Lezen: Leesbaarheidsformules zijn geen aanrader
Uiteraard wil een schrijver graag weten of zijn tekst geschikt is voor de beoogde doelgroep. Het is daarom verleidelijk om gebruik te maken van een leesbaarheidsformule. De score geeft immers aan wat de moeilijkheidsgraad van de tekst is. Is dat zo? Overweegt u om een leesbaarheidsformule te gaan gebruiken, of heeft u ergens in een boekje met schrijfadviezen gelezen geen zinnen langer dan twintig woorden te schrijven? Dan is informatie over de bruikbaarheid van leesbaarheidsformules zeker wenselijk.
Kanttekening bij het gebruik van leesbaarheidsformules
Er zijn diverse leesbaarheidsformules ontwikkeld om de leesbaarheid van een tekst te kunnen meten. De uitkomst van de test (de score) geeft aan wat de moeilijkheidsgraad is van de tekst. Een lage score bij de leesbaarheidsformule van Flesch betekent dat we te maken hebben met een moeilijk leesbare tekst, geschikt voor lezers met een academische opleiding. Schrijvers willen uiteraard graag weten of hun tekst goed leesbaar is voor de lezers voor wie de tekst in eerste instantie is bestemd (de beoogde doelgroep). Het gebruik van een leesbaarheidsformule lijkt daarom aantrekkelijk. De score geeft immers aan of de tekst niet te moeilijk is voor de beoogde doelgroep. Bovendien kan een te lage score, die aangeeft dat de tekst te moeilijk is voor de beoogde doelgroep, gebruikt worden om de tekst te herschrijven. Het doorknippen van lange zinnen, het vervangen van enkele komma's door punten en het gebruik van kortere woorden leidt tot een lagere score, en dus tot een begrijpelijkere tekst.
Het klinkt te mooi om waar te zijn. Dat is het waarschijnlijk ook. Een tekstschrijver die een leesbaarheidsformule wil gebruiken, moet zich afvragen of de score van een leesbaarheidsformule wel betrouwbaar is. Is het mogelijk om de leesbaarheid van een tekst te meten door gebruik te maken leesbaarheidsformule? Om die vraag te kunnen beantwoorden, nemen we twee leesbaarheidsformules onder de loep, namelijk de leesbaarheidsformule van Rudolf Flesch en de clozetest.
De leesbaarheidsformule van Rudolf Flesch
In 1949 maakte de Amerikaanse schrijfadviseur Rudolf Flesch zijn leesbaarheidsformule wereldkundig. Hij presenteerde zijn leesbaarheidsformule als onderdeel van een theorie over lees- en schrijfproblemen.
Uitgangspunt
Flesch streeft naar een persoonlijke, informele manier van schrijven. Hij heeft een hekel aan gewichtigdoenerij en abstracte verhandelingen. De door hem gepropageerde persoonsgerichte schrijfwijze wordt gehanteerd in het tijdschrift Het Beste (van Readers Digest). In dit tijdschrift wordt in een artikel niet alleen de aandacht op een probleem gevestigd. Er wordt tevens beschreven hoe iemand het probleem heeft opgelost.
Elementen leesbaarheid
De elementen die, volgens Flesch, bepalend zijn voor de leesbaarheid van een tekst zijn menselijk belang en leesgemak. Bij menselijk belang gaat het om de vraag of de tekst interessant is voor de lezer. Een tekst is voor een lezer interessant als hij zich kan identificeren met de personen en gebeurtenissen in de gelezen tekst (wellicht kan de lezer zich identificeren met de persoon die in Het Beste een probleem oplost). Het leesgemak van een tekst wordt bepaald door de inhoudelijke moeilijkheid van de tekst, de zinsbouw, de woordlengte en de zinslengte.
Berekenen van het leesgemak
Flesch is van mening dat het leesgemak van een tekst vooral afhankelijk is van de woord- en zinslengte. Een tekst met korte woorden en zinnen is een gemakkelijke tekst. Uit onderzoek is immers gebleken dat moeilijke teksten gemiddeld veel lange zinnen en lange woorden bevatten.
Voor het leesgemak heeft Flesch de volgende formule ontwikkeld:
206,835 - (gemiddelde zinslengte X 1,015 = aantal lettergrepen per 100 woorden X 0,846)
Om te komen tot een juiste uitslag moeten per artikel drie tot vijf steekproeven van 100 woorden worden genomen. De gemiddelde zinslengte wordt berekend door het aantal woorden te delen door het aantal zinnen. De gemiddelde woordlengte wordt berekend door het gemiddeld aantal lettergrepen per 100 woorden te tellen.
Een lage score betekent dat de tekst moeilijk leesbaar is, terwijl een hoge score (maximaal 100) betekent dat het een gemakkelijk leesbare tekst betreft.
Betrouwbaarheid van de formule van Flesch
Meet deze formule daadwerkelijk het leesgemak van teksten? Die vraag kan beantwoord worden door de proef op de som te nemen. Het volgende tekstfragment uit het verhaal
Mijn geheime zoon is afkomstig uit Archief Reve 1961-1980, blz. 24.
'Toen ons kleine land door de arglistige erfvijand verraderlijk werd overvallen en bezet, werd het goud van het land in allerijl op een geheime plaats in een berg begraven, die alleen aan de Vorstin bekend was en aan een vliegenier, die vanuit zijn vliegmachine een fotagrafie maakte van het gat in de berg waarin het goud begraven werd, en met de foto rechtstreeks naar het Witte Huis in Amerika vloog om daar bewaard te worden. De Vorstin zelf vluchtte voor de aanrukkende troepen van de vijand naar een verborgen woud, waar een eenvoudige doch gerieflijke blokhut stond die niemand kon vinden en waarin zij, als eenvoudig boerenmeisje vermomd, in het geheim verder woonde.'
