Over beseffen en zich realiseren
Taal is communicatie, het overbrengen van je gedachten aan een ander. Dat wil je wel zo goed mogelijk doen, zodat je goed begrepen wordt. Dat valt niet altijd mee. Foutief gebruikte woorden of zinsconstructies kunnen verstorend werken op de boodschap die je wilt overbrengen. Het gebruik van werkwoorden als 'beseffen' en 'zich realiseren' blijkt in de praktijk lastig en een bron van fouten en ergernissen. Hoe zit het met 'beseffen' en 'zich realiseren'?
Ik besef me of ik realiseer me?
Je hoort mensen vaak zinnen zeggen als
Ik besef me. Deze zinsconstructie is onjuist. Er wordt ten onrechte gebruik gemaakt van een wederkerend voornaamwoord, in dit geval het woordje
me. Hoe zit dat?
Betekenis beseffen en zich realiseren
De betekenis van beseffen en zich realiseren ligt erg dicht bij elkaar. Logisch, dat de begrippen door elkaar gebruikt worden. Volgens 'Van Dale':
- Beseffen: een duidelijk begrip hebben van
- Zich realiseren: beseffen
Realiseren kan ook de betekenis hebben van tot stand brengen.
Zich
Het woordje
zich bij
zich realiseren valt op. Je ziet dit bij meer werkwoorden, denk maar aan
zich ergeren, zich vergissen, zich voordoen, etc. Het is een aanwijzing dat we hier te maken hebben met een
wederkerend werkwoord. Het woord
zich noemen we een
wederkerend voornaamwoord. Het juiste wederkerend voornaamwoord is afhankelijk van de persoon of personen waarop het gebruikte werkwoord betrekking heeft. In plaats van
zich zie je dan bijvoorbeeld
me, je, ons. Verderop zie je een aantal voorbeelden.
Wederkerend werkwoord
Het werkwoord waarbij het wederkerend voornaamwoord
zich wordt gebruikt verwijst terug naar het onderwerp. Je zou kunnen zeggen dat het werkwoord terugkeert naar de hoofdpersoon van de zin. Een ander woord voor terugkeren is wederkeren, vandaar:
wederkerend werkwoord.
Het onderwerp van de zin
Bij een wederkerend werkwoord gebruiken we bij het hele werkwoord (de infinitief) het wederkerend voornaamwoord
zich. Het onderwerp van de zin bepaalt welke vorm van het wederkerend voornaamwoord we moeten gebruiken.
Ik
In de eerste persoon enkelvoud, als we
ik gebruiken, is het wederkerend voornaamwoord
me.
- Ik vergis me.
- Ik erger me.
- Ik realiseer me.
Jij
In de tweede persoon enkelvoud, als we
jij gebruiken, is het wederkerend voornaamwoord
je.
- Jij vergist je.
- Jij ergert je.
- Jij realiseert je.
Hij
In de derde persoon enkelvoud, als we
hij gebruiken, is het wederkerend voornaamwoord
zich.
- Hij vergist zich.
- Hij ergert zich.
- Hij realiseert zich.
Wij
In de eerste persoon meervoud, als we
wij gebruiken, is het wederkerend voornaamwoord
ons.
- Wij vergissen ons.
- Wij ergeren ons.
- Wij realiseren ons.
Jullie
In de tweede persoon meervoud, als we
jullie gebruiken, is het wederkerend voornaamwoord
je.
- Jullie vergissen je.
- Jullie ergeren je.
- Jullie realiseren je.
Zij
In de derde persoon meervoud, als we
zij gebruiken, is het wederkerend voornaamwoord
zich.
- Zij vergissen zich.
- Zij ergeren zich.
- Zij realiseren zich.
Wederkerend werkwoord of niet
Als je te maken hebt met een
wederkerend werkwoord gebruik je dus ook een
wederkerend voornaamwoord. Dat betekent dan ook, dat als je te maken hebt met een gewoon werkwoord je dat wederkerend voornaamwoord
niet moet gebruiken. Combinaties van een gewoon werkwoord met een wederkerend voornaamwoord zijn dus gewoon fout.
