Frans: Franse telwoorden
Frans is een lastige taal. Meer dan eens struikelen we in een van onze favoriete vakantielanden over de specifieke grammaticale regeltjes van het Frans. Dit geldt niet in het minst voor de hoofdtelwoorden en rangtelwoorden. De telwoorden tot 10 of 20 gaan meestal wel. Maar wat nu als je 22 croissants bestelt in plaats van 2? Of als je iemand voor het vieren van je 35e verjaardag wil uitnodigen op nummer 98?
Onderstaande schema’s kunnen hier uitkomst in bieden. Je vindt er de meest gebruikte Franse hoofdtelwoorden en rangtelwoorden, en handige regels voor het vormen ervan.
Franse hoofdtelwoorden (nombres cardinaux)
Hoofdtelwoorden tot 70
1 | un |
2 | deux |
3 | trois |
4 | quatre |
5 | cinq |
6 | six |
7 | sept |
8 | huit |
9 | neuf |
10 | dix |
11 | onze |
12 | douze |
13 | treize |
14 | quatorze |
15 | quinze |
16 | seize |
17 | dix-sept |
18 | dix-huit |
19 | dix-neuf |
20 | vingt |
21 | vingt et un |
22 | vingt-deux |
29 | vingt-neuf |
30 | trente |
31 | trente et un |
32 | trente-deux |
39 | trente-neuf |
40 | quarante |
50 | cinquante |
60 | soixante |
Als je de telwoorden tot en met 16 en alle tientallen onder de 70 kent (vingt, trente, quarante, cinquante en soixante) kun je met deze kennis alle overige hoofdtelwoorden betrekkelijk eenvoudig vormen. Je maakt ze door de telwoorden onder de 10 achter het tiental te plaatsen. Je verbindt het tiental en het telwoord onder de 10 met behulp van een liggend streepje. Je noemt hierbij eerst het tiental, en daarna pas het telwoord onder de 10. Dit lijkt voor ons Nederlanders onnatuurlijk maar deze volgorde is in veel talen, waaronder het Engels het Spaans, heel gebruikelijk. Terug naar het Frans: 39 bijvoorbeeld vorm je door het tiental ‘trente’ te verbinden met het telwoord ‘neuf’, waardoor je ‘trente-neuf’ krijgt (letterlijk: ‘dertig-negen’). 52 wordt cinquante-deux (‘vijftig-twee’), 67 wordt soixante-sept (‘zestig-zeven’), enzovoorts.
Een uitzondering vormen 21, 31, 41, 51 en 61. Deze telwoorden vorm je door ‘et un’ aan het tiental toe te voegen. Hierbij hoef je geen liggende streepjes te gebruiken: ‘vingt et un’, ‘trente et un’, en zo verder.
Hoofdtelwoorden van 70 tot 80
70 | soixante-dix |
71 | soixante et onze |
72 | soixante-douze |
79 | soixante-dix-neuf |
Voor de telwoorden vanaf 70 hebben de Fransen een nogal omslachtig systeem uitgedokterd. 70 wordt gevormd door de combinatie van 60 en 10, of liever gezegd 60 + 10. Je krijgt zo dus ‘soixante-dix’. 71 wordt dan logischerwijs ‘soixante et onze’ (‘zestig en elf’); ‘onze’ komt immers na ‘dix’. Zo kun je doorgaan tot 79, ofwel 60 + 19: ‘soixante-dix-neuf’.
Hoofdtelwoorden van 80 tot 100
80 | quatre-vingts |
81 | quatre-vingt-un |
82 | quatre-vingt-deux |
90 | quatre-vingt-dix |
91 | quatre-vingt-onze |
92 | quatre-vingt-douze |
99 | quatre-vingt-dix-neuf |
Na het optellen laten de Fransen ook het vermenigvuldigen de revue passeren. 80 wordt ‘quatre-vingts’ genoemd. Dit valt letterlijk te vertalen als ‘vier twintigen’, en wordt wat vrijer vertaald dus ‘vier maal twintig’, wat inderdaad 80 oplevert. Tot en met 99 voeg je, al naar gelang het getal dat je wil vormen, een van de telwoorden tussen 1 en 19 toe. Dit leid je weer in met het bekende liggende streepje. Let er wel op dat je hierbij de ‘s’ van ‘quatre-vingts’ weglaat.