Het tellen van het aantal zinnen en het aantal lettergrepen per 100 woorden, van dit fragment en van enkele andere passages uit de tekst, leidt tot een gemiddelde zinslengte van 47 woorden en een woordlengte van 161 lettergrepen per 100 woorden. Als we deze getallen invullen in de leesbaarheidsformule komen we tot een score van 23, wat zou betekenen dat het een moeilijke tekst betreft, geschikt voor academici. De tekst stelt de lezer, ondanks de lange zinnen, niet voor grote problemen. Hij is zeker leesbaar voor leerlingen van de middelbare school. Er kunnen dus vraagtekens worden gezet bij de betrouwbaarheid van de leesbaarheidsformule van Flesch, want deze tekst is niet zo moeilijk leesbaar als de score doet vermoeden.
Taalkundige variabelen die van invloed zijn op het leesgemak van een tekst
Er zijn tal van variabelen die van invloed zijn op het leesgemak van een tekst. Die variabelen hebben wellicht meer invloed op het leesgemak van een tekst dan de zinslengte en de woordlengte. De belangrijkste variabelen zijn:
- De aanwezigheid van tangconstructies (bij elkaar horende woorden in een zin staan ver uit elkaar, bijvoorbeeld: 'Hij zei, terwijl hij uit het raam keek, dat hij hem niet kon helpen)'.
- De woordfrequentie. Er bestaan frequentietabellen die vermelden of een woord relatief veel voorkomt in het Nederlands.
- Het aantal persoonsvormen per zin (meer persoonsvormen per zin maken een zin gemakkelijker leesbaar).
- Het aantal zelfstandige naamwoorden per zin (meer zelfstandige naamwoorden maken een zin moeilijker leesbaar).
- Percentage persoonlijke voornaamwoorden (ik, jij, wij, enzovoorts) per zin
De bruikbaarheid van de formule van Flesch
De score van de formule van Flesch is, zoals we gezien hebben bij de tekst van Reve, niet betrouwbaar (niet in overeenstemming met de moeilijkheidsgraad van de tekst). Dit komt omdat er, zoals we gezien hebben, ander taalkundige variabelen zijn dan de woord- en de zinslengte die van invloed zijn op de leesbaarheid van een tekst. Bovendien wordt de leesbaarheid van een tekst ook bepaald door een aantal andere factoren:
- Psychologische factoren, zoals de context (omgeving waarin tekst wordt gebruikt) van de tekst en de achtergrondkennis van de lezer.
- De wijze waarop zinnen met elkaar verbonden zijn. Hoe worden verbanden uitgedrukt, worden er verwijswoorden gebruikt en hoe zijn de verschillende onderdelen van de tekst met elkaar verbonden?
Er zijn dus tal van taalkundige en niet-taalkundige factoren die de leesbaarheid van een tekst bepalen. Lange zinnen en woorden zijn dus vaak niet de (voornaamste) oorzaak van de moeilijkheid van een tekst. De leesbaarheidsformule van Flesch is daarom
geen schrijfadvies. Het gebruik van korte woorden en het uitsluitend maken van zinnen met een maximale zinslengte van twintig woorden leidt niet tot eenvoudig leesbare teksten. Het doorknippen van lange zinnen heeft dus meestal ook niet het gewenste resultaat (een gemakkelijkere leesbare tekst).
De leesbaarheidsformule van Flesch is niet erg bruikbaar, omdat er te veel gewicht wordt toegekend aan de taalkundige factoren zinslengte en woordlengte. Bovendien kan de leesbaarheidsformule van Flesch niet als schrijfadvies worden gebruikt. Is er een formule die wellicht beter bruikbaar is?
De clozetest
Bij deze tekst wordt elk zoveelste woord (vaak het vijfde woord) weggelaten. De weggelaten woorden moeten later ingevuld worden. Het aantal goed ingevulde woorden geeft een indicatie voor de leesbaarheid van een tekst. Meestal werkt men met een lengte van 250 woorden (dus 50 open plaatsen).
We nemen de proef ..de som. Vindt u ...deze clozetest betrouwbaarder is ...de leesbaarheidsformule van Flesch? ...u deze vraag nog niet .....?
De
onzekerheid is het belangrijkste bezwaar tegen de clozetest. Vergelijk de volgende zinnen:
Ze rende naar de brievenbus, om te zien of er een ....van haar zoon was.
Tussen al het speelgoed was de....niet te zien.
Welk woord moet ingevuld worden in de tweede zin? Dat is moeilijk te bepalen. Dat maakt de tweede zin echter niet tot een moeilijkere zin dan de eerste zin. Ook bij de betrouwbaarheid van de clozetest kunnen dus vraagtekens worden gezet.
Het is uiteraard belangrijk om goed leesbare teksten te schrijven. Het gebruik van leesbaarheidsformules leidt mijns inziens niet tot goed leesbare teksten. Daarom gebruik ik ze zelf niet. Natuurlijk betekent dat niet dat tekstschrijvers ze niet mogen gebruiken.
Wie zich verdiept in het werk van Rudolf Flesch, stuit ongetwijfeld ook op de door hem ontwikkelde formule voor het meten van het menselijk belang van teksten. Ook voor die formule geldt dat tekstschrijvers die formule desgewenst kunnen toepassen.
Lees verder