Spaans: Spaanse telwoorden
Spaans is een populaire taal. De Spaanse taal heeft honderden miljoenen moedertaalsprekers wereldwijd. Bovendien spreken naar schatting nog eens 70 miljoen mensen Spaans als tweede taal, niet in de laatste plaats in Nederland. Telwoorden, onderverdeeld in hoofdtelwoorden en rangtelwoorden, zijn een klein maar belangrijk onderdeel van elke taal, en dus ook van het Spaans. Wie dus goed Spaans wil spreken, doet er verstandig aan de telwoorden onder de knie te krijgen.
Spaanse telwoorden
Telwoorden, hoofdtelwoorden en rangtelwoorden zijn een lastig onderdeel van elke taal. Gelukkig zijn de Spaanse telwoorden vrij eenvoudig te leren. Telwoorden zijn een niet te onderschatten onderdeel van de taal. Zonder telwoorden is het vrijwel onmogelijk grotere aantallen aan te geven. Bedenk maar eens hoe je zonder telwoorden bijvoorbeeld laat weten dat je 4 euro 50 wisselgeld verwacht, of dat je al 3 weken geleden geboekt hebt voor 74,95 per nacht?
Maar wat zijn nu de Spaanse hoofdtelwoorden en rangtelwoorden? En wat zijn de regels om Spaanse telwoorden te vormen?
Spaanse hoofdtelwoorden (Los números cardinales)
De hoofdtelwoorden worden gebruikt om een absoluut aantal aan te geven. Binnen de woordsoort van de hoofdtelwoorden wordt er een onderscheid gemaakt tussen bepaalde hoofdtelwoorden en onbepaalde hoofdtelwoorden. De onbepaalde hoofdtelwoorden geven een grove indicatie van hoeveelheid, maar vertellen je niet om welk exact aantal het gaat. Voorbeelden van onbepaalde hoofdtelwoorden zijn ‘een boel’, ‘sommige’, en ‘voldoende’. Bepaalde hoofdtelwoorden geven wel een exact aantal aan.
Spaanse hoofdtelwoorden tot 100
Spaanse hoofdtelwoorden van 1 tot en met 10
1 | uno |
2 | dos |
3 | tres |
4 | cuatro |
5 | cinco |
6 | seis |
7 | siete |
8 | ocho |
9 | nueve |
10 | diez |
Spaanse hoofdtelwoorden van 11 tot en met 19
11 | once |
12 | doce |
13 | trece |
14 | catorce |
15 | quince |
16 | dieciséis |
17 | diecisiete |
18 | dieciocho |
19 | diecinueve |
Spaanse hoofdtelwoorden van 20 tot en met 29
20 | veinte |
21 | veintiuno |
22 | veintidós |
23 | veintitrés |
24 | veinticuatro |
25 | veinticinco |
26 | veintiséis |
27 | veintisiete |
28 | veintiocho |
29 | veintinueve |
Spaanse hoofdtelwoorden van 30 tot en met 39
30 | treinta |
31 | treinta y uno |
32 | treinta y dos |
33 | treinta y tres |
Spaanse hoofdtelwoorden van 40 tot en met 99
40 | cuarenta |
50 | cincuenta |
60 | sesenta |
70 | setenta |
80 | ochenta |
90 | noventa |
99 | noventa y nueve |
Als je de hoofdtelwoorden tot en met vijftien en de tientallen kent, kun je alle getallen tot honderd vormen. Dat is simpelweg een kwestie van combineren. De hoofdregel luidt als volgt:
neem het tiental en het getal onder de tien, en plak er ‘y’ (‘en’) tussen.
Vierendertig is zodoende treinta y cuatro (‘dertig en vier’), achtenvijftig wordt cinquenta y ocho (‘vijftig en acht’). Merk op dat de Spaanse taal deze woorden precies andersom vormt dan het Nederlands. Waar wij het kleinere getal eerder noemen dan het tiental, nemen de Spanjaarden eerst het grotere tiental, om er dan het kleinere getal achter aan te plakken.
Voor de getallen van 16 tot 30 geldt dezelfde formule, maar bestaan er enkele uitzonderingen omdat de schrijfwijze verandert:
- Getallen 16 tot en met 19 ondergaan een verandering in schrijfwijze. De ‘z’ van ‘diez’ wordt een ‘c’, de ‘y’ een ‘i’, en het geheel wordt één woord, zonder spaties. Bijvoorbeeld achttien is in principe diez y ocho (‘tien en acht’), maar wisselt de ‘z’ met een ‘c’ en de ‘y’ met een ‘i’ in één woord. ‘Dieciocho’ dus.
- Getallen 20 tot en met 29 ondergaan een verandering in schrijfwijze. De laatste ‘e’ van ‘veinte’ wordt een ‘i’, en het geheel wordt één woord zonder spaties. Bijvoorbeeld vierentwintig is in principe ‘veinte y cuatro’ (‘twintig en vier’), maar wisselt de ‘e y’ in een ‘i’ in één woord. ‘Veinticuatro’ dus.
- Merk op dat vier telwoorden een accent aigu krijgen: dieciséis, veintidós, veintitrés en veintiséis.
Je kunt nu in het Spaanse alle telwoorden tot honderd vormen. Maar hoe zit het met Spaanse hoofdtelwoorden boven de honderd?
