel van een voornaamwoord vervangen voor bijvoorbeeld 'zij'. Voornaamwoorden kunnen ergens naar verwijzen binnen een tekst maar ook buiten de tekst. Er zijn veel verschillende soorten voornaamwoorden, namelijk: persoonlijke, bezittelijke, wederkerende, wederkerige, aanwijzende, betrekkelijke, vragende en onbepaalde voornaamwoorden.

Het voornaamwoord

Voornaamwoorden zijn woorden die, zoals hierboven al genoemd, verwijzen naar een ander woord. Dit kan op twee manieren, namelijk buitentekstelijk en binnentekstelijk.
  • Buitentekstelijk: Zij komt hier elke dag langs, maar ik weet niet hoe zij heet.
  • Binnentekstelijk: Dat meisje komt hier elke dag langs, maar ik weet niet hoe zij heet.

Wanneer er buitentekstelijk verwezen wordt kun je niet uit de tekst opmaken waarover er gesproken wordt. Je moet kijken naar de context wil je erachter komen waarover het gaat. Binnentekstelijk verwijzen is echter wat makkelijker, waarnaar verwezen wordt staat al in de tekst zelf.

Hoe zijn de verschillen in voornaamwoorden bepaald?

De verschillen in voornaamwoorden zijn op een aantal manieren bepaald. Zo is er gekeken naar de zinsbouw. Sommige voornaamwoorden konden in een zin de gehele naamwoordsgroep vervangen. Er is ook gekeken naar welke vormen van voornaamwoorden er in verschillende situaties werd gebruikt. Zo werden voor het onderwerp van de zin andere vormen gebruikt dan voor lijdende en meewerkende voorwerpen. Iets anders waarnaar gekeken werd is de afstand tot iets. Het aanwijzend voornaamwoord maakt bijvoorbeeld gebruik hiervan: er wordt onderscheid gemaakt tussen 'deze' en 'die' en 'dit' en 'dat.

Overzicht: soorten voornaamwoorden

Soort voornaamwoordVerwijst naar...Voorbeelden
Persoonlijk voornaamwoordEen persoon, ding of dierik, zij, wij, het, jullie, zij, mij, jou, haar, ons, hun
Bezittelijk voornaamwoordDe bezitterjouw, mijn, zijn, ons, jullie, hun
Wederkerend voornaamwoordHet onderwerp in de zinHij verveelt zich, je vergist je
Wederkerig voornaamwoordWederkerige relatie antecedentZij vervelen elkaar, ze verdedigen elkaar
Aanwijzend voornaamwoordIets aanwijsbaarsdie, dat, deze,dit, zo'n, zulk(e), degene, diegene
Betrekkelijk voornaamwoordEen (betrekkelijke) bijzin die aan de hoofdzin gebonden isdie, wie, dat, wat
Vragend voornaamwoordEen vraagzinwie, wat, welke
Onbepaald voornaamwoordIets onbepaaldshet, men, (n)iemand, (n)iets, alles, iedereen, enig, elk, zeker, menig, wat

Eventuele onduidelijkheden

Wat is een antecedent?
'Antecedent' is de naam voor het woord waar een woord naar verwijst. Meestal gaat het om een betrekkelijk voornaamwoord, en meestal staat deze achter het antecedent.

Wat is het verschil tussen een wederkerend en wederkerig voornaamwoord?
Bij wederkerige voornaamwoorden wordt er verwezen naar een antecedent dat in meervoud staat. De relatie die wordt uitgedrukt is wederzijds, hierbij gaat het vrijwel altijd om het woord 'elkaar'. Bij wederkerende voornaamwoorden wordt geen wederzijdse relatie aangegeven.

Opmerkingen

  • De woorden waar, toen en hoe horen niet bij het betrekkelijk voornaamwoord, maar bij het betrekkelijk bijwoord.
  • De woorden waar, hoe en waarom horen niet bij de vragend voornaamwoorden, maar bij de vragend bijwoorden.
© 2011 - 2025 Shiny, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Vanaf 2021 is InfoNu gestopt met het publiceren van nieuwe artikelen. Het bestaande artikelbestand blijft beschikbaar, maar wordt niet meer geactualiseerd.
Bronnen en referenties
  • http://taaladvies.net/taal/advies/vraag/898/
  • Taalkundig Collegemateriaal
Reacties
Docent Nederlands, 21-10-2014
In 'Zij vervelen zich' zit geen wederkerige relatie, het gaat om meerdere personen die zich vervelen. 'Zich vervelen' is een wederkerend werkwoord. Ik verveel me, hij verveelt zich, wij vervelen ons, zij vervelen zich. Me, zich, ons en zich zijn dan wederkerende voornaamwoorden.

Een goed voorbeeld zou zijn: 'zij vervelen elkaar', dan doen ze het elkaar aan en is er sprake van een wederkerigheid.Reactie infoteur, 19-02-2015
Dank!