Spaans: het lidwoord
Tegenwoordig is Spaans een van de meest voorkomende talen in de wereld. Het is dan ook een goed idee om wat basis Spaans te beheersen. Zelf heb ik besloten om actief Spaans te gaan leren. Ik ben daarom een tijd in Valencia geweest om de beginselen van de taal te leren. En waarom zou ik die kennis niet delen? Spaans is namelijk een mooie en zeer nuttige taal.
Het lidwoord
In het Spaans komt net als in het Nederlands het lidwoord voor. De lidwoorden die wij in het Nederlands gebruiken zijn de woordjes: de, het en een. Afhankelijk van de manier waarover je over een onderwerp praat, kies je voor de of het, of een. Over het algemeen kun je stellen dat je, wanneer je het hebt over ‘een boek’, je een vrij willekeurig boek bedoelt, terwijl je, wanneer je spreekt over het ‘het boek’, praat over een boek in het speciaal. We noemen verdelen de lidwoorden daarom onder in bepaalde ( het en de) en onbepaalde ( een) lidwoorden.
Ook in het Spaans hebben we te maken met bepaalde en onbepaalde lidwoorden. Daarbij wordt heel duidelijk een onderscheid gemaakt tussen mannelijke en vrouwelijke lidwoorden en ook tussen meervoud en enkelvoud. Allereerst zal ik de bepaalde lidwoorden bespreken.
Het bepaalde lidwoord in het Spaans
Zoals al eerder genoemd, wordt het bepaalde lidwoord in het Spaans verdeeld in enkelvoud of meervoud, mannelijk of vrouwelijk. Wanneer je te maken hebt met een zelfstandig naamwoord waarvoor je een lidwoord wilt plaatsen, moet je eerst weten of het betreffende zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk te noemen is en verder of het een enkelvoud of meervoud betreft.
| Mannelijk | Vrouwelijk |
Enkelvoud | el | la |
Meervoud | los | las |
Het onbepaalde lidwoord in het Spaans
Zoals al eerder genoemd, wordt het onbepaalde lidwoord in het Spaans verdeeld in enkelvoud of meervoud, mannelijk of vrouwelijk. Wanneer je te maken hebt met een zelfstandig naamwoord waarvoor je een lidwoord wilt plaatsen, moet je eerst weten of het betreffende zelfstandig naamwoord mannelijk of vrouwelijk te noemen is en verder of het een enkelvoud of meervoud betreft.
| Mannelijk | Vrouwelijk |
Enkelvoud | un | una |
Meervoud | unos | unas |
Hoe weet ik of een woord mannelijk of vrouwelijk is?
Het is niet van alle woorden gemakkelijk te zeggen of ze vrouwelijk of mannelijk behandeld dienen te worden. Gelukkig zijn er een aantal goede redenen die er voor zorgen dat het merendeel van de woorden wel gemakkelijk in te delen is in een van de twee groepen.
Over het algemeen kun je uitgaan van de volgende regels:
Woorden die eindigen op –o, -aje, -or zijn mannelijk.
Woorden die eindigen op –a, -cion, -sion, -dad, zijn vrouwelijk.
Vergeet niet dat er uitzonderingen zijn. Zo is het woord ‘dia’ dat op een ‘a’ eindigt en dag betekend, een mannelijk woord:
el dia = de dag.
Hoe weet ik dat ik te maken heb met een meervoudsvorm?
Het maken van een meervoudsvorm is in het Spaans vaak makkelijk te doen. Meestal wordt er simpelweg een ‘s’ geplaatst achter de enkelvoudige vorm.
La mesa ( de tafel) las mesas ( de tafels)
Wanneer een woord al eindigt op een medeklinker in het enkelvoud, wordt er vaak –es aan het enkelvoud geplakt om een meervoud te maken.
El país ( het land) Los países ( de landen)