Tienminutengesprek op de middelbare school
Een paar keer per jaar krijgt u de uitnodiging thuis: het is weer tijd voor de tienminutengesprekken of ouderavond op de middelbare school van uw kind. Wanneer moet u naar deze gesprekken gaan? Met wie moet u gaan spreken? Hoe bereidt u dit gesprek voor? Wat kunt u verwachten van een leraar? Mag uw kind mee? U leest het allemaal in dit artikel!
Wat is een tienminutengesprek?
Veel middelbare scholen geven ouders van leerlingen de gelegenheid om een paar keer per jaar een afspraak te plannen met docenten, mentoren en directieleden van de school. Vaak zijn dit gesprekken van tien minuten waarbij een strak tijdschema aangehouden wordt. De tijd wordt meestal aangegeven met een zoemer waarna de volgende ouders weer aanschuiven. Het is dus erg belangrijk in tien minuten tot de kern van het gesprek te zijn gekomen.
Wanneer moet u naar een tienminutengesprek gaan?
Het bezoeken van een tienminutengesprek is nooit verplicht. Het is ook niet raadzaam om zomaar wat afspraken met docenten te plannen. Ook van de docenten vraagt een tienminutengesprek namelijk enige voorbereiding en kost het een aantal vrije avonden. Aanleidingen voor een tienminutengesprek kunnen zijn: een onvoldoende voor een bepaald vak, het vaak krijgen van straf in een bepaalde les, kennismaken met de mentor, structurele onduidelijkheid over bepaalde regels of leerstof, het idee dat het resultaat van u kind niet strookt met de inspanning die hij/zij levert, pestgedrag in de klas, enz. Mocht u slechts een eenvoudige vraag of compliment hebben, bedenkt u zich dan dat mailen of bellen vaak makkelijker is. Tien minuten praten over een compliment of één enkele eenvoudige vraag is wat aan de lange kant.
Mocht u nooit bijzondere vragen of onduidelijkheden hebben, maak dan in ieder geval een afspraak met de mentor. Hiermee toont u betrokkenheid bij het onderwijs van uw kind en geeft u de (nieuwe) mentor de kans iets meer te leren weten over uw kind. Uiteraard kunt u bij bovenstaande problemen er ook voor kiezen op een andere manier contact op te nemen met de school. Realiseert u zich wel dat het voor een school moeilijk is om alle ouders verspreid over het jaar buiten de tienminutenavonden te kunnen ontvangen.
Met wie moet u gaan spreken?
De persoon met wie u een afspraak maakt is natuurlijk sterk afhankelijk van het onderwerp dat u wilt bespreken. Hieronder volgt een beknopt overzicht van bespreekbare onderwerpen per functionaris in de school:
- docent: onvoldoendes voor een vak, onduidelijkheden over leerstof, materiaal, toetsen, cijfers e.d., gedrag van uw kind of de klas in de les, vragen over genomen strafmaatregelen, extra hulp voor een vak, niveau van het vak in het volgende leerjaar
- mentor: algemeen welbevinden van uw kind, resultaten van uw kind in het algemeen, twijfels over schoolniveau, gedrag van uw kind in het algemeen, gedrag in de klas, functioneren van de klas, pestgedrag, vragen over schoolregels, vertrouwelijke informatie
- decaan: kiezen van vakkenpakket, profielkeuze of sectorkeuze, kiezen van een vervolgopleiding, vragen over slagen of zakken, doorstromen of afstromen naar een ander niveau
- afdelingsleider of teamleider: klachten over een docent of mentor, uitzonderingen op schoolregels, wisseling van klas, overige bijzonderheden
Hoe bereidt u dit gesprek voor?
Belangrijk is dat u voorafgaand aan het tienminutengesprek goed voor ogen heeft wat u met het gesprek wilt bereiken. Wilt u alleen informatie? Verwacht u dat er bepaalde veranderingen in werking worden gezet? Op welke termijn wil u dit? U moet immers in tien minuten het gesprek voeren en tot conclusies komen. Realiseert u zich wel dat een docent of mentor in tien minuten weinig knopen kan doorhakken. Vaak is hierbij toestemming nodig van andere functionarissen, is er nader onderzoek nodig, moeten intern bepaalde procedures doorlopen worden enz. Laten we hieronder even ingaan op een voorbeeld:
Voorbeeld: Uw kind heeft een vier voor Frans en vertelt dat de leraar hem/haar niet wil helpen om het punt op te halen. U besluit daarom een tienminutengesprek aan te vragen bij de docent een hoopt de docent zo ver te krijgen toch extra hulp te bieden. Bij de start van het tienminutengesprek legt u dit, wellicht enigszins gepikeerd vanwege het uitblijven van hulp, voor aan de docent. De docent heeft echter een heel ander beeld van de situatie. Hij weet dat uw kind vaak niet meedoet tijdens uitleg in de les en vermoedt dat het huiswerk ook niet altijd in orde was. Extra hulp zou betekenen dat uw kind eigenlijk helemaal niet meer hoeft op te letten in de lessen omdat uw kind het allemaal toch nog eens uitgelegd krijgt. Daarnaast zal de docent zijn tijd moeten besteden aan een leerling die het waarschijnlijk heel goed zelf zou kunnen. Het is goed voor te stellen dat de docent ervoor kiest de hulp nog niet toe te zeggen maar afspreekt de komende maand het huiswerk van uw kind beter te gaan controleren en wellicht de onvoldoende gemaakte toetsen gaat bekijken op inzichtsfouten of leerfouten. Voor uw kind verandert er dus nog niets concreets.
