Lijst van affixen en woordstammen voor Engels

Warning: Undefined array key 4 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 5 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 6 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 7 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 8 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 9 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 10 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 11 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 12 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 13 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 14 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 15 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 16 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 17 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 18 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 19 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 20 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 21 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 22 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 23 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 24 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Warning: Undefined array key 25 in /data/sites/web/interatenl/subsites/infonu.nl/include/config.inc.php on line 362
Wat is een affix?
Een affix is een stukje woord dat op zichzelf geen woord is, maar gecombineerd wordt met een ander woord. Een eenvoudig voorbeeld voor het Nederland is on-. Dit betekent "niet", maar alleen als je het combineert met woorden zoals geluk, handig, vrede, kunde, etc. Er zijn verschillende soorten affixen:- Prefixen die voor het woord komen, zoals on-
- Suffixen die achter het woord komen, zoals -heid
- Infixen die in het midden van het woord komen, zoals -el voor herhaalde beweging (krabbelen)
- Circumfixen die zowel voor als achter het woord komen, zoals ge- -t/d voor het voltooid deelwoord
Wat is een woordstam?
Een woordstam en een affix zijn vergelijkbaar, maar er zijn enkele verschillen:[OLIST]Hoewel affixen op verschillende plaatsen in het woord voorkomen, komen de verschillende soorten altijd alleen op die plek voor. Een prefix hoort voor het woord en komt dus nooit aan het eind voor. In het midden kan alleen als er een ander prefix nog voor staat. Een woordstam kan vrijer bewegen, zowel naar het begin, eind als het midden. Zo komen we de woordstam "spect" (zien) op alle drie deze plekken tegen: spectator, introspection, inspect.
Affixen kunnen nooit alleen staan, terwijl woordstammen soms ook zelfstandig een woord vormen. Bijvoorbeeld
Wat is het nut?
Veel woorden, vooral moeilijkere woorden, maken gebruik van affixen en woordstammen, dus kennis hiervan betekent dat het makkelijker is om woorden te leren, onthouden en gebruiken. Tijdens het lezen kan dit helpen doordat het niet nodig is om een woord op te zoeken, maar met hulp van de kennis over affixen en woordstammen het woord geraden kan worden.Een tweede voordeel is dat kennis van deze affixen en woordstammen kan helpen bij het leren en begrijpen van andere Germaanse en Romaanse talen. Omdat deze talen ook deels op Grieks en/of Latijn zijn gebaseerd, zullen er veel overeenkomsten zitten dus deze lijst en de woorden in die talen. Andersom is de lijst ook te gebruiken om affixen en woordstammen die je vanuit het Nederlands herkent, beter toe te passen op het Engels en andere Germaanse of Romaanse talen.
Lijst affixen en woordstammen
De affix en woordstammen staan alfabetisch geordend. Naast de betekenis worden er ook twee voorbeelden gegeven. Voor woorden die lastiger te raden zijn, staat de Nederlandse vertaling tussen haakjes. Onder opmerkingen vind je verwijzingen naar andere affixen of stammen die in de voorbeelden te vinden zijn.A
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
a, an | niet, zonder | asocial, anaerobe | zie ook: aero |
