Italiaans: brief of e-mail
Er is een aantal handige zinnetjes om een Italiaanse brief of e-mail te beginnen en af te sluiten. Ook voor het middenstuk zijn er zinnetjes die je een handje op weg kunnen helpen. Welke woorden gebruiken de Italianen voor de aanhef, het middenstuk en het slot? Met deze veelgebruikte zinnen leg je de basis voor een Italiaanse informele brief of e-mail.
Aanhef
Je begint je brief of e-mail met een aanhef. Voorbeelden van een aanhef zijn:
Aanhef | |
Beste Luca, | Caro Luca, |
Beste mama en papa, | Cari mamma e papà, |
Hoi Andrea, | Ciao Andrea, |
Hey Andrea! | Ciao Andrea! |
Mijn beste, | Tesoro, |
Mijn liefste, | Amore, |
Hierna kun je een zin ter introductie van je brief of e-mail gebruiken. Voorbeelden hiervan zijn:
Voorbeelden van openingszin | |
Bedankt voor je e-mail | Grazie per la tua e-mail |
Goed om weer eens iets van je te horen | Che bello sentirti |
Sorry dat ik je zo lang niet heb geschreven | Scusami per non averti scritto per così tanto tempo |
Het is een lange tijd terug dat we contact hebben gehad | È passato cosi tanto tempo dall'ultima volta |
Middenstuk
In het middenstuk kom je met je vraag, opmerking of verhaal. Er zijn verschillende handige zinnetjes die je zou kunnen gebruiken in dit middenstuk. Voorbeelden van handige zinnetjes zijn:
Ik schrijf om je te vertellen dat | Ti scrivo perché ho delle notizie importanti da darti |
Heb je plannen voor | Hai già dei piani per |
Bedankt voor het sturen | Grazie per aver inviato |
Bedankt dat je hebt geschreven | Sono felice di ricevere la tua lettera |
Ik ben blij om je te vertellen dat | Sono felice di annunciarti che |
Ik vond het jammer om te horen dat | Mi dispiace sapere che |
Slot
Na het middenstuk komt het slot. Ook voor het slot is er een aantal handige zinnetjes:
Slot | |
Ik kijk er naar uit om van je te horen | Scrivimi presto |
Schrijf me terug wanneer | Rispondimi non appena |
Ik hou van je | Ti amo |
De beste wensen | I migliori auguri |
Met vriendelijke groeten | Cari saluti |
Het beste | Tante belle cose |
Met veel liefde, | Tanti cari saluti, |
Italiaans
Italiaans is een Romaanse taal. Het is voortgekomen uit het Latijn. De taal stamt af van het florentijns, het dialect dat gesproken werd in Florence. Er zijn tegenwoordig in Italië veel dialecten. Er zijn ongeveer 30 miljoen die het standaard-Italiaans spreken. Veel mensen spreken er echter ook dialect. In totaal spreken er ongeveer 65 miljoen mensen in de wereld Italiaans. In Italië wordt Italiaans gesproken, maar ook in delen van Zwitserland, Slovenië, Kroatië, Frankrijk en Monaco.
De dialecten verschillen sterk van het normale Italiaans. Toen er vroeger nog weinig media waren, spraken veel mensen alleen het dialect. Sinds de komst van media als de televisie is het gebruikelijk dat iedereen ook de normale Italiaanse taal spreekt. Streken die een eigen dialect hebben zijn onder andere Lombardije, Sicilië en Venetië.
Spaans, Portugees en Frans zijn voorbeelden van andere Romaanse talen. De woorden en grammatica van deze talen lijken enigszins op elkaar. Het is dus wat makkelijker om Italiaans te leren als je bijvoorbeeld al Spaans spreekt. Dit geldt natuurlijk ook andersom.
Italiaanse invloed in Nederland
De Franse taal heeft natuurlijk veel invloed op de Nederlandse taal. Veel woorden uit Frankrijk worden ook in het Nederlands regelmatig gebruikt. Italiaans heeft echter ook zeker invloed op de Nederlandse taal. De Italiaanse benamingen voor Italiaans eten worden in Nederland vaak letterlijk gebruikt. Voorbeelden hiervan zijn cappuccino, pasta, pizza en spaghetti. Maar ook op het gebied van financiën is er een aantal Nederlandse woorden van Italiaanse woorden afgeleid, bijvoorbeeld kapitaal, kassa en saldo. In de muziek worden ook veel Italiaanse woorden gebruikt.
Grammatica
Als een Italiaans zelfstandig naamwoord op een -o eindigt is het vrijwel altijd mannelijk. Zelfstandige naamwoorden die eindigen op -a zijn meestal vrouwelijk. Er zijn in Italië zeven verschillende woorden voor 'de' of 'het'. 'Een' in het Italiaans is 'Uno', 'Un', 'Un'' of 'Una'. Deze lidwoorden lijken dus op het Frans en Spaans.