De uitspraak van het Engels
Wij Nederlands zijn goed in talen – althans, dat zeggen buitenlanders tegen ons. We spreken buitenlanders direct aan in hun eigen taal, met wisselend succes: vooral het Engels wordt nogal eens “gemangeld”. Want iedereen spreekt toch Engels, nietwaar? Maar zelfs als je je wel goed kunt uitdrukken in het Engels, val je met je uitspraak al gauw door de mand. En dat hoeft niet. Want met een paar simpele richtlijnen geef je je gesproken Engels een veel Engelser klank!
De lengte van de klinkers in het Engels
Misschien wel het belangrijkste onderscheid tussen Nederlands en Engels zit hem in de lengte van de klinkers. Het Engels heeft klanken die kort worden uitgesproken (zoals
ice) en klinkers die veel langer aangehouden worden (zoals
eyes). Omdat de Nederlander de neiging heeft om beide even lang te maken en bovendien in beide gevallen te eindigen met een scherpe s-klank, krijgt een Engelsman wel eens 'tranen in z’n ijs' in plaats van in zijn ogen…
Hetzelfde geldt voor
bad dat lang wordt aangehouden en eindigt met een d-klank en
bat dat weer kort is en eindigt met een t. Ook deze twee wil een Nederlander nog wel eens hetzelfde uitspreken.
Belangrijk is natuurlijk om ook te eindigen met de juiste klank maar de lengte van de klinker is nog veel belangrijker; houd hem twee keer zo lang aan als je normaal zou doen en je zit goed!
Hoe klinken klanken in het Engels?
In het Engels wordt een d aan het eind van een woord altijd uitgesproken als een d en nooit als een t, hetzelfde geldt voor de z en v, enzovoort. Wil je weten hoe je de Engelse klanken correct uitspreekt? Dat kan op een zeer eenvoudige manier. Ga naar de website van . Een flash-animatie toont alle klanken en je kunt ze allemaal aanklikken en horen hoe ze klinken. De klinkers met : erachter zijn de klanken die lang worden uitgesproken.
Uitspraak van de th
De nachtmerrie van iedereen die begint met Engels spreken is de th, terwijl het eigenlijk zo simpel kan zijn. De th is er in twee soorten: scherp, zoals in
thing en
thirst en zacht, zoals in
that en
thanks. De meeste mensen weten feilloos wanneer de th scherp of zacht wordt uitgesproken getuige het feit dat ze de scherpe th vaak door een s-klank vervangen (Sing!) en de zwakke door een z-klank. De th-klank wordt gevormd vóór in de mond, met de tong tegen het richeltje achter de boventanden. Klinkt simpel. Voor wie dat niet vindt is er een eenvoudig alternatief dat ook door Engelssprekende kinderen wordt gebruikt als zij de taal leren: gebruik een f- en v-klank. Niet helemaal netjes maar bijna niet te horen voor de gemiddelde Engelsman, veel makkelijker te vormen en een stuk minder opvallend dat de s-klanken...
Afwijkende klanken in het Engels
Het is heel natuurlijk om je Nederlandse klanken te gebruiken in de uitspraak van een andere taal, maar niet alle klanken matchen helemaal tussen het Nederlands en het Engels.
Een paar voorbeelden op een rijtje:
- De letter u in hut klinkt niet als hut maar bijna als hat (met een t-klank aan het eind)
- Bad klinkt niet als bed maar bijna als baad (met een d-klank)
- Bed klinkt niet als bed maar bijna als bid (met een d-klank)
Een Amerikaan spreekt trouwens de r-klank nadrukkelijk uit, in het Brits Engels hoor je bijna geen r-klanken, zeker niet aan het eind van het woord.
Nog een paar andere instinkers
En dan nog een paar tips die niet zoveel te maken hebben met uitspraak maar wel heel herkenbaar voor de Nederlandse Engelsspreker.
- Als je geïnteresseerd bent, ben je interested en niet interesting (misschien ook wel maar dat bedoelde je niet) en kijk helemaal uit met excited en exciting!
- In het Engels is de zinsvolgorde anders dan in het Nederlands: eerst plaats, dan tijd. Wij zeggen Gisteren ging ik naar de markt, de Engelsman zegt I went to the market yesterday.
- Nooit “If I would…” maar “If I were to…”
- En heel lastig voor de Nederlander: de onvoltooid verleden tijd. “Ik heb er gewerkt” is niet “I have worked there" maar "I worked there" – tenzij je er nog steeds werkt.
- En klemtonen: in het Engels ligt vaak de klemtoon op de eerste lettergreep (pérfect / cóntact) terwijl wij de klemtoon op de tweede lettergreep leggen.
- Beleefdheid. Engelsen zijn, zeker in geschreven communicatie, vaak veel beleefder dan Nederlanders; elk verzoek wordt omkleed met plichtplegingen. Combineer dit met het gegeven dat Nederlanders op buitenlanders soms een wat botte indruk maken en je komt al snel over als een botterik. De Engelsman wil nog wel eens vergeten dat het Engels niet je moedertaal is en vat een wat kort door de bocht instructie op als een persoonlijk affront.
Er zijn leuke boekjes met alle taalfouten die worden gemaakt, waarbij woorden letterlijk worden vertaald en in de verkeerde context worden gebruikt – de zogenaamde ‘false friends’. De beleefde Brit zal je niet snel corrigeren, maar als je een opgetrokken wenkbrauw ziet, is het zaak om even na te vragen of de boodschap helemaal goed is overgekomen.
Lees verder