ab | weg van, af | abdicate (aftrden), absent (afwezig) | zie ook: di |
ac, acr | scherp | acid (zuur), acupuncture | |
acro | hoog, hoogste | acrophobia, acropolis | zie ook: phob, poli |
ad | naar, tegen | administer (toedienen), adverb (bijwoord) | zie ook: verb |
aero | lucht | aerodynamics, aeroplane (vliegtuig) | zie ook: dyn, ics |
agr | veld | agriculture (landbouw), agrochemical | |
alb | wit | albino, albatross | |
alg | pijn | fibromyalgia, anthralgia | |
alter | ander | alternative, alteration (aanpassing) | |
am | liefde | amorous, amiable | |
ambi | beide | ambivalent, ambidextrous (tweehandig) | |
amphi | rondom | amphitheater, amphibian | |
andr | mannen | polyandry (meerdere mannen hebben), androgynous | zie ook: poly, gyn |
anim | ziel, passie | animated (geanimeerd), animal | |
ann | jaar | annual (jaarlijks), anniversary (jaardag) | |
ante | voordat | antedate, antenatal (voor geboorte) | |
anti | tegen, tegenover | antiwar (antioorlog), antifreeze (antivries) | |
anthrop | mens, man | anthropology, philanthropist | zie ook: logy, phil |
aqua | water | aquarium, aqualung (zuurstoftank) | |
arch | chief, regeerder | archbishop, monarchy | zie ook: mono |
arch | eerste, heel oud | patriarch, archenemy (aartsvijand) | zie ook: patr |
aster, astr | ster | astronaut, asteroid | |
aud | horen | audio, inaudible (onhoorbaar) | |
auto | zelf | autopilot, autobiography | zie ook: bio, graph |
B
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
bell | oorlog | belligerent (oorlogszuchtig), interbellum (tijd tussen oorlogen) | zie ook: inter |
bene | goed | benefactor (gulle gever), benevolent (aardig) | zie ook: fac, vol |
bi | twee | bicycle, bifocals | zie ook: cycl |
bibli | boek | bibliography, bibliophile | zie ook: graph, phil |
bio | leven | biology, biography | zie ook: logy, graph |
brev | kort | brevity (bondigheid), abbreviation (afkorting) | |
by, bye | minder belangrijk | by-product, bystander |
C
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
cad, cid, cas | vallen | cadence (cadans), cascade (vallen van water) | |
cand | wit, gloeiend | incandescent (witgloeiend), candle (kaars) | |
cap | nemen | capture (vangen), encapsulate (hoofdgedachte geven) | zie ook: en |
capit | hoofd | capital (hoofdstad), per capita (per inwoner) | zie ook: per |
carn | vlees | carnivore, carnage (afslachting) | |
cata | naar beneden | catastrophe, cataclysm | |
ced, ceed, cend, cess | gaan, voorrang geven | incessant (onophoudelijk), cede (toegeven) | |
cent | 100 | centimeter, percent | zie ook: meter, per |
chrom | kleur | monochrome, chromatic | zie ook: mono |
chron | tijd | chronological, synchrony | zie ook: syn |
cid, cis | snijden, doden | scissors (schaar), suicide (zelfmoord) | |
circum | rondom | circumvent (omzeilen), circumference (omtrek) | zie ook: ven, fer |
civ | inwoner | civilization, civic (civiel) | |
clam | roepen | clamor (hard geluid, roep), reclamation (terugroepen) | zie ook: re |
clar | helder | clarity (helderheid), clarify (verhelderen) | |
clud, clus | gesloten | secluded (afgelegen), conclusion | zie ook: con |
claus, clos | gesloten | enclosure (omheind terrein), claustrophobia | zie ook: en, phob |
co | samen, met, minder verantwoordelijk | coexist (samen bestaan), copilot | |
corp | lichaam | corporal (lichamelijk), corpse (lijk) | |
com, con, col, cor | samen, met | communal (gemeenschappelijk), conjunction (samenvoeging), collaborate (samenwerken) | zie ook: junc |
contra | tegen, tegenover | contraceptive (anticonceptie), contravene (regels breken) | zie ook: ven |
cord, card | hart | discord (ruzie), cardio-vascular (hart en vaten) | zie ook: dis |
cosm | woord, universum, orde | cosmology, cosmos | zie ook: logy |
counter | tegenover, bijpassend | counterattack (tegenaanval), counterpart (tegenpool) | |
crat, crac | regeren | aristocrat, democracy | zie ook: dem |
