Een draadje van tijd
Hoe maak je kinderen duidelijk wat ‘tijd’ is? Kinderen hebben nog geen uitgebreid ontwikkeld tijdbesef. Om ze toch een idee van de hoeveelheid verstreken tijd te geven, kunnen we gebruik maken van allerlei visuele hulpmiddelen. Met deze hulpmiddelen brengen we zoveel mogelijk concrete gebeurtenissen in beeld. We maken een draadje van tijd!
Besef van Tijd
Het idee van verstreken tijd is een behoorlijk abstract iets. Het is eenvoudig genoeg om het verschil te weten tussen vanmorgen, gisteren, vorig jaar. Dankzij concrete gebeurtenissen op die momenten is het helder en inzichtelijk te maken. Bijvoorbeeld: Vanmorgen heb ik mijn nieuwe boek gelezen, gisteren was ik jarig, vorig jaar zijn we verhuisd. Concreet en dus duidelijk. Het wordt voor volwassenen al een stuk ingewikkelder als we het hebben over honderd jaar geleden, tweehonderd jaar geleden of vierhonderd jaar geleden. Het is allemaal vóór onze geboorte, we weten niets behalve wat anderen ons verteld of geschreven hebben. Of we het nu over honderd jaar geleden hebben (de Eerste Wereldoorlog), over tweehonderd jaar geleden (Na de Franse tijd ontstond het Koninkrijk der Nederlanden) of over vierhonderd jaar geleden (Ten tijde van het Twaalfjarig bestand tijdens de Tachtigjarige Oorlog), het klinkt en voelt allemaal als ‘lang geleden’. Ook hier kunnen we ons dankzij de concrete gebeurtenissen proberen een voorstelling te maken. Voor kinderen ligt dat allemaal veel moeilijker. Kinderen hebben nog geen volledig ontwikkeld tijdbesef en hun eigen historie is zo kort, dat bijna alle historische gebeurtenissen voor hen ‘lang geleden’ zijn. Vinden volwassenen het gebruik van visuele hulpmiddelen om te historie te begrijpen wenselijk, voor kinderen is het absoluut noodzakelijk.
Concreet maken
Voor kinderen maken we in het geschiedenisonderwijs daarom de geschiedenis zo visueel mogelijk. Afbeeldingen, foto’s en films kunnen daarbij helpen. Vergeet ook de kracht van verhalen niet. Een goede geschiedenisles bestaat voor een belangrijk deel uit verhalen, hoe mensen dachten, voelden, woonden, werkten en leefden. Een goed, beeldend verteld verhaal maakt op kinderen een diepe indruk.
Afbeeldingen
Een verhaal is een soort momentopname. Na het vertellen ervan gaan de kinderen over tot de orde van de dag. Het is goed om het verhaal te ondersteunen met afbeeldingen, die zichtbaar worden opgehangen. Als die afbeeldingen dan ook in een logische volgorde worden opgehangen, dan wordt het kinderen duidelijk hoe geschiedenis in elkaar zit: een reeks elkaar opvolgende gebeurtenissen. Hiervoor kun je hulpmiddelen gebruiken, zoals de tijdlijn of tijdbalk.
De tijdlijn
Een tijdlijn is een lange strook papier, of een aantal aan elkaar geplakte stroken papier. Op de strook papier kan met kleuren een lijn- en vlakverdeling worden gemaakt, zodat een aantal opeenvolgende tijdvakken te zien zijn. In elk segment worden afbeeldingen geplaatst, die gebeurtenissen uit die periode voorstellen. Een alternatief is een lange waslijn. Aan de waslijn kun je met wasknijpers kaartjes en afbeeldingen hangen.
Probleem
Tijdlijnen en waslijnen zijn een prima middel, maar ze zijn noodzakelijkerwijs niet helemaal accuraat. Je wil er zoveel mogelijk op laten zien. Als de tijdlijn niet op schaal is (en dat is vaak het geval), dan lijken lange tijdvakken van heel lang geleden precies even lang als een heel kort tijdvak uit de recente geschiedenis. Je ziet ze wel eens in klaslokalen hangen, een tijdlijn waarop je in het laatste stuk van een meter de gebeurtenissen van de laatste duizend jaar ziet afgebeeld. Een de andere kant van de tijdlijn is er ruimte om de tijd van de dinosaurussen af te beelden. Dat is natuurlijk absoluut onjuist. De schaal van deze tijdlijn is zo fout, dat kinderen een heel merkwaardig tijdbesef ontwikkelen. Als je voor de laatste duizend jaar één meter nodig hebt, dan heb je voor een tijdlijn waar je ook dino’s op tegenkomt ongeveer 65 kilometer nodig. Wil je ook op dezelfde tijdlijn het ontstaan van het zonnestelsel vermelden, dan heb je een tijdlijn nodig die verschillende keren om de hele aarde loopt. Als je dit soort beelden overigens aan kinderen uitlegt, dan geeft dat wel een indruk van de enorme hoeveelheid verstreken tijd.
Oplossen
Tijdlijn. Er wordt steeds klein stukje op een nieuwe, grotere tijdlijn uitgelicht
De oplossing zit in lijnen, waaruit segmenten worden belicht. Zo maak je een lijn waarop de geschiedenis van het leven op aarde voorkomt, een lijn die een half miljard jaar beslaat. Met lijntjes geef je een deelgebied aan, dat verwijst naar een tweede lijn. Hierop kun je al meer details laten zien. Op een derde lijn, op zijn beurt een deelgebied van de tweede lijn, komen de concrete gebeurtenissen uit de betreffende periode.
Heel concreet
Als je met kinderen een tijdlijn opzet, is het verstandig om te beginnen met gebeurtenissen die herkenbaar zijn. Bijvoorbeeld hun eigen belangrijke gebeurtenissen. Het moment dat ze in de huidige groep kwamen, de eerste schooldag op de basisschool, hun geboorte, de geboorde van hun ouders en grootouders. Herkenbare momenten en gebeurtenissen, die kinderen helpen het begin van een tijdbesef te ontwikkelen. Met foto’s, misschien zelfs geboortekaartjes, kan de tijdlijn worden ingevuld. En vanaf dat moment kun je verder terug in de tijd. Door steeds een verhaalde gebeurtenis meteen te koppelen aan de juiste positie op de tijdlijn, krijgen kinderen een idee van tijd, van geschiedenis, en vandaar naar historisch perspectief.
Lees verder