Teksten schrijven: de inleiding van een tekst
De inleiding van een tekst is van groot belang, want een goede inleiding maakt een lezer nieuwsgierig naar het vervolg. In een inleiding staat zo mogelijk vermeld wat het belang van het onderwerp is voor de lezer. Bovendien wordt vaak informatie verstrekt over de centrale vraag en over de structuur van de tekst. Uit welke onderdelen bestaat een inleiding? Kan ik wellicht extra lezers trekken met een wervende opening? Het zijn vragen die van belang zijn voor schrijvers van (allerlei) teksten. De antwoorden op deze vragen, toegelicht met tekstfragmenten, helpen u ongetwijfeld op weg.
De functie van inleidingen
Een tekst van enige omvang begint met een inleiding. Bij een langere tekst is het verstandig om ook de hoofdstukken van een inleiding te voorzien. Inleidingen hebben zowel een structurerende als een motiverende functie. De structurerende functie bereidt de lezer voor op wat komen gaat, en de motiverende functie wekt bij de lezer belangstelling voor wat komen gaat.
Vragen die in een inleiding beantwoord moeten worden
In de inleiding moet in ieder geval aandacht worden besteed aan een drietal vragen:
- Voor wie is de tekst bestemd?
- Wat zijn de uitgangspunten bij de behandeling van het onderwerp?
- Hoe zit de tekst in elkaar?
Een lezer wil kunnen beoordelen of hij iets heeft aan de tekst die hij onder ogen heeft gekregen. Daarom moet de schrijver het onderwerp introduceren. Bovendien zal hij het belang van het onderwerp duidelijk moeten maken. Dan heeft hij de eerste vraag beantwoord.
Het is niet alleen het onderwerp dat voor de lezer van belang is. Hij wil ook weten welke aanpak de schrijver kiest, dus welke vragen er gesteld worden over het onderwerp. Wil hij (bijvoorbeeld) een bijdrage leveren aan de oplossing van een probleem? Om vraag twee te beantwoorden zal de schrijver moeten vermelden waar de tekst naartoe gaat.
De lezer wil ook weten wat de structuur van de tekst is. Welke vragen worden er in de diverse paragrafen (of hoofdstukken) beantwoord? De schrijver beantwoordt de derde vraag door in zijn inleiding aan te geven wat de schrijver waar kan vinden.
De onderdelen van een inleiding
Een inleiding van een omvangrijke tekst, zoals een scriptie of een beleidsrapport, kan de volgende vijf elementen bevatten:
Voorinformatie
Bent u bang dat de lezers van uw tekst het onderwerp niet direct kunnen plaatsen? Dan is het noodzakelijk om voorinformatie te verstrekken. Het gaat dan om vragen als 'Wat verstaan we onder het centrale thema', of 'Waar, wanneer en in welke omvang doet het onderwerp zich voor?' Een voorbeeld van voorinformatie:
Membraamfiltratie is een nieuwe methode van waterzuivering. Een membraam is een uiterst dunne kunststoffilter dat uitsluitend water doorlaat. Alle te filteren stoffen worden door het filter tegengehouden. Het water wordt met een druk van maximaal honderd atmosfeer door de filter geperst. We spreken dan van hyperfiltratie. In dit artikel wordt uiteengezet hoe membraamfiltratie kan worden toegepast bij de bereiding van drinkwater.
Een opening
In de opening introduceert de schrijver het onderwerp en maakt hij het belang van het onderwerp duidelijk. Zo mogelijk zegt hij iets over het belang van de lezers. Een mogelijke opening:
Er kan geen oordeel worden gegeven over de leesbaarheid van een tekst zonder de lezers erbij te betrekken. Schrijvers die van hun lezers veel negatieve reacties ontvangen over hun taalgebruik houden onvoldoende rekening met de taalverschijnselen die het leesgemak en het leesplezier van de schrijver beïnvloeden. Kennis van de in dit artikel behandelde taalverschijnselen is voor iedere tekstschrijver onontbeerlijk.
De probleemstelling
Kern van een scriptie of beleidsrapport is de probleemstelling. De probleemstelling helpt de schrijver om zijn probleem af te bakenen. Voor de lezer is de probleemstelling een vooruitblik. Hij weet wat het centrale thema is en welke vragen er waarschijnlijk aan de orde zullen komen. Een voorbeeld van een probleemstelling:
In deze scriptie probeer ik de volgende vraag te beantwoorden: Waarom willen in Frankrijk verblijvende Afrikaanse asielzoekers de gevaarlijke oversteek naar Engeland maken?