cred, cris | geloof, vertrouwen | incredible (ongelofelijk), credence (geloofwaardigheid) | zie ook: in |
crypt | verborgen | cryptogram, cryptic | zie ook: gram |
culp | schuld | culprit (schuldige), culpable (schuldig) | |
cur | verzorging | secure (veilig), curator | |
cycl | cirkel | tricycle (driewieler), cyclone | zie ook: tri |
D
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
de | weg, beneden, gescheiden | deduce (afleiden), dethrone (onttronen) | zie ook: duc |
dec | tien | decade (decennium), decathlon (tienkamp) | |
dem | mensen | demography, demagogue | zie ook: graph |
demi, hemi | half | demigod (halfgod), hemisphere (halfrond) | |
dent, dont | tanden | dentist (tandarts), interdental | zie ook: inter |
derm | huid | dermatology, pachyderm (dikhuid) | zie ook: logy |
dia | door, tussen | diameter, diaphragm (diafragma) | zie ook: meter |
dict | zeggen | dictate (dicteren), verdict (oordeel) | zie ook: ver |
dis, di, dif | niet, weg, gescheiden | dislocated (verstoord), dilate (verwijden) | |
dom | toestand, rang | freedom (vrijheid), dukedom (graafdom) | |
domin | meester | dominate (domineren), anno domini (“het jaar van God”) | zie ook: ann |
down | lager, naar de bodem | downturn (neergang), downstairs (benedenverdieping) | |
duc | leiden | conductor (dirigent), introduce | zie ook: con, intro |
dur | hard, duur (tijd) | duress (dwang), enduring (voortdurend) | zie ook: en |
dyn | kracht | dynamite, dynamic |
E
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
e, es, ex | uit | extract (eruit halen), escape (ontsnappen) | zie ook: tract |
ectomy | operatief verwijderd | appendectomy (blindedarmoperatie) hysterectomy (baarmoederoperatie) | |
electro | elektriciteit | electrocute (electrocuteren), electromagnet | |
en, em | doen worden | encourage (aanmoedigen), empower (macht krijgen) | |
eng | werk, energie | engineer (ingineur), engaged (betrokken) | |
epi | erop | epicenter, epidermal (bovenhuids) | zie ook: derm |
equ | gelijk | equivalent, equidistant (op gelijke afstand) | |
err | wandelen, doelloos | errand (boodschap), erratic (ongeordend) | |
esque | in deze stijl, net als | picturesque (pittoresk), Kafka-esque (Kafka-esk) | |
eu | goed | euphoria, eureka | |
ex | voorheen | ex-wife (ex-vrouw), ex-minister | |
extra | buiten, verder | extraterrestrial (buitenaard), extramarital (buiten het huwelijk) | zie ook: terr |
F
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
fac, fic | maken, doen | factory (fabriek), fictitious (denkbeeldig) | |
fer | dragen, verdragen | confer (overleggen), fertile (vruchtbaar) | zie ook: con |
fid | geloof, vertrouwen | infidelity (ontrouw), perfidious (perfide) | zie ook: per |
fin | eind | finish, finale | |
flect, flex | buigen | reflect, flexible | zie ook: re |
flu | vloeien | confluence (samenvloeien), fluctuate (fluctueren) | zie ook: con |
fold | zo veel keren | twofold (twee maal), fourfold (vier maal) | |
fore | voor, vantevoren | forewarn (voorwaarschuwen), forearm (voorarm) | |
fort | kracht | fortress (fort), comfort (troost) | zie ook: com |
fray, fract | breken | fracture (breuk), frayed (gerafeld) | |
frater | broer | fraternity (broederschap), fraternize | |
fus | schenken | fusion (fusie), profuse (overvloedig) | zie ook: pro |
G
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
gam | huwelijk | polygamy, monogamous | zie ook: poly, mono |
gen | geboorte | congenital (bij de geboorte), genealogy | zie ook: con, logy |
geo | aarde | geography, geopolitical | zie ook: graph |
gnos | weten | agnostic, diagnosis | zie ook: a, dia |
graph, gram | schrijven | phonogram, photograph (foto) | zie ook: phon, phot |
greg | kudde | congregate (samenkomen), gregarious (prettig in omgang) | zie ook: con |
gyn | vrouw | gynecology, androgynous | zie ook: logy, andr |
H
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
helio | zon | heliograph, heliotrope | zie ook: graph |
