Engels: Engelse telwoorden
Engels is een enorm grote taal, die wereldwijd door anderhalf miljard mensen wordt gesproken. Dat betekent dat je praktisch overal met Engels terecht kunt. Het is dan natuurlijk wel handig als je zelf ook behoorlijk Engels spreekt. De woordsoort van de telwoorden, bestaande uit hoofdtelwoorden en rangtelwoorden, is een belangrijk onderdeel van de Engelse taal. Met een beetje tijd en wilskracht zijn Engelse telwoorden, hoofdtelwoorden en rangtelwoorden gelukkig redelijk gemakkelijk te leren.
Tellen in het Engels
Het belang van Engelse taalvaardigheid valt haast niet te onderschatten. Mede daarom is er in het Nederlandse onderwijs grote aandacht voor het verwerven van de Engelse taal, en raken we al op zeer jonge leeftijd bekend met het Engels.
Tellen in het Engels is daarbij een van de eerste vaardigheden, die er meestal al voor het verlaten van de basisschool stevig ingepropt zit. Daarom zijn we al gauw geneigd (te) gemakkelijk te denken over Engelse telwoorden, terwijl er toch enkele verrassende valkuilen zijn, waar je zo intrapt als je niet oppast.
Natuurlijk zijn de Engelse telwoorden al met al een relatief klein onderdeel van de taal. Maar wie er even bij stilstaat, zal inzien dat zowel de hoofdtelwoorden als de rangtelwoorden in het Engels ontzettend belangrijk zijn. Probeer zonder telwoorden maar eens te vragen waar perron 8 is, of uit te drukken dat je al vijfmaal gevraagd hebt naar de sleutel van kamer 237.
Maar wat zijn de Engelse hoofdtelwoorden en rangtelwoorden nu precies? En hoe kun je Engelse telwoorden maken?
Engelse hoofdtelwoorden (Cardinal numbers)
Engelse hoofdtelwoorden gebruik je om een aantal aan te geven dat op zichzelf staat, en dus niet relateert aan een volgorde. Er zijn twee soorten hoofdtelwoorden, namelijk de bepaalde hoofdtelwoorden en onbepaalde hoofdtelwoorden. Met de onbepaalde hoofdtelwoorden kun je in grote lijnen een hoeveelheid aanduiden, zonder er bij te vertellen hoe groot het aantal precies is. Denk bijvoorbeeld aan ‘een hoop’, ‘de helft’, ‘flink wat’. Met de bepaalde hoofdtelwoorden daarentegen kun je wel een specifiek aantal aangeven.
Engelse hoofdtelwoorden tot 100
Engelse hoofdtelwoorden van 1 tot en met 10
1 | one |
2 | two |
3 | three |
4 | four |
5 | five |
6 | six |
7 | seven |
8 | eigth |
9 | nine |
10 | ten |
De telwoorden van 1 tot en met 10 zullen meestal de eerste zijn die je leert. Het zijn op zichzelf staande woorden, die je van buiten zult moeten leren. Je ziet dat ze veel op de Nederlandse woorden lijken.
Engelse hoofdtelwoorden van 11 tot en met 19
11 | eleven |
12 | twelve |
13 | thirteen |
14 | fourteen |
15 | fifteen |
16 | sixteen |
17 | seventeen |
18 | eighteen |
19 | nineteen |
Als je kijkt naar de opbouw van telwoorden, kun je de Engelse telwoorden van 11 tot en met 19 onderverdelen in 3 soorten:
- Telwoorden die op zichzelf staan en dus geen combinatie zijn. Dit zijn de telwoorden voor 11 en 12. Dit is in het Nederlands net zo.