Het bovenstaande voorbeeld kan voor u als ouder een vervelend gesprek opleveren. U wilde immers iets gedaan krijgen van een leraar maar krijgt dit niet gedaan. Bedenkt u zich dan dat u in ieder geval de aandacht heeft gevestigd op uw kind. De betreffende docent weet dat u wellicht terugkomt als er niets aan de situatie is verandert. U kunt de druk zelf iets meer opvoeren door alvast een vervolgafspraak te opperen. Misschien bent u boos omdat de docent u niet eerder heeft ingelicht over zijn beeld van uw kind. Realiseert u zich dan dat ruziemaken over het verleden de situatie van uw kind niet verbetert. Daarnaast kan een docent in groepen van dertig leerlingen die elkaar steeds afwisselen nooit alles even nauwkeurig in de gaten houden én communiceren met ouders. Belangrijk is het om concrete vragen te stellen over de toekomst. Vraag naar duidelijk controleerbare zaken. Bijvoorbeeld: In plaats van
"Kunt u mijn kind extra hulp aanbieden?" kunt u beter vragen:
"Wat voor hulp kunt u mijn kind bieden?" of
"Wanneer kan mijn kind hulp verwachten?" Op deze manier is een simpel
"Ja" als antwoord niet voldoende maar wordt de docent gedwongen na te denken over vervolghandelingen. U kunt de docent daar vervolgens ook aan houden.
Wat kunt u verwachten van een docent?
Als u verschijnt op een tienminutengesprek mag u verwachten dat een docent ook even heeft nagedacht over de reden dat u hem/haar komt spreken. Een goede docent heeft relevante gegevens bij de hand zoals cijfers, nagekeken werkjes (mits nog niet uitgedeeld) en aantekeningen ter voorbereiding van het gesprek. Twijfelt u over de betrokkenheid van een docent vraag hem haar dan door over uw kind. Hoe komt uw kind over in de les? Met wie gaat uw kind om in de les? Hoeveel lessen heeft uw kind gemist? Uit de antwoorden kunt u enigszins opmaken hoe goed de docent uw kind kent. Stel uw verwachtingen van het gesprek niet te hoog in. Een docent kent uw kind alleen als één van de leerlingen uit een grote groep die slechts een paar keer per week even met z'n allen in de klas zitten bij hem/haar. Onthoud dat een docent ook niet alle veranderingen zelf in de hand heeft. Of u daadwerkelijk iets gaat veranderen aan de situatie van uw kind hangt vaak ook af van uw kind, u zelf, klasgenoten, andere docenten en medewerkers. Probeer daarom in te schatten welke mensen allemaal een rol spelen bij het eventuele probleem dat u tijdens het tienminutengesprek aankaart.
Moet ik mijn kind meenemen naar het gesprek?
Of u uw kind moet meenemen naar het tienminutengesprek hangt af van het onderwerp. Gaat het om het gedrag van uw kind in de klas dan kan het wel eens goed zijn uw kind te confronteren met de situatie. Zeker als u het idee heeft dat uw kind niet altijd de waarheid spreekt hierover is het goed met alle partijen om de tafel te zitten. Zo kunnen woorden en situaties moeilijk verdraaid worden. Ook als het gaat om tegenvallende resultaten is het handig uw kind mee te nemen naar het gesprek. In dit geval kunnen een aantal afspraken tussen leraar en leerling meteen bekrachtigd worden. Hiermee voorkomt u dat de afspraken die u maakt niet (goed) worden doorgegeven aan uw kind of slecht worden uitgevoerd. Wilt u het echter hebben over een verandering van niveau of heeft u ernstige twijfel over de capaciteiten van uw kind dan kunt u wellicht beter zonder uw kind komen. Als een kind merkt dat er getwijfeld wordt aan zijn/haar niveau dan kan dit onzekerheid creëren en de resultaten nog verder verslechteren. Andersom kan een gesprek over een niveauverhoging misschien valse hoop bieden.
Samenvatting
Het is van belang een tienminutengesprek goed voor te bereiden. Van uw gesprekspartner mag u dit ook verwachten. Mocht u een verandering nastreven probeer dan met behulp van concrete vragen te komen tot heldere en controleerbare afspraken. Of u uw kind mee moet nemen hangt af van het onderwerp dat u wilt bespreken.
Lees verder