hemo | bloed | hemorrhage (bloeding), hemoglobin | |
hetero | verschillend | heterosexual, heterodox | |
homo | mens, gelijk | homosexual, homogenous (homogeen) | |
hum | grond | humid (vochtig), humiliate (vernederen) | |
hydr | water | hydropower (waterkracht), hydraulics | zie ook: ics |
hyper | meer, te veel | hypertension, hypersensitive | zie ook: sens |
hypo | onder, minder | hypothermia (onderkoeling), hypocrisy | zie ook: therm, cris (cred) |
I
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
ician | vaardige werker | physician (arts), beautician (schoonheidsspecialist) | |
ics | wetenschappelijke studie, typische actie | electronics, acrobatics | zie ook: electro |
in, im, il | in, erin | impact, illustrate | |
infra | under, minder | infrastructure, infrared | |
inter | tussen | international, internet | |
intro, intr | binnenin | introspection (zelfbespiegeling), intravenous | zie ook: spec |
ism | beweging, gewoonte, toestand | socialism, criticism, magnetism | zie ook: socio |
ism | ziekte, oneerlijk verschil | alcoholism, sexism | |
ist | doet die “ism” of actie | Buddhist, novelist (schrijver) | |
iso | gelijk | isogloss, isotherm | zie ook: therm |
itis | ontsteking | hepatitis, meningitis (hersenvliesontsteking) |
J
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
ject, jac | gooien, werpen | conjecture (vermoeden), ejaculate | zie ook: con, e |
junct | samenvoegen | junction (kruising), subjunctive | zie ook: sub |
jur | uitnemen | conjure (goochelen), perjure (meineed) | zie ook: con, per |
L
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
leg | wet | illegal, legislate (wetten maken) | |
lith | steen | monolith (monoliet), lithograph (litho) | zie ook: mono, graph |
log | spraak | eulogy (lofrede), neologism | zie ook: eu, neo, ism |
logy | studie van | theology, astrology | zie ook: theo, astr |
loqu, loc | spreken | eloquent (welbespraakd), locution (spreekwijze) | zie ook: e |
luc, lum | licht | lucid (helder), illuminate (verhelderen) | zie ook: il |
M
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
magn | groots | magnificent, magnanimous (edelmoedig) | zie ook: anim |
mal | slecht | malodor (stank), malady (ziekte) | |
man | hand | manual (handleiding), manipulate | |
manship | kunst, vaardigheid | craftsmanship (vakmanschap), horsemanship (rijkunst) | |
mar | zee | submarine (onderzeeer), marina (jachthaven) | zie ook: sub |
mater, matr | moeder | maternity (moederschap), matricide (moedermoord) | zie ook: cid |
medi | midden | mediocre (gemiddeld), median (mediaan) | |
mega | miljoen, groot, groots | megalomania (grootheidswaanzin), megaton | |
meta | verandering, verder | metaphysical, metamorphosis | zie ook: physic, morph, osis |
meter, metr | meten | thermometer, metric (metriek) | zie ook: therm |
micro | klein | microfilm, microphone | zie ook: phon |
mid | midden | midwinter, mid-July | |
mini | heel klein | miniskirt (minirok), minibreak (minivakantie) | |
mis | slect, verkeerd, gebrek aan | mistrust (wantrouwen), misbehave (misdragen) | |
mit, mis, miss | sturen | permission (toegestaan), mitigate (verzachten) | zie ook: per |
mock | doen alsof | mock-serious, mockery (persiflage) | |
mono | een | monologue, monotone | zie ook: log |
morph | vorm | amorphous (vormloos), morpheme (morfeem) | zie ook: a |
mort | dood | immortal (onsterfelijk), mortality (sterfelijkheid) | |
most | dichtstebij, meest naar | northernmost (noordelijkst), topmost (bij de top) | |
multi | veel | multicolored (veelkleurig), multinational |
N
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
nav | schip, zeilen | navy (marine), navigate | |
neo | nieuw | neoclassical, neophyte (nieuwbekeerde) | |
neuro | zenuwen | neurosurgeon (neurochirurg), neurotic | |
non | niet | nonviolence (niet gewelddadig), nonfiction | |
nom | wet, orde | autonomy, economy | zie ook: auto |
nv | nieuw | invent (uitvinden), invigorating (verfrissend) |
O
