Spelling van de Nederlandse taal, zo moeilijk
De juiste spelling van de Nederlandse taal is zeer belangrijk. In sollicitatieprocedures kan het een selectiecriterium zijn. Het gebruik van de juiste spelling kan een oordeel uitlokken over de schrijver. Zowel teksten, brieven als e-mails dienen correct gespeld te zijn, ook om de lezer niet op het verkeerde been te zetten wat betreft de bedoeling. "Ik had haast" is geen reden om woorden incorrect te schrijven. Men moet zorgvuldig met zijn of haar eigen taal omgaan.
De Nederlandse spelling
Spelling heeft een duidelijke samenhang met lezen. Mensen die goed kunnen lezen, kunnen meestal ook goed spellen. En andersom. Wel kunnen goede lezers ook problemen hebben met de spelling, want lezen is nu eenmaal gemakkelijker dan schrijven.
De Nederlandse taal bestaat uit letters
(grafemen) en klanken
(fonemen). Die letters (26) zijn niet groot genoeg in aantal om de fonemen te bedienen. Daarom worden de klinkers (a, e, i, o, u) gebruikt om zowel een korte als een lange klank aan te duiden en worden er ook tweeklanken gebruikt: eu, oe, ou, au, ie, ij, ei en ui. Ook wordt de letter "e" op drie manieren gebruikt: als "e", als "ee" en als "stomme e", zoals onder andere in het woord "de". In de Nederlandse taal worden ook veel regels gebruikt om de schrijfwijze van woorden aan te leren.
Veelvoorkomende spellingregels
- Woorden die men schrijft zoals men ze hoort.
- (voorbeeld: puntmuts, stoomboot, trui, boom)
- Analogiewoorden met "eer, oor, eur" , met "aai, ooi, oei" en net als "eeuw, ieuw".
- (voorbeeld: deur, speer, schoorsteen, voorbeeld: zwaai, mooi, boeien en voorbeeld: leeuw, nieuwjaar)
- Ook volgens analogie schrijft men zelfstandige naamwoorden als: dikte, lengte, grootte.
- Analogie wordt ook gebruikt bij woorden die eindigen op "lijk", op "ig" en op "isch" en "tie".
- (voorbeeld: vrolijk, verstandig, tropisch, vakantie)
- De afspraak over de "ng" en de "nk". Nooit "ngk" naast elkaar!
- (voorbeeld: ingang, winkel)
- Woorden met "ge", "be", "ver".
- (voorbeeld: gesprek, beton, verjaardag)
- De regel van de open- en gesloten lettergrepen.
- Uit de methode "Spelling in de Lift" komen twee rijmpjes om te onthouden:
- Korte klanken, zoals a, e, i, o, u krijgen twee medeklinkers, lekker puh!
- (voorbeeld: bakken, sokken, lekker, witte, ballonnen, midden, sufferd)
- Lange klanken hebben pech, ik haal gewoon een letter weg.
- (voorbeeld: bomen, paden, buren, meren)
- De "t" of de "d" aan het eind van een woord: maak het woord langer, dan hoort men de "d" of de "t". Deze regel geldt niet voor de persoonsvorm.
- (voorbeeld: blond-blonde, rand-randen, bed-bedden, krat-kratten, antwoord-antwoorden, zwart-zwarte)
- Woorden met "au" en 'ou" en met 'ij" en "ei " moet men gewoon onthouden.
Natuurlijk zijn er nog veel meer voorkomende spelregels. Hebt u interesse, dan zijn die na te lezen op de site van
De Nederlandse Taalunie. De Taalunie regelt de spelling van onze taal en geeft er uitleg over en verantwoording voor. Zoals in de inleiding is gezegd, is het van belang veel te lezen. Daardoor maakt men zich vele spellingregels ongemerkt eigen.
Kinderen met spellingproblemen
Kinderen die woorden letter voor letter opschrijven, hebben zich nog niet of nauwelijks regels eigen gemaakt. Oefening is van belang. Ook geldt dit voor kinderen die te snel woorden opschrijven en daarbij veel fouten maken. Ook zij moeten zich nog veel regels eigen maken. In elk geval: nadenken over de regel, dan pas opschrijven. Als woorden tijdens het schrijven worden weggelaten of dubbel opgeschreven, dan is het probleem meestal een concentratie- of motivatieprobleem.
Werkwoordspelling
De werkwoordspelling heeft in de tegenwoordige en in de verleden tijd speciale regels, die voor 'gewone' woorden niet gelden. Bij de werkwoordspelling hebben die regels voornamelijk te maken met de schrijfwijze aan het eind van de persoonsvorm tegenwoordige tijd (afhankelijk van wie of wat iets doet in een zin: de ik-vorm krijgt nooit een T op het einde (behalve als de T al in het woord hoort, zoals 'ik zit'. De jij- en hij-vorm krijgen altijd een T op het einde, behalve als JIJ achter de persoonsvorm staat. Zoals: jij houdt, hij vindt. Maar houd jij? Vind jij? En ook met klankveranderingen of verdubbelingen in de verleden tijd.
Aanleren van onveranderlijke woorden
Onveranderlijke woorden, het woord zegt het al, zijn woorden die altijd op dezelfde manier worden geschreven. Er zijn manieren om die aan kinderen aan te bieden:
- Men laat kinderen de woorden zien, bijvoorbeeld op een kaartje of via spellingoefeningen op internetsites. Nadat ze goed bekeken zijn, schrijft het kind het woord op of tikt het in. Deze manier verdient voorkeur boven lezen, overschrijven of mondeling spellen van woorden. (Willemen, Bosman en Van Hell, 2000).
- Men gaat uit van een beginwoord en leert een kind naar analogie andere woorden schrijven. Helaas zijn vaak vele beginwoorden nodig om alle mogelijke variaties aan de orde te laten komen.
- De derde manier om kinderen woorden te leren schrijven, is het aanleren en oefenen met de bestaande regels.
- De werkwoordspelling is een apart onderdeel van het aanleren van spelling.
Lees verder