Taaldorp Duits, Engels of Frans voorbereiden
Op de middelbare school wordt een taal meestal schriftelijk getoetst. Dat geldt ook voor het eindexamen van een taal. Het schriftelijk toetsen is praktisch voor de leerling en het kijkt wel zo makkelijk na voor de leraar. Het hangt van de leraar en/ of van de school af in welke mate de taal ook daadwerkelijk mondeling in praktijk wordt gebracht en getoetst. ‘Taaldorp’ is een leuke manier om een taal in praktijk te brengen, maar veel leerlingen vinden het ook spannend. Geldt dat ook voor jou? Of wil je iets meer weten over het fenomeen Taaldorp? Lees dan snel verder.
Wat is een taaldorp?
Er wordt bij een taaldorp een
buitenlands dorp nagebootst, bijvoorbeeld in een gymzaal. In dit dorp zijn verschillende situaties nagemaakt zoals je die in het buitenland ook kunt vinden, bijv. een Franse bakker, VVV-kantoor, hotel, restaurant etc. Het geheel zal wat gedecoreerd zijn zodat het min of meer echt lijkt. Bij deze situaties staan één of meer personen die de betreffende taal goed spreken (bijvoorbeeld een docent of stagiair). De leerlingen lopen de verschillende situaties langs om een
gesprekje te voeren in de doeltaal. De mate waarin dit gesprek open of gesloten is, zal per school en per niveau verschillen. Degenen met wie de leerlingen het gesprek voeren geven een beoordeling. Op de middelbare school wordt een taaldorp vaak in het 2e of 3e leerjaar gehouden.
Wat kan ik verwachten?
In de aanloopperiode naar het taaldorp zal je docent vertellen wat er precies van je verwacht wordt in het taaldorp. Zeer waarschijnlijk krijg je een
boekje van de docent waarin hulpzinnen staan en waarin enkele voorbeeldsituaties zijn uitgewerkt. In zo’n boekje moet je vaak ook zelf aan de slag met het zelfstandig (of met een medeleerling) opstellen van situaties in de betreffende taal. Tijdens de lessen die volgen ga je dan meestal met een medeleerling de gesprekken daadwerkelijk voeren. Dat is natuurlijk ter oefening.
Hoe bereid ik mij goed voor?
Uiteraard is het belangrijk om vanaf de eerste les goed mee te doen. Vraag jezelf af of je begrijpt wat er van je verwacht wordt. Zo niet, vraag dan om extra toelichting aan de docent. Leer de hulpzinnen uit het boekje goed en maak trouw de gesprekken volgens de aanwijzingen van de docent. Leer vooral goed de zinnen die je kunnen helpen als je het even niet meer weet tijdens een gesprek, zoals:
‘kunt u het herhalen’, of:
‘ik begrijp het niet’.
Wees niet bang om tijdens de lessen veel te praten, je zit dan nog in de oefenfase en de docent kan dan nog aanwijzingen geven over uitspraak of grammatica. Dat zal tijdens het taaldorp niet meer gedaan worden. Profiteer daarom van de oefenlessen en vraag het vooral na aan de docent als je de uitspraak van een woord niet weet. Kijk op internet of je filmpjes en foto’s van taaldorpen kunt vinden, er zijn er genoeg. Zo krijg je een idee hoe het taaldorp in de regel gaat. Zorg dat je goed op de hoogte bent van de regels die er eventueel gelden, bijvoorbeeld of je een
spiekbriefje met steekwoorden mee mag nemen of niet.
Ik ben zenuwachtig
Wees gerust, je bent echt niet de enige. Leerlingen vinden een taaldorp vaak spannend. Meestal is dit vooral het geval als de leerlingen in de les nog niet zo vaak hebben geoefend met het daadwerkelijk mondeling oefenen van de taal en als het hun eerste taaldorp is. De begeleiders die bij een taaldorp aanwezig zijn weten dit ook en zij zullen over het algemeen proberen je op weg te helpen als je het echt niet meer weet en je te laten ontspannen.
Stel jezelf gerust, als je goed mee doet tijdens de lessen en je de zinnen kent die je kunt gebruiken als je het even niet meer weet, dan kom je een heel eind. Oefen de situaties lekker veel, bijvoorbeeld thuis met één van je ouders. Oefening baart kunst! Overdrijf de voorbereiding niet, ga gewoon op tijd naar bed en ga ontspannende dingen doen als je weet dat je voldoende tijd in de voorbereiding gestoken hebt.
Viel Erfolg! Good luck! Bonne chance! (oftewel: veel succes!)