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
omni | alle | omnipresent (alomaanwezig), omnivore (alleseter) | |
onym | naam | synonym, homonym | zie ook: syn, homo |
ortho | recht, correct | orthodontist, orthography (schrijfwijze) | zie ook: dont, graph |
osis | ziekte, process | neurosis, hypnosis | zie ook: neuro |
osteo | botten | osteoporosis, osteopath | zie ook: osis, path |
out | buiten, verder, beter doen | outbreak (uitbraak), outwit (verschalken) | |
over | te veel, toevoegen | overpopulation, overtime (overwerk) | |
over | boven, verder, bedekt | overhanging, overcoat (overjas) |
P
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
paleo | extreme oud | paleontology, paleobotany | zie ook: logy |
pan | alle | pandemic, pan-African | zie ook: dem |
para | naast, verder, vergelijkbaar | paranormal, paramilitary | |
pater, patr | vader | paternal (vaderlijk), patricide (vadermoord) | zie ook: cid |
path | gevoel | sympathy, pathetic (belachelijk), sociopath | zie ook: sym, socio |
ped | kind | pediatrician (kinderarts), pedagogy (opvoedkunde) | zie ook: ician, logy |
ped, pod | voet | impede (belemmeren), pedal | |
pel, puls | duwen | propel (voortduwen), compulsive | zie ook: pro, com |
pend | hangen, vangen | pendulum (pendule), pending (aanhangig) | |
per | doorheen | impervious (ondoordringbaar), perpetuate (bestendigen) | |
peri | rondom | periscope, perimeter (omtrek) | zie ook: scop, meter |
phil | liefde | philanderer (vrouwengek), hydrophilic (waterliefhebber) | zie ook: hydr |
phob | vrees | phobic (angstig), arachnophobia (spinnenangst) | |
phon | geluid, stem | phonetics (fonetiek), telephone | zie ook: ics, tele |
phot | licht | photosynthesis, photosensitive (lichtgevoelig) | zie ook: syn, osis, sens |
physi | natuur, natuurlijk | physique (lichaamsbouw), physiotherapy | |
plac | tevreden stellen | placate (tevreden houden), placid (rustig) | |
plic, plex, ply | vouwen | complicated (moeilijk), perplex | zie ook: com, per |
poli | stad | metropolis, cosmopolitan | zie ook: cosm |
poly | veel | monopoly, polyglot (meertalig) | zie ook: mono |
pom, pon, pos | zetten, leggen | position, proponent (voorstander | zie ook: pro |
port | dragen | deport (deporteren), portal | zie ook: de |
post | erna | postpone (uitstellen), post-war (naoorlogs) | zie ook: pon |
pre | ervoor | prepare (voorbereiden), pre-arranged (voorgearrangeerd) | |
pro | naar voren, ervoor | propulsion (voortstuwing), progeny (nageslacht) | zie ook: puls (pel), gen |
prob | bewijzen | probation (proefperiode), improbable (onwaarschijnlijk) | |
proof | kan niet geschaad worden door | soundproof (geluidsdicht), bulletproof (kogelvrij) | |
proto | eerste | prototype, protoplasm | |
pseudo | vals | pseudonym, pseudoscience (pseudowetenschap) | zie ook: onym |
psych | brein | psychiatry, psychology | zie ook: logy |
pyr | vuur | pyre (brandstapel), pyromania |
Q
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
quad, quart | vier | quarter (kwart), quadruple (verviervoudigen) | |
quasi | deels, vals | quasi-judicial (quasigerechtelijk), quasi-scientific (quasiwetenschappelijk) |
R
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
radi | golven | radio, radioactive | |
re | terug, opnieuw | replay (herspelen), rewrite (herschrijven) | |
reg, rect | regeren, recht | regal (koninklijk), rectangular (rechthoekig) | |
retro | terug | retrospect (terugblik), retrogress (teruggaan) | zie ook: spect |
ridden | te veel, te vol | guilt-ridden (vol schuld), insect-ridden (vol insecten) | |
rupt | breken | eruption (uitbarsting), interrupt (onderbreken) | zie ook: e, inter |
S
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
sat | genoeg | saturated (verzadigd), satisfied (tevreden) | |
scop | kijken | telescope, microscope | zie ook: tele, micro |
scrib, script | schrijven | describe (beschrijven), scripture (heilig boek) | |
sed, sid, sess | zitten | sedentary (zittend), session | |
