Leesproblemen: zwak begrijpend lezen
Een zwak begrijpende lezer is een lezer die moeite heeft met het begrijpen van een gelezen tekst. Omdat onze maatschappij talig is, is het begrijpen van geschreven teksten zeer belangrijk. Er kunnen verschillende oorzaken onderkend worden waarom een lezer de tekst niet begrijpt. Het is wel van belang het probleem te onderkennen en hier aandacht aan te besteden.
Oorzaken zwak begrijpend lezen
Er zijn verschillende oorzaken aan te wijzen waarom een leerling zwak begrijpend leest. Vaak zal de oorzaak een combinatie zijn van verschillende factoren:
- De lezer heeft een probleem met de directe woordherkenning.
- De lezer heeft een te kleine woordenschat.
- De lezer is een beelddenker.
- De algemene kennis van de lezer schiet tekort.
- De lezer heeft foute lees strategieën aangeleerd.
- De lezer heeft geen motivatie om de tekst te lezen en te begrijpen.
Directe woordherkenning
Wanneer kinderen veel moeite moeten doen om woorden te herkennen, is het voor hen vaak ook moeilijk om ook nog aandacht te hebben voor de betekenis van het woord. Hierdoor is het bijna onmogelijk om de te lezen tekst te begrijpen. Voor begrijpend lezen is de directe woordherkenning van groot belang.
Kleine woordenschat
Wanneer een woord gelezen wordt, maar de lezer weet niet wat het woord betekent, dan is het ook niet mogelijk om begrijpend te kunnen lezen. Lezers die een grote woordenschat hebben, zijn meestal goed in begrijpend lezen, terwijl lezers die een kleine woordenschat hebben meestal zwak begrijpende lezers zijn.
Beelddenker
Een beelddenker is een lezer die zinnen visualiseert. Beelddenkers lezen het woord, zetten dit woord in hun hoofd om in een beeld (plaatje) en vertellen daarna wat er op het plaatje staat. Normaliter gaat dit goed, maar bij zeer abstracte verhalen, of wanneer taal figuurlijk wordt gebruikt, hebben beelddenkers vaak moeite om de tekst voldoende te begrijpen.
Algemene kennis
Vaak doen teksten een beroep op de kennis die de lezer heeft van de wereld. Het is voor een lezer, die een goede algemene ontwikkeling heeft, makkelijker om een tekst te begrijpen dan een lezer die de tekst niet kan plaatsen en daardoor geen idee heeft waar de tekst over gaat. In veel informatieve teksten wordt er verwezen naar begrippen waarvan verwacht wordt dat deze begrippen bekend zijn.
Leesstrategieën
Een goede lezer maakt (onbewust) gebruik van leesstrategieën. Een goede leesstrategie bestaat uit de volgende stappen:
- Bepaal het leesdoel.
- Bepaal aan de hand van de titel waar de tekst waarschijnlijk over gaat.
- Ga na wat je al weet over het onderwerp.
- Lees enkele zinnen en bepaal aan de hand hiervan het teksttype (informatief, verhalend, ...).
- Lees verder en leg verbanden tussen de gelezen zinnen, alinea’s en je kennis over het onderwerp.
- Bepaal de hoofdgedachte van de tekst.
- Maak in gedachte een samenvatting van de tekst.
- Beoordeel de tekst.
Een zwak begrijpende lezer heeft vaak niet de beschikking over goede leesstrategieën of past deze niet goed toe. Voor een zwak begrijpende lezer is het dan ook van belang dat hij leesstrategieën leert en leert om deze toe te passen.
Leesmotivatie
Een lezer die geen motivatie heeft om de tekst te lezen, zal nooit moeite doen om goed te gaan lezen. Zolang de lezer niet het belang inziet om goed te leren lezen, zal de lezer een zwak begrijpende lezer blijven.
Het is van belang om niet gemotiveerde lezers teksten te geven die hun interesse wekt. Geef de lezer spannende verhalen of informatieve teksten waar hun interessegebied ligt. Lees ook veel (interessante en spannende) verhalen voor, zodat ze geprikkeld worden om zelf te gaan lezen.
Aanpak zwak begrijpend lezen
Hardop denken
Laat de lezer hardop denken. Stel tijdens het lezen vragen over de tekst. Door de juiste vragen te stellen leert de lezer een goede leesstrategie te ontwikkelen. Stel ‘wie, wat, waar, waarom, waarover vragen: Waar gaat het verhaal over? Wie is de hoofdpersoon? Waarom deed hij dat? Etc.
Uitleg leesstrategieën
Geef uitleg over leesstrategieën. Als een kind er aan toe is, kan de leesstrategie ook uitgelegd worden. De lezer kan verteld worden om op de titel te letten, om te kijken welke zinnen belangrijk zijn, hoe de tekst is opgebouwd. Zo kan de lezer leren dat lezen niet alleen foutloos woorden opzeggen betekent, maar dat de tekst ook daadwerkelijk iets wil vertellen.
Discussie en reflectie
In kleine groepjes kunnen verschillende lezers bij elkaar zitten en samen de tekst doorlezen. De tekst wordt hardop doorgelezen en de lezers kunnen de tekst doornemen door hardop te denken en elkaar vragen te stellen over de tekst.
Motivatie
Geef de zwak begrijpende lezer teksten te lezen die hij leuk vindt. Laat hem spannende verhalen lezen die niet te moeilijk zijn. Zo zal de motivatie om te gaan lezen toenemen.
Lees verder