Een mini-samenvatting
De schrijver kondigt in de inleiding aan welke vragen er in de tekst aan de orde komen. Hij kan ook aangeven in welke paragrafen (of hoofdstukken) de verschillende vragen worden beantwoord. De lezer weet dan hoe de tekst is opgebouwd. De inleiding fungeert dan als een soort routebeschrijving. Met name bij kortere teksten, zonder inhoudsopgave, is een mini-samenvatting aanbevelenswaardig. Een voorbeeld van een mini-samenvatting:
In dit hoofdstuk wordt uiteengezet wat het lezen van een tekst gemakkelijk maakt. Pas door de lezer erbij te betrekken kan een oordeel worden gegeven over leesgemak. Lezers kunnen een tekst te moeilijk vinden, of te saai, of te omslachtig of te vaag. Dit hoofdstuk bevat adviezen voor schrijvers die negatieve reacties van lezers willen voorkomen. De genoemde oordelen komen in aparte paragrafen aan de orde. In 3.1 'Eenvoud', in 3.2 'Levendigheid', in 3.3 'Bondigheid' en in 3.4 'Levendigheid'. Taalverschijnselen die het leesgemak vermeerderen worden in iedere paragraaf besproken en toegelicht met tekstfragmenten.
Toelichting op de samenhang
De opbouw van van een tekst is niet altijd vanzelfsprekend. Dan is het nodig om de samenhang van de tekst toe te lichten. Ter illustratie een voorbeeld:
Er zijn mogelijkheden om de bekende alternatieve energiebronnen (windenergie, zonne-energie en getijdenenergie) versneld uitgebreid toe te passen. Ons aardgas raakt sneller op dan eerder voorzien. Hoofdstuk 1 handelt over windenergie, in hoofdstuk 2 staat zonen-energie centraal en in hoofdstuk 3 wordt uitgebreid aandacht besteed aan getijdenenergie. In hoofdstuk 4 wordt de haalbaarheid van een versnelde invoering besproken. Gelet op mijn technische achtergrond beperk ik mij daarbij tot de technische uitvoerbaarheid van een versnelde uitgebreide toepassing van alternatieve energiebronnen, Economische aspecten van een versnelde invoering worden, hoewel ze zeker ook van belang zijn, niet besproken.
De wervende opening
Wie de inleiding van zijn tekst vooral wil gebruiken om belangstelling van de lezer te wekken voor zijn onderwerp heeft de keuze uit diverse mogelijkheden:
De actuele opening
De schrijver begint met een actuele gebeurtenis die betrekking heeft op zijn onderwerp:
Onlangs moest de heer Pietersen zich verantwoorden voor de rechter. Hij had zijn negentigjarige moeder, die vond dat haar leven voltooid was, met opgespaarde medicijnen geholpen om haar leven te beëindigen. Op dit moment is er een wet in de maak die hulp bij een voltooid leven mogelijk moet maken. In dit artikel komen verpleeghuisartsen aan het woord over de (on)wenselijkheid van deze wet
De komische opening
De schrijver kan ook beginnen met een (grappig) verhaaltje om de aandacht van de lezer te trekken. Zo kan een artikel over de werkloosheid onder ouderen als volgt beginnen:
Het is maandagochtend. de wekker loopt al jaren niet meer af, de gordijnen zijn om half elf nog gesloten. Tegen elven besluit Ian van dalen om op te staan. Hij haast zich niet. Om half twaalf zit hij eindelijk aan zijn ontbijt. In de krant leest hij aandachtig het sportnieuws. Feyenoord heeft onverwacht verloren. De personeelsadvertenties leest hij al lang niet meer.
Beginnen met een citaat
De schrijver kan natuurlijk ook beginnen met een citaat van een bekend persoon. Zo zou een artikel over de relatie tussen taal en denken kunnen beginnen met het volgende citaat.:
'Stijl is niets anders dan het silhouet van de gedachte. Een obscure of een slechte stijl is een indicatie van een vlakke of verwarde geest'.
Deze woorden zijn van de filosoof Schopenhauer (1788-1860), die zich al realiseerde dat er een verband bestaat tussen taal en denken.
Lees verder