self | van, naar, voor zelf | self-addressed (aan jezelf geadresserd), self-portrait (zelfportret) | |
semi | half | semifinal (halve finale), semi-detached (twee-onder-een-kap) | zie ook: fin |
sent, sens | voelen | sensitive (gevoelig), sentimental | |
sequ | volgen | inconsequential (onbelangrijk), sequel (vervolg) | zie ook: in, con |
ship | positie, kunst, vaardigheid, hele groep | friendship (vriendschap), scholarship (geleerdheid), membership (lidmaatschap) | |
socio | sociaal | sociology, socio-economic | zie ook: logy |
sol | zon | parasol, solarium | zie ook: para |
sol | één | solo, solitary (eenzaam) | |
solv | bevrijden, los maken | resolve (oplossen), solvent (oplosser) | zie ook: re |
soph | verstandig | sophisticated (geavanceerd), philosophy | zie ook: phil |
spec, spic, spect | kijken | spectator (toeschouwer), inspect | |
sphere | lucht rondom de aarde | atmosphere, stratosphere | |
spir | ademen | respiration (ademhaling), aspiration (doel) | |
step | familie door huwelijk | stepfather (stiefvader), stepchildren (stiefkinderen) | |
sub | onder, deel, minder belangrijk, bijna | subway (metro), subsection (onderdeel), subcommittee, subtropical | zie ook: com, mit |
super | boven, over | superintendent (opzichter), supernatural (bovennatuurlijk) | |
syn, sym, syl | samen, met, delen | symbiosis, synthesize | zie ook: bio, osis |
T
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
tang, tact | raken | tangible intact | |
techn | kunst, vaardigheid | technology, technophobia | zie ook: logy, phob |
tele | ver | television, telepathy | zie ook: vis, path |
tempor | tijd | temporary (tijdelijk), temporal (temporeel) | |
ten, tin, tain | houden | maintain (behouden), tenure (ambt) | |
tend, tent | strekken | extent (bereik), tendency | zie ook: ex |
terr | aarde | interred (begraven), territory | |
theo | god | theology, theosophy | zie ook: logy, soph |
therm | hitte | thermal (termaal), thermostat | |
tort | draaien | distort (verdraaien), contort (misvormen) | zie ook: dis, con |
tract | trekken, aantrekken | contract, tractor | zie ook: con |
trans | over, tussen | transcend (overstijgen), trans-Siberia | zie ook: cend |
tri | drie | tripod (statief), trimester | zie ook: pod (ped) |
U
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
ultra | verder, extreme | ultraviolet ultramodern | |
umbr | schaduw | umbrella (paraplu), adumbrate (schetsen) | zie ook: ad |
under | te weinig, onder, binnen, minder belangrijk | undercooked (te weinig gekookt), underpass (tunnel), undergarment (ondergoed), underling (ondergeschikte) | |
uni | een, enkel | uniform, united (verenigd) | |
up | hoger, niet op zijn plaats | upgrade, uprooted (ontworteld) | |
urb | stad | suburb (buitenwijk), urban (stads) | zie ook: sub |
V
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
vac | leeg | evacuation, vacant | zie ook: e |
ven | komen | convene (samenkomen), adventure (avontuur) | zie ook: con, ad |
ver | waar(heid) | verify (verifieren), veracity (waarheid) | |
verb | woord | verbal (woordelijk), verbatim (letterlijk) | |
vert, vers | (om)draaien | conversion (omwisseling), revert (terug gaan) | zie ook: con, re |
via | weg | viable (mogelijk), viaduct | zie ook: duct |
vic, vice | vervanger, volgende in rang | vice-president, viceroy (onderkoning) | |
vid, vis | zien | video, supervision (surveillance) | zie ook: super |
viv | leven | vivacious (levendig), survive (overleven) | |
voi, voke | roepen, stem | invoke (aanroepen), voiceover | zie ook: in |
vol | willen, wensen | voluntary (vrijwillig), convoluted (gecompliceerd) | zie ook: con |
volv | rollen | revolve (rondgaan), involve (aangaan) | zie ook: re, in |
W en Z
Affix / Stam | Betekenis | Voorbeelden | Opmerkingen |
---|---|---|---|
ware | gemaakt van, gebruikt bij | silverware (zilverwerk), tableware (tafelgerei) | |
zo | dier | zoo (dierentuin), zoology | zie ook: logy |