Spaanse hoofdtelwoorden vanaf 100
Spaanse hoofdtelwoorden van 100 tot en met 199
100 | cien |
101 | ciento uno |
102 | ciento dos |
110 | ciento diez |
111 | ciento once |
124 | [ciento veinticuatro |
199 | ciento noventa y nueve |
Spaanse hoofdtelwoorden van 200 tot en met 299
200 | doscientos |
201 | doscientos uno |
276 | doscientos setenta y seis |
Spaanse hoofdtelwoorden van 300 tot en met 999
300 | trescientos |
400 | cuatrocientos |
500 | quinientos |
600 | seiscientos |
700 | setecientos |
800 | ochocientos |
900 | novecientos |
Spaanse hoofdtelwoorden van 1.000 tot en met 9.999
1.000 | mil |
1.015 | mil quince |
1.111 | mil ciento once |
2.000 | dos mil |
5.000 | cinco mil |
5.500 | cinco mil quinientos |
5.570 | cinco mil quinientos setenta |
5.578 | cinco mil quinientos setenta y ocho |
9.000 | nueve mil |
9.999 | nueve mil novecientos noventa y nueve |
Om de telwoorden boven de 100 te vormen breid je de bestaande formule gewoon uit met het honderd- of duizendtal dat je nodig hebt. Let wel op dat de honderdtallen of duizendtallen vóór de tientallen komen. Neem het honderdtal of duizendtal, gevolgd door een spatie, en dan de combinatie zoals je die voor een telwoord onder de honderd zou vormen. De enige uitzonderingen zitten hem weer in de schrijfwijze van de honderdtallen:
- De ‘cinco’ (‘vijf’) wordt ‘quini’ in ‘vijfhonderd’: ‘quinientos’
- De ‘siete’ (‘zeven’) wordt ‘sete’ in ‘zevenhonderd’: ‘setecientos’
- De ‘nueve’ (‘negen’) wordt ‘nove’ in ‘negenhonderd’: ‘novecientos’
Merk nog wel op dat honderd 'cien' is, maar dat dit verandert in 'ciento' zo gauw het honderdtal wordt gebruikt om een getal anders dan honderd zelf aan te duiden.
Spaanse rangtelwoorden (Los números ordinales)
In tegenstelling tot hoofdtelwoorden gebruiken we rangtelwoorden om een bepaalde positie of volgorde aan te geven. Denk bijvoorbeeld aan een wedstrijd waarbij er een eerste, tweede en derde prijs is. In het Nederlands wordt het rangtelwoord in principe gevormd door ‘-de’ aan het hoofdtelwoord toe te voegen: ‘twee’ wordt ‘twee-de’, ‘vijf’ wordt ‘vijf-de’, enzovoorts. Uitzonderingen in het Nederlands zijn het hoofdtelwoord ‘een’, wat ‘eerste’ wordt, en ‘acht’, wat ‘acht-ste’ wordt). Maar hoe zit het dan met de rangtelwoorden in het Spaans?
Spaanse rangtelwoorden van 1 tot en met 9
1e | primero |
2e | segundo |
3e | tercero |
4e | cuarto |
5e | quinto |
6e | sexto |
7e | séptimo |
8e | octavo |
9e | noveno |
10e | décimo |
Spaanse rangtelwoorden van 11 tot en met 19
11e | decimoprimero |
12e | decimosegundo |
13e | decimotercero |
14e | decimocuarto |
15e | decimoquinto |
16e | decimosexto |
17e | decimoséptimo |
18e | decimoctavo |
19e | decimonoveno |
Naast 'decimoprimero' en 'decimosegundo' zijn ook de vormen 'undécimo' en 'duodécimo' algemeen gangbaar. Houd er ook rekening mee dat de samensmelting van 'decimo' en 'octavo' ervoor zorgt dat één van de twee 'o's' wegvalt: 'decimo-octavo' wordt 'decimoctavo'.
Spaanse rangtelwoorden van 20 tot en met 29
20e | vigésimo |
21e | vigésimo primero |
22e | vigésimo segundo |
Spaanse rangtelwoorden van 30 tot en met 99
30e | trigésimo |
40e | cuadragésimo |
50e | quincuagésimo |
60e | sexagésimo |
70e | septuagésimo |
80e | octogésimo |
90e | nonagésimo |
Spaanse rangtelwoorden van 100 tot en met 1.000
100e | centésimo |
200e | ducentésimo |
300e | tricentésimo |
400e | cuadringentésimo |
500e | quingentésimo |
600e | sexcentésimo |
700e | septingentésimo |
800e | octingentésimo |
900e | noningentésimo |
1.000e | milésimo |
Zoals je ziet wijken de Spaanse rangtelwoorden meer af van de hoofdtelwoorden dan dat bijvoorbeeld in de Nederlandse taal het geval is. Het is wat lastiger de verandering van hoofdtelwoord naar rangtelwoord in een formule of strikte regels te vangen. In plaats daarvan zul je, om de Spaanse woorden voor ‘eerste’, ‘tweede’, ‘derde’ enzovoorts te kennen, deze net als bij de hoofdtelwoorden van buiten moeten leren.
Wel kun je eenvoudig alle rangtelwoorden vormen met de bouwblokken die de tientallen en de getallen onder de tien je bieden. Met andere woorden: ken je de Spaanse woorden voor ‘eerste’ tot en met ‘tiende’ en de tientallen, dan kun je alle mogelijke rangtelwoorden maken. De combinatie daarvan is steeds hetzelfde: eerst het tiental, dan het kleinere cijfer. Voor de woorden ‘elfde’ tot en met ‘negentiende’ smelt de combinatie samen tot één woord zonder spaties. Merk verder op dat de accent aigu van ‘décimo’ wegvalt in deze getallen van elf tot en met negentien. Vanaf de twintig is er wel weer een spatie tussen het tiental en het kleinere cijfer, en blijft het accent aigu intact: ‘vigésimo primero’.
Lees verder