In sommige Franstalige regio’s heeft men het wat handiger aangepakt. In Wallonië, Zwitserland, Val d’Aosta, Rwanda en Zaïre, duiken 70, 80 en 90 ook simpelweg op als respectievelijk ‘septante’, ‘huitante’ of ‘octante’, en ‘nonante’. Hoewel deze vormen een stuk makkelijker aan te leren zijn, is het niet raadzaam te gebruiken als je voor een echte Fransman/vrouw wil doorgaan en ook je docent(e) zal het waarschijnlijk niet op prijs stellen. De vormen ‘septante’, ‘octante’ of ‘huitante’ en ‘nonante’ maken nu eenmaal geen deel uit van de Franse standaardtaal en het zal dan ook niet iedereen direct duidelijk zijn wat je bedoelt als je ze gebruikt.
Hoofdtelwoorden vanaf 100
100 | cent |
101 | cent un |
102 | cent deux |
120 | cent vingt |
129 | cent vingt-neuf |
190 | cent quatre-vingt-dix |
199 | cent quatre-vingt-dix-neuf |
200 | deux cents |
300 | trois cents |
900 | neuf cents |
999 | neuf cent quatre-vingt-dix-neuf |
1000 | mille |
1001 | mille un |
1020 | mille vingt |
1029 | mille vingt-neuf |
1080 | mille quatre-vingts |
2000 | deux mille |
3000 | trois mille |
3300 | trois mille trois cents |
3399 | trois mille trois cent quatre-vingt-dix-neuf |
10.000 | dix mille |
20.000 | vingt mille |
20.300 | vingt mille trois cents |
70.000 | soixante-dix mille |
90.000 | quatre-vingt-dix mille |
99.999 | quatre-vingt-dix-neuf mille neuf cent quatre-vingt-dix-neuf |
100.000 | cent mille |
1.000.000 | un million |
Als je weet dat ‘cent’ het woord voor ‘honderd’ is, kun je eenvoudig alle honderdtallen vormen. Bij een veelvoud van honderd komt er een ‘s’ achter ‘cent’. Het zijn immers eigenlijk meerdere honderden; ‘deux cents’ ofwel ‘twee honderden’, ‘trois cents’ ofwel ‘drie honderden’, enzovoorts.
Het woord voor ‘duizend’ is ‘mille’, en veelvouden van duizend vorm je simpelweg door er een telwoord vóór te zetten, zoals je ook honderdtallen vormt. Bij een veelvoud van duizend komt er echter géén ‘s’ achter ‘mille’. Verder blijven vanaf honderd alle hierboven beschreven regels van toepassing.
Franse rangtelwoorden (nombres ordinaux)
1e | premier / première |
2e | deuxième |
3e | troisième |
4e | quatrième |
9e | neuvième |
17e | dix-septième |
85e | quatre-vingt-cinquième |
100e | centième |
1.000e | millième |
Aan de hand van de hoofdtelwoorden (een, twee, drie, et cetera) kun je de rangtelwoorden (eerste, tweede, derde, et cetera) in een handomdraai afleiden. Er is één simpele hoofdregel die (bijna) altijd opgaat: voeg ‘ième’ toe aan het hoofdtelwoord. Voor hoofdtelwoorden die eindigen op een –e geldt echter dat deze –e wordt geschrapt: ‘quatre’ wordt ‘quatrième’, ‘onze’ wordt ‘onzième’, ‘seize’ wordt ‘seizième’, ‘soixante’ wordt ‘soixantième’, enzovoorts. De –f van ‘neuf’ wordt vervangen door een ‘v’; ‘neuf’ wordt ‘neuvième’.
Rangtelwoorden worden vaak gebruikt om naar zelfstandige naamwoorden te verwijzen. Het rangtelwoord beschrijft dan een eigenschap van een bepaald zelfstandig naamwoord en gedraagt zich dus eigenlijk als een bijvoeglijk naamwoord. Normaal gesproken past het bijvoeglijk naamwoord in het Frans zich aan aan het geslacht van het zelfstandig naamwoord. Je zegt ‘le petit garçon’, omdat het zelfstandig naamwoord ‘garçon’ mannelijk is, maar ‘la petite fille’ (het kleine meisje) omdat het zelfstandig naamwoord ‘fille’ vrouwelijk is. Bij rangtelwoorden is dit niet het geval: de uitgang blijft altijd ‘ième’, ongeacht of het zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk is. Het rangtelwoord wordt ook altijd vóór het zelfstandig naamwoord gezet: ‘la troisième fille’ (het derde meisje) en ‘le quatrième garçon’ (de vierde jongen).
De enige uitzondering vormt het rangtelwoord ‘eerste’. Dit rangtelwoord wordt niet gevormd door er ‘-ième’ aan toe te voegen, maar bestaat uit een apart woord; ‘premier’ voor mannelijke vormen, ‘première’ voor vrouwelijke vormen. ‘De eerste jongen’ wordt zo ‘le premier garçon’, en ‘het eerste meisje’ wordt ‘la première fille’.
Lees verder