- Telwoorden die een combinatie zijn van het telwoord onder de tien en het tiental ‘teen’. Dit geldt voor 14 (het telwoord ‘four’ en dan het tiental ‘teen’ vormen samen ‘four-teen’), 16 (‘six-teen’), 17 (‘seven-teen’), en 19 (‘nine-teen’)
- Telwoorden die een combinatie zijn van het telwoord onder de tien en het tiental ‘teen’, maar waarbij het telwoord onder de tien lichtelijk verandert. Dit zijn 13 (volgens de hoofdregel zou dit ‘three-teen’ worden, maar in plaats daarvan verandert het in ‘thir-teen’), 15 (geen ‘five-teen’ maar ‘fif-teen’) en 18 (geen ‘eight-teen’, maar ‘eigh-teen’, met slechts één ‘t’ dus)
Engelse hoofdtelwoorden van 20 tot en met 99
20 | twenty |
21 | twenty-one |
22 | twenty-two |
29 | twenty-nine |
30 | thirty |
31 | thirty-one |
40 | forty |
50 | fifty |
60 | sixty |
70 | seventy |
70 | eighty |
90 | ninety |
99 | ninety-nine |
Ken je de Engelse hoofdtelwoorden tot en met 19 en de tientallen, dan heb je genoeg kennis om alle getallen tot honderd te maken. Je hoeft het telwoord alleen maar te vormen met behulp van een simpele regel:
Neem eerst het tiental, dan een koppelteken, en dan het getal onder de tien.
Drieëndertig is daarom thirty-three (‘dertig-drie’), negenenvijftig is volgens dezelfde regel fifty-nine (‘vijftig-negen’). Het grootste verschil met het Nederlands is dat wij in Nederland het kleinere getal vóór het tiental noemen, terwijl je in het Engels juist eerst het grotere tiental noemt. Dit komt in het begin wat vreemd over, maar je zult merken dat je er vlug genoeg aan went.
Als je dit onder de knie hebt, ken je alle getallen tot 100 in het Engels.
Engelse hoofdtelwoorden vanaf 100
Engelse hoofdtelwoorden van 100 tot en met 199
100 | one hundred |
101 | one hundred and one |
112 | one hundred and twelve |
120 | one hundred and twenty |
121 | one hundred and twenty-one |
129 | one hundred and twenty-nine |
130 | one hundred and thirty |
140 | one hundred and forty |
190 | one hundred and ninety |
199 | one hundred and ninety-nine |
Engelse hoofdtelwoorden van 200 tot en met 999
200 | two hundred |
201 | two hundred and one |
299 | two hundred and ninety-nine |
300 | three hundred |
351 | three hundred and fifty-one |
400 | four hundred |
999 | nine hundred and ninety-nine |
Zo gauw je getallen boven de honderd gaat vormen, geef je het specifieke honderdtal aan. Ook hier geldt weer dat het grotere getal voor het kleinere komt. De honderdtallen worden dus genoemd vóór de tientallen. Zo kun je ook Engelse telwoorden boven de 100 vormen met een simpele regel:
Noem het honderdtal, dan het woord ‘and’, en sluit af met het telwoord onder de honderd.
Je mag het woord ‘and’ tussen het honderdtal en het telwoord onder de honderd noemen, maar het is niet altijd verplicht. Zodoende is zowel ‘two hundred fifty’ als ‘two hundred and fifty’ correct. Echter, als een nummer onder de tien direct aan het honderdtal wordt toegevoegd, is de ‘and’ wel verplicht. Zodoende is ‘two hundred and three’ correct, maar ‘two hundred three’ niet. Merk ook op dat de honderdtallen in twee woorden worden genoemd. Waar je in het Nederlands één woord zou gebruiken voor ‘tweehonderd’, zet men daar in het Engels een spatie tussen: ‘two hundred’.
Engelse hoofdtelwoorden vanaf 1.000
1.000 | one thousand |
1.015 | one thousand and fifteen |
1.111 | one thousand and eleven |
2.000 | two thousand |
5.000 | five thousand |
5.500 | five thousand five hundred |
5.570 | five thousand five hundred and seventy |
5.578 | five thousand five hundred and seventy-eigth |
9.000 | nine thousand |
9.999 | nine thousand nine hundred and ninety-nine |
Voor Engelse telwoorden vanaf duizend gelden dezelfde regels als die voor de telwoorden vanaf honderd gelden. Zorg er weer voor dat het grotere getal eerder wordt genoemd. Je plakt het duizendtal dus voor het honderdtal, en het honderdtal weer voor het telwoord onder de honderd. Je scheidt het duizendtal van het honderdtal met een spatie. Het zijn dus, in tegenstelling tot in het Nederlands, twee aparte woorden.
