Onregelmatige Franse werkwoorden

Onregelmatige Franse werkwoordenVeel mensen ervaren het vervoegen van onregelmatige werkwoorden in het Frans als bijzonder lastig. De grammaticale regels voor vervoeging van regelmatige Franse werkwoorden zijn vrij eenvoudig. Echter, in de Franse taal zijn er minder grammaticale regels die altijd en overal toepasbaar zijn dan in bijvoorbeeld het Duits. En de regels die het Frans wèl kent, hebben weer vele uitzonderingen. Je zou van minder wanhopig worden.

Onregelmatige werkwoorden in het Frans

Juist die uitzonderingen zijn ook nog eens erg belangrijk. Niet alleen voor proefwerken en dergelijke, maar ook in omgang met Fransen. Want die onregelmatige werkwoordsvormen komen nu net het vaakst voor. Dit zie je trouwens bij de meeste talen. Denk maar aan het Nederlands; ook in onze taal komen de onregelmatige werkwoorden (onder meer ‘hebben’, ‘kunnen’, ‘mogen’ en ‘zijn’) bovengemiddeld vaak voor. Het mag duidelijk zijn: met alleen kennis van de regelmatige werkwoorden kom je er niet altijd.

Dit schema probeert hier uitkomst in te bieden. Je vindt er de meest voorkomende onregelmatige werkwoorden in de drie meest voorkomende tijden. Erg handig dus als je deze moet leren voor een proefwerk, of als je gewoon even wil nagaan of en hoe een bepaald Frans werkwoord afwijkt van de standaardvervoeging.

  • Présent = onvoltooid tegenwoordige tijd (ik ben)
  • Imparfait = onvoltooid tegenwoordige tijd (ik was)
  • Futur simple = toekomende tijd (ik zal zijn)

présentimparfaitfutur simple
aller (gaan)
je vaisj'allais*1j'irai*2
tu vas[/TD][TD]
il/elle/on va[/TD][TD]
nous allons[/TD][TD]
vous allez[/TD][TD]
ils/elles vont[/TD][TD]
avoir (hebben)
'ai'avais'aurai
as[/TD][TD]
a[/TD][TD]
avons[/TD][TD]
avez[/TD][TD]
ont[/TD][TD]
boire (drinken)
boisbuvaisboirai
bois[/TD][TD]
boit[/TD][TD]
buvons[/TD][TD]
buvez[/TD][TD]
boivent[/TD][TD]
devoir (moeten)
doisdevaisdevrai
dois[/TD][TD]
doit[/TD][TD]
devons[/TD][TD]
devez[/TD][TD]
doivent[/TD][TD]
dire (zeggen)
disdisaisdirai
dis[/TD][TD]
dit[/TD][TD]
disons[/TD][TD]
dites[/TD][TD]
disent[/TD][TD]
envoyer (zenden, opsturen)
envoieenvoyaisenverrai
envoies[/TD][TD]
envoie[/TD][TD]
envoyons[/TD][TD]
envoyez[/TD][TD]
envoient[/TD][TD]
être (zijn)
suisétaisserai
es[/TD][TD]
est[/TD][TD]
sommes[/TD][TD]
êtes[/TD][TD]
sont[/TD][TD]
faire (doen, maken)
faisfaisaisferai
fais[/TD][TD]
fait[/TD][TD]
faisons[/TD][TD]
faites[/TD][TD]
font[/TD][TD]
mettre (plaatsen, zetten, leggen)
metsmettaismettrai
mets[/TD][TD]
met[/TD][TD]
mettons[/TD][TD]
mettez[/TD][TD]
mettent[/TD][TD]
pouvoir (kunnen)
peuxpouvaispourrai
peux[/TD][TD]
peut[/TD][TD]
pouvons[/TD][TD]
pouvez[/TD][TD]
peuvent[/TD][TD]
prendre (pakken, nemen)
prendsprenaisprendrai
prends[/TD][TD]
prend[/TD][TD]
prenons[/TD][TD]
prenez[/TD][TD]
prennent[/TD][TD]
savoir (weten)
saissavaissaurai
sais[/TD][TD]
sait[/TD][TD]
savons[/TD][TD]
savez[/TD][TD]
savent[/TD][TD]
tenir (houden)
tienstenaistiendrai
tiens[/TD][TD]
tient[/TD][TD]
tenons[/TD][TD]
tenez[/TD][TD]
tiennent[/TD][TD]
voir (zien)
voisvoyaisverrai
vois[/TD][TD]
voit[/TD][TD]
voyons[/TD][TD]
voyez[/TD][TD]
voient[/TD][TD]
vouloir (willen)
veuxvoulaisvoudrai
veux[/TD][TD]
veut[/TD][TD]
voulons[/TD][TD]
voulez[/TD][TD]
veulent[/TD][TD]
  • 1. De rest van deze rijtjes wordt telkens gewoon vervoegd volgens de standaardregels van de passé simple: -ais, -ait, -ions, -iez, -aient.
  • 2. De rest van deze rijtjes wordt telkens gewoon vervoegd volgens de standaardregels van de futur: -as, -a, -ons, -ez, -ont.


Lees verder

© 2008 - 2025 Salo, het auteursrecht van dit artikel ligt bij de infoteur. Zonder toestemming is vermenigvuldiging verboden. Vanaf 2021 is InfoNu gestopt met het publiceren van nieuwe artikelen. Het bestaande artikelbestand blijft beschikbaar, maar wordt niet meer geactualiseerd.
Bronnen en referenties