Boekverslag Twee koffer vol van Carl Friedman
Het boek Twee koffers vol is een mooi boek geschreven door Carl Friedman. Wanneer je in Havo 4, Havo 5, VWO 5 of VWO 6 zit heb je kans dat je een boekverslag moet maken over dit boek omdat het in je boekenlijst staat. Een andere aanrader: bekijk de film, want van dit boek is een prachtige film gemaakt.
Samenvatting van het verhaal
De hoofdpersoon is Chaja, een 20-jaar oud meisje die filosofie studeert in Antwerpen. Ze heeft niet veel geld en heeft al een paar baantjes gehad, die haar niet al te goed bevielen. Daarom besluit ze op een advertentie in een krant te reageren waarin mensen een oppasmeisje zoeken. Ze komt terecht bij de familie Kalman, deze familie bestaat uit een man, een vrouw, de tweelingzusjes Esja en Tzivja, de oudere broertjes Avrom en Dov en ten slotte Simcha.
Chaja krijgt een zwak voor Simcha, het lijkt namelijk wel alsof niemand hem mag. Simcha is vier jaar oud en plast nog in zijn broek, hij wordt gepest door zijn oudere broertjes en zijn vader laat vaak ook weten dat hij Simcha niet mag.
Vaak wandelt Chaja in het park met de kinderen, ze merkt al gauw dat Simcha gek is op de eenden die in de vijver zwemmen. Elke middag voeren ze de eendjes, en Simcha praat dan heel veel, terwijl hij thuis altijd stil is. Zijn favoriete woordje is ‘Kwak-kwak’ en het liefst wil hij in een eend veranderen.
Met haar eigen moeder kan Chaja het niet zo goed vinden, haar moeder praat niet veel omdat ze de oude oorlogsherinneringen wil weg stoppen. Haar vader is het tegenovergestelde, hij heeft in de oorlog twee koffers verstopt, en is bezig om die koffers te vinden, hij wil juist oorlogsherinneringen ophalen. Waarschijnlijk zal hij de koffers nooit meer vinden, omdat hij al er erg lang naar opzoek is.
De familie Kalman is orthodox joods, Chaja is zelf ook joods, maar ze was niet orthodox. De familie Kalman volgt allerlei oude tradities en regels, omdat ze dat belangrijk vinden. Met mevrouw Kalman kan Chaja nog wel praten, maar met meneer Kalman helemaal niet, dat komt omdat hij haar niet ziet staan omdat ze niet orthodox is.
De flat waar de familie Kalman woont wordt beheerd door een conciërge, deze man is een joden hater en hij probeert Chaja op allerlei manieren dwars te zitten. Hij scheldt haar uit en Chaja geeft een grote mond terug, terwijl de familie Kalman al jaren over zich heen laten lopen, die zeggen er niets van.
Later in het verhaal kan Chaja steeds beter met mevrouw Kalman opschieten, dit komt omdat mevrouw Kalman ziet hoe goed Chaja met Simcha omgaat. Meneer Kalman mag Chaja nog steeds niet.
Wanneer Chaja op een dag terug komt van het park wordt de Conciërge woedend, hij steekt bijna het kinderhandje van Simcha tussen de liftdeur, Chaja pakt Simcha en scheurt daarbij per ongeluk de jas van de Conciërge, die wordt zo boos dat hij geld eist. Chaja wil hem niet betalen en de conciërge blokkeert daarom de in- en uitgang van de flat. Chaja zit op dat moment in de flat en gaat via een raam naar buiten. Mevrouw Kalman vindt dat ze een paar dagen niet hoeft te komen zodat ze even kan afkoelen.
In de paar dagen dat Chaja Simcha niet ziet, mist ze hem enorm. Wanneer ze weer naar de familie Kalman toe mag komt ze Apfelschnitt tegen, een man waar ze vaker dingen tegen zegt. Hij vertelt haar dat Simcha overleden is, hij is verdronken in de vijver. Ze besluit toch naar de familie Kalman te gaan om ze te condoleren, maar dat wordt niet op prijs gesteld. Meneer Kalman beschuldigt haar, omdat zij de kinderen altijd meeneemt naar de vijver, mevrouw Kalman gaat tegen haar man in en maakt een scheur in de kleding van Chaja, een ritueel wat joden doen bij het overlijden van een dierbare.
Chaja is lang verdrietig vanwege Simcha en besluit om te stoppen met haar studie filosofie, ze besluit natuurkunde te studeren. Haar vader is daar erg blij mee en betaalt voortaan haar kamerhuur.