Rangtelwoorden (Ordinal numbers)
Met rangtelwoorden druk je een bepaalde positie in een reeks uit. Zo is ‘eerste’ bijvoorbeeld twee posities hoger dan ‘derde’ in een reeks. In de Nederlandse taal vormen we het rangtelwoord door ‘-de’ achter het hoofdtelwoord te plakken. Maar hoe maak je Engelse rangtelwoorden?
Engelse rangtelwoorden van 1 tot en met 9
1e | first |
2e | second |
3e | third |
4e | fourth |
5e | fifth |
6e | sixth |
7e | seventh |
8e | eighth |
9e | ninth |
10e | tenth |
Je ziet dat de woorden voor ‘eerste’, ‘tweede’ en ‘derde’ redelijk verschillen van de hoofdtelwoorden ‘one’, ‘two’ en ‘three’, waar ze van zijn afgeleid. Deze rangtelwoorden zul je dus uit je hoofd moeten leren. Voor de overige rangtelwoorden zul je zien dat er wel een patroon in zit, waardoor je het rangtelwoord met een eenvoudige formule kunt afleiden van het hoofdtelwoord:
Noem het hoofdtelwoord, en voeg er ‘th’ aan toe
Zodoende wordt hoofdtelwoord ‘four’ rangtelwoord ‘fourth’ (‘four-th’). De enige twee uitzonderingen op deze regel zijn de rangtelwoorden voor ‘vijfde’ en ‘negende’. Als ‘five’ wordt gecombineerd tot een rangtelwoord, verandert de ‘five’ in ‘fif’: ‘fif-th’. Op soortgelijke wijze verandert ‘nine’ in ‘nin’: ‘nin-th’.
Engelse rangtelwoorden van 11 tot en met 19
11e | eleventh |
12e | twelfth |
13e | thirteenth |
14e | fourteenth |
15e | fifteenth |
16e | sixteenth |
17e | seventeenth |
18e | eighteenth |
19e | nineteenth |
Het vormen van Engelse rangtelwoorden van 11 tot en met 19 gaat ook door ‘th’ achter het hoofdtelwoord te plakken. De enige uitzondering op deze regel is het woord voor ‘twaalfde’. Als ‘twelve’ wordt gecombineerd tot een rangtelwoord, verandert de ‘twelve’ in ‘twelf’: ‘twelf-th’.
Engelse rangtelwoorden van 20 tot en met 99
20e | twentieth |
21e | twenty-first |
22e | twenty-second |
29e | twenty-ninth |
30e | thirtieth |
31e | thirty-first |
32e | thirty-second |
40e | fortieth |
50e | fiftieth |
60e | sixtieth |
70e | seventieth |
80e | eightieth |
90e | ninetieth |
99e | ninety-ninth |
Als je rangtelwoorden boven de 20 gaat gebruiken in het Engels, ga je ook weer uit van de basis van het hoofdtelwoord. De ‘y’ aan de uitgang van het tiental verandert hierbij in een ‘ie’. Zodoende verandert ‘twent-y’ bijvoorbeeld in ‘twent-ie’ om uiteindelijk ‘twentie-th’ te vormen. Verder gelden dezelfde regels als voor rangtelwoorden tot en met 9.
Engelse rangtelwoorden boven 100
100e | hundredth |
101e | one hundred and first |
102e | one hundred and second |
200e | two hundredth |
500e | five hundredth |
599e | five hundred and ninety-ninth |
600e | six hundredth |
700e | seven hundredth |
999e | nine hundred ninety-ninth |
1.000e | thousandth |
1.005e | one thousand and fifth |
1.500e | one thousand five hundredth |
1.502e | thousand five hundred and second |
9.999e | nine thousand nine hundred and ninety-ninth |
Zo gauw je boven de honderd gaan tellen, blijft de hoofdregel intact: je voegt simpelweg ‘th’ toe aan het honderdtal of duizendtal. Als je verwijst naar een rond honderdtal of duizendtal, begin je niet met ‘one’. Is je honderdtal of duizendtal niet rond, dan doe je dat wel. Zodoende zeg je ‘hundredth’ voor ‘honderdste’, maar ‘one hundred and first’ voor ‘honderdeerste’.