Rekenspelletjes: rekendomino

Er is eigenlijk maar één manier om rekenvaardigheden onder de knie te krijgen: er moet meer geoefend worden. Dat valt niet altijd mee. Oefenen kost een hoop inspanning en het is soms erg saai. Zijn er problemen met automatiseren en memoriseren van tafelsommetjes of ander rekenwerk? Met rekenspelletjes oefent je kind op een simpele en leuke manier. Het het leuke is, veel rekenspelletjes kun je heel gemakkelijk zelf maken!

Rekenen op de basisschool

In de moderne, realistische rekenmethodes wordt veel aandacht besteed aan het rekeninzicht. Een goed keuze, want het is belangrijk dat kinderen weten wat ze doen, als ze met getallen in de weer zijn. Voor sommige kinderen zit er echter keerzijde aan al dat inzichtelijke werk: er is soms nét te weinig tijd om alle nodige sommen te automatiseren en te memoriseren. Deze kinderen zitten lang op simpele sommen, tellen vaak alles nog uit, of moeten allerlei denkstappen in het hoofd doorlopen om bij de uitkomst te komen van sommen als 15 + 8, 6 x 7, 33 – 6. Basaal werk, sommen onder de honderd.

Oefenwerk

Natuurlijk wordt op school ook geoefend en krijgen kinderen het nodige aan opdrachten, werkbladen, oefenboekjes, etc. Maar het is niet altijd voldoende. De leerkracht gaat in de rekenles vaak verder in de rekenmethode, hopend dat mettertijd de snelheid er wel in komt. Dat betekent, dat kinderen in de volgende lessen twee problemen hebben, de stof en de snelheid. Als rekenen niet je sterkte kant is, kan dit een bron van frustratie worden. En dan wordt leren wel moeilijk.

Thuis

Ouders willen graag een handje toesteken. Er kan ook thuis worden geoefend. Samen oefenen kan best leuk zijn. Werkbladen en oefenboekjes zijn meestal toch niet de goede keuze. Kinderen werken op school al met dat materiaal. Een betere keus is: gebruik maken van rekenspelletjes!

Rekendomino zelf maken

Een rekendomino is leuk om te spelen. Kinderen oefenen spelenderwijs, zijn vaak zo verdiept in het spel dat ze niet in de gaten hebben dat er ook wordt gerekend. Het leuke van een rekendomino is ook, dat je deze heel gemakkelijk zelf maakt. Het zelf maken is ook leuk om samen met je kind te doen.

Wat heb je nodig

Een dominospel bestaat uit een set kaartjes. Je kunt zelf kiezen hoeveel kaartjes je in het spel wil brengen, maar meestal zal het om een stuk of 40 kaartjes gaan. Het hangt ook een beetje af van het aantal spelers. De kaartjes zijn rechthoekig. Elk kaartje is met een lijn verdeeld in twee helften.

Wat schrijf je erop?

• Pak het eerste kaartje. Schrijf aan de rechterkant een som, bijvoorbeeld: 5 x 6.
• Pak het tweede kaartje. Schrijf aan de linkerkant de uitkomst van het vorige kaartje, dus: 30
• Schrijf aan de rechterkant van dit tweede kaartje een nieuwe som, bijvoorbeeld: 8 x 3
• Pak het derde kaartje. Schrijf aan de linkerkant de uitkomst van het vorige kaartje, dus: 24
• Schrijf aan de rechterkant van dit derde kaartje een nieuwe som, bijvoorbeeld: 3 x 3
• Pak het vierde kaartje, etc.
• Zijn alle kaartjes op, pak dan het eerste kaartje. Hier staat aan de linkerkant nog niets, dus hier schrijf je de uitkomst van het laatste kaartje.

De cirkel is rond, er kan gespeeld worden!

Het spel

• Je speelt het rekendomino met twee tot maximaal vier spelers.
• Als je met twee spelers speelt, verdeel je de kaartjes over drie stapels. Iedere speler krijgt één stapel, de derde stapel blijft over. Deze stapel wordt gebruikt als je in een beurt niets kunt leggen.
• Speel je met drie of vier spelers, dan verdeel je de kaartjes over de spelers.
• Speler 1 begint en legt het eerste kaartje neer.
• Speler 2 probeert aan te leggen. Som en uitkomst moeten tegen elkaar liggen en moeten uiteraard met elkaar kloppen.
• Als je met twee spelers bent, moet je een kaartje van het derde stapeltje nemen, als je niets kunt aanleggen. De beurt gaat voorbij.
• Als je met drie of vier spelers bent en je kunt niets aanleggen, dan gaat gewoon je beurt voorbij.

Degene die het eerste al zijn kaartjes op heeft, is de winnaar van het spel. Als niemand meer kan aanleggen en de kaartjes waren nog bij niemand op, dan is het spel ook afgelopen. Winnaar is dan degene die het minste aantal kaartjes over heeft gehouden.

Neerleggen

Hoe je de kaartjes precies neerlegt, mag je zelf weten – bijna dan. Kaartjes mogen naast elkaar liggen, maar je mag ook een hoek maken. De kaartjes komen dus altijd in verticale of horizontale lijnen te liggen. Maak niet teveel bochten, dat maakt aanleggen lastiger. Belangrijk is, dat de gelegde sommen altijd moeten kloppen.

Sommen

Welke sommen je kiest om om de dominokaartjes te schrijven is afhankelijk van het niveau dat geoefend moet worden. Als je twijfelt welke types sommen je het beste kunt nemen, kun je dat natuurlijk even aan de leerkracht van je kind vragen. Kies in ieder geval voor hoofdrekensommen, waar dus geen papier of rekenmachines aan te pas moeten komen. Op het moment dat er hulpmiddelen ingezet moeten worden, wordt er niet meer geoefend, geautomatiseerd en gememoriseerd. Kies dus voor tafelsommen, of voor erbij- of eraf-sommen ónder de honderd.

Mooi maken

Je kunt voor je dominospel gebruik maken van gewoon A4-papier. Maar hoe mooier je het spel maakt, hoe meer interesse je kind erin zal hebben. Gekleurd papier, het liefst een beetje steviger, doet het altijd beter. Veel speelplezier!

Lees verder

• Sommen oefenen: Maak rekenspelletjes voor thuis
• Memory, geheugenspelletje om zelf te maken