Verhaaltechniek
Maatschappelijke context waarin het werk geschreven is
Het maatschappelijke context is het joodse geloof, waar de auteur mee is opgegroeid.
Een opvallend stuk tekst is
Wat een opvallende tekst is zijn de laatste paar bladzijdes, waar de betekenissen van woorden bij staan. Dit zijn bladzijde 171, 172 en 173.
Blintzes – Gevulde pannekoekjes
Bulbenik – Aardappelkoekjes
Chassidisme – Aanvankelijk vernieuwde beweging binnen het jodendom, inmiddels strenger in de leer dan de oorspronkelijke orthodoxie
Dreidel – Tol
De functie van deze bladzijdes is om de woorden uit te leggen aan de lezer, omdat er vaak woorden in het verhaal voorkomen die je niet kent.
Het boek
Opmaak
Het boek kent hoofdstukken, maar deze hoofdstukken zijn niet benoemd. Er staat niets boven een nieuw hoofdstuk. Het ziet er somber uit, dit ondersteunt het thema ‘jodendom’, omdat de familie Kalman erg somber leeft.
Verhaalanalyse
Spanning
Er was weinig spanning in het boek, maar op een of andere manier bleef ik het toch interessant vinden, ik wilde weten wat er zou gebeuren en daarom bleef het mij boeien.
Tijd
Het verhaal is chronologisch, met af en toe een flashback van haar oude werk, flashbacks van meneer Apfelschnitt en een paar flashbacks van haar ouders. De schrijver heeft voor een chronologische volgorde gekozen zodat je door blijft lezen, je wordt niet afgeleid door dingen die in het verleden gebeurd zijn.
Karakters
- Chaja (roundcharacter), zij is een meisje dat werkt voor de familie Kalman en ze werkt bij een bloemist, ze vind het een leuk baantje. Het geloof vind ze interessant, ze is zelf joods maar niet heel erg gelovig. Ze houdt heel erg veel van Simcha en ze wilt dat Simcha gelukkig is.
- Simcha (roundcharacter), hij is de zoon van meneer en mevrouw Kalman. Hij houdt heel erg van eenden en hij zit het liefst de hele tijd samen met Chaja in het park bij de eendjes.
- Meneer en mevrouw Kalman (flatcharacters), voor hen werkt Chaja. Ze zijn allebei streng orthodox joods. Mevrouw Kalman vind Chaja in de loop van de tijd steeds meer, terwijl meneer Kalman niets van Chaja moet hebben.
- De ouders van Chaja (flatcharacters), van de ouders van Chaja kom je weinig te weten, haar moeder is erg gesloten en wilt het liefst niet over de oorlog praten, ze praat alleen over kleine onbelangrijke dingen. De vader van Chaja houdt zich nog elke dag bezig met de oorlog, hij zoekt namelijk twee koffers op die hij in de oorlog verstopt heeft.
- Meneer Apfelschnitt (flatcharacter), hij is een kennis van Chaja en hij is joods. Hij weet van van het geloof af en helpt Chaja daarmee. Ze praten samen veel over het jodendom.
- De conciërge (flatcharacter), hij werkt in de flat waar de familie Kalman woont. Hij heeft een hekel aan joden en doet daarom alles om ze dwars te zitten (zoals het handje van Simcha tussen de deur proberen te stoppen).
Perspectief
Het verhaal is geschreven in de ik-perspectief. Je ziet het verhaal door de ogen van Chaja, daardoor weet je veel over haar, je weet wat ze denkt en doet.
Titelverklaring
De titel van het boek is Twee koffers vol, Chaja’s vader heeft twee koffers begraven in de Tweede Wereld Oorlog, in die koffers zitten veel spullen en herinneringen die Chaja’s vader graag wil vinden. Hij kan, volgens hem, verder gaan met leven als hij de koffers gevonden heeft, het is zijn levensdoel. Het is wel vreemd dat de schrijver deze titel als titel gekozen heeft, omdat de twee koffers geen grote rol spelen in het boek.
Thema
Het thema van het boek is het jodendom. Chaja is zelf joods maar doet daar weinig mee, dan komt ze bij de familie Kalman terecht die streng orthodox is en gaat Chaja zich veel meer met het geloof bezig houden.
Motieven
Een paar motieven zijn de jodenhaat van de conciërge en de joodse identiteit van Chaja. Deze motieven hebben allebei te maken met het thema, het jodendom.
Lees verder