De telwoorden in het Nederlands
Telwoorden kunnen een precies getal aangeven, een nummer of een volgorde in een reeks. We onderscheiden bepaalde en onbepaalde hoofdtelwoorden; bepaalde en onbepaalde rangtelwoorden. In dit artikel worden ze op een rijtje gezet.
Telwoorden algemeen
Taalkundig gezien zijn de telwoorden een ondersoort van de bijvoeglijke naamwoorden. Predikatief gebruik van telwoorden is niet mogelijk, dat wil zeggen:
- telwoorden kunnen niet gebruikt worden als naamwoordelijk deel van het gezegde
- telwoorden zijn nooit verbonden voorwerpsbepalingen
- telwoorden komen niet voor als bepaling van gesteldheid
Wel worden ze eenvoudig zelfstandig gebruikt.
Het specifieke kenmerk van telwoorden is dat ze een hoeveelheid of een nummer in een volgorde noemen.
Onderscheiding van de telwoorden
- Hoofdtelwoorden
- bepaalde hoofdtelwoorden
- onbepaalde hoofdtelwoorden
- Rangtelwoorden
- bepaalde rangtelwoorden
- onbepaalde rangtelwoorden
Bepaalde hoofdtelwoorden
Hiertoe behoort de hele rij natuurlijke getallen:
nul, een, twee, drie, vier...twintig, eenentwintig, enz. Ook het telwoord
beide wordt hiertoe gerekend, als de daardoor aangeduide zaken al in de zin genoemd zijn.
Onbepaalde hoofdtelwoorden
Hiertoe behoren:
wat, weinig, enkele, enige, sommige, verscheidene, menige, vele, alle, enz.
Bepaalde rangtelwoorden
Deze reeks spreekt voor zich:
eerste, twwede, derde, vierde, enz.
Onbepaalde rangtelwoorden
Laatste, middelste, zoveelste, enz.
Zelfstandig gebruikte telwoorden
Alle telwoorden, van welke soort dan ook, kunnen zelfstandig gebruikt worden.
Voorbeelden:
- bepaalde hoofdtelwoorden: we zijn met z'n tweeën; de schade loopt in demiljoenen; hij heeft eendrie op zijn rapport.
- onbepaalde hoofdtelwoorden: ik heb er enkele gevonden.
- bepaalde rangtelwoorden: dat is de tweede al; de derde moet nog komen.
- onbepaalde rangtelwoorden: delaatste komt over de finish; de middelste is altijd de pineut.
Aanduiding van personen
Veel onbepaalde hoofdtelwoorden worden vaak zelfstandig gebruikt voor de aanduiding van personen:
Sommigen kwamen kijken;
anderen hielden het voor gezien.
Allen applaudisseerden. Vele
eersten zullen de
laatsten zijn. enz.