Voorbeelden
Voorbeeldzin | Kenmerken | Goed of fout |
Ik vergis me. | Wederkerend werkwoord met wederkerend voornaamwoord. | Goed |
Ik loop me. | Geen wederkerend werkwoord, toch wederkerend voornaamwoord. | Fout |
Ik besef me dat het waar is. | Geen wederkerend werkwoord, toch wederkerend voornaamwoord. | Fout |
Ik erger me. | Wederkerend werkwoord met wederkerend voornaamwoord. | Goed |
Ik realiseer dat het waar is. | Wederkerend werkwoord, geen wederkerend voornaamwoord. | Fout |
Zich realiseren
Het werkwoord
zich realiseren is een wederkerend werkwoord. Bij dit werkwoord gebruik je dus steeds in elke persoon in het onderwerp een wederkerend voornaamwoord.
- Ik realiseer me.
- Jij realiseert je.
- Hij realiseert zich.
- Wij realiseren ons.
- Jullie realiseren je.
- Zij realiseren zich.
Realiseren
Let op: Er bestaat ook een werkwoord
realiseren, met een andere betekenis:
tot stand brengen. Zoals je ziet is het werkwoord
realiseren géén wederkerend werkwoord en moet er dus ook géén wederkerend voornaamwoord gebruikt worden.
- Ik realiseer een groot gebouw.
- Jij realiseert een groot gebouw.
- Hij realiseert een groot gebouw.
etc.
Beseffen
Het werkwoord beseffen is geen wederkerend werkwoord, dus er moet géén wederkerend voornaamwoord gebruikt worden.
- Ik besef.
- Jij beseft.
- Hij beseft.
- Wij beseffen.
- Jullie beseffen.
- Zij beseffen.
Elke combinatie waarbij je dat wederkerende voornaamwoord dan toch gebruikt zijn dus
fout.
Goed of fout?
Je ziet enkele voorbeeldzinnen. Zijn ze goed of fout?
- Ik besef dat ik het nu begrijp.
- Hij realiseert zich dat hij te laat is.
- Wij beseffen ons dat we te laat zijn.
- Peter beseft zich dat hij het goede antwoord vergeten was.
- Freek realiseert zich dat hij het proefwerk opnieuw moet doen.
- Peter beseft dat hij het goede antwoord vergeten was.
De antwoorden
Nummer | Bespreking | Goed of fout |
1. | In deze zin zie je ik (eerste persoon enkelvoud). Je ziet het werkwoord beseffen, geen wederkerend werkwoord. Er is gelukkig geen wederkerend voornaamwoord gebruikt. | Goed. |
2. | In deze zin zie je hij (derde persoon enkelvoud). Je ziet het werkwoord realiseren, dat is in de betekenis hier een wederkerend werkwoord waarbij je een wederkerend voornaamwoord verwacht. Dat wederkerend voornaamwoord zich staat er ook. | Goed. |
3. | Je ziet wij (eerste persoon meervoud). Je ziet het werkwoord beseffen, dat is geen wederkerend werkwoord. Er mag géén wederkerend voornaamwoord gebruikt worden. Dat staat er toch: ons. | Fout. |
4. | Je ziet Peter (derde persoon enkelvoud). Je ziet het werkwoord beseffen, dat is geen wederkerend werkwoord. Er mag géén wederkerend voornaamwoord gebruikt worden. Dat staat er toch: zich. | Fout. |
5. | Je ziet Freek (derde persoon enkelvoud). Je ziet het werkwoord realiseren, in deze betekenis een wederkerend werkwoord. Het juiste wederkerend voornaamwoord zich staat er ook. | Goed. |
6. | Je ziet Peter (derde persoon enkelvoud). Je ziet het werkwoord beseffen, géén wederkerend werkwoord. Er mag dus geen wederkerend voornaamwoord gebruikt zijn. Dat klopt. | Goed. |
Lees verder