Boekverslag 'IJsbrood' van Owen Donkers
IJsbrood gaat over een gewoon gezin bestaande uit een vader, moeder en twee kinderen. Op een dag is de moeder verdwenen, waarom weet de hoofdpersoon niet precies. Het huwelijk van de ouders is niet goed, ze hebben vaak ruzie. Gelukkig heeft de jongen een hobby waar hij zichzelf helemaal in uit kan leven, dammen. Deze sport biedt hem structuur en regelmaat, zaken die thuis niet vanzelfsprekend zijn. De jongen wint samen met zijn team het kampioenschap van Nederland, dan wordt ook duidelijk waar de moeder is.
Inhoud boekverslag
- Titel: IJsbrood
- Auteur: Owen Donkers
- Geboortedatum: 1977
- Eerste druk: 2013
- Uitgeverij: Thomas Rap
- Omslagillustratie: Ron van Roon
- Aantal pagina's: 112
- ISBN: 978 94 004 0396 93
Samenvatting IJsbrood
Het boek draait om de ik-figuur, een schooljongen van elf jaar die verder niet bij naam wordt genoemd. Aan het begin van het boek is zijn moeder verdwenen, wanneer precies weet hij niet en ook zijn zus weet het niet. Toen het gebeurde zaten ze op school en hun vader wil niet meer kwijt dan dat hun moeder er niet is. Ze krijgen van hem geld om wat eten te halen in de snackbar. Na enig aandringen van zijn zus geeft de vader toe dat hun moeder een tijdje bij Ron gaat wonen. Ron is de ex van Jacqueline, een vriendin van zijn moeder.
De ouders
Zijn vader werkt bij het ministerie van Binnenlandse Zaken omdat er nu eenmaal geld moet worden verdiend, eigenlijk is hij schilder. Thuis is hij altijd aan het schilderen en als de moeder er niet is moet hij voor het eten zorgen; zijn kinderen vinden dat hun moeder veel beter kan koken. Schoonmaken doet de vader niet, de kinderen zuigen ieder hun eigen kamer.
De moeder doceert pedagogiek aan de universiteit, soms haalt de jongen zijn moeder op van de tramhalte. Haar collega Fanny valt niet goed bij haar en elke dag tijdens het eten beklaagt zijn moeder zich over Fanny. De ik-figuur vindt het toch vreemd, toen hij Fanny een keer ontmoette deed ze heel vriendelijk tegen hem.
Het huwelijk van zijn ouders is niet goed, vaak hebben de ouders ruzie en zijn moeder is al vaker weggegaan, maar zijn zus weet het dit keer heel zeker, hun ouders gaan scheiden. Voor de jongen is dat het enige vertrouwde element in het onvoorspelbare reilen en zeilen van het gezin.
De Montessorischool
De ik-figuur zit op een Montessorischool, waar iedereen zelfstandig werkt. De jongen zit de hele dag een beetje voor zich uit te kijken en maakt zo nu en dan wat sommen. Hij filosofeert over de andere kinderen in zijn klas die elke dag een broodtrommel mee hebben naar school die is gevuld door hun moeders en die gekleed zijn in kleren die vermoedelijk door diezelfde moeders zijn klaargelegd. Moeders die hun kinderen dan ook nog eens 's morgens opgewekt wakker maken, terwijl zij 's morgens regelmatig ijsbrood moesten eten omdat het brood niet op tijd uit de vriezer was gelegd.
Dammen
De jongen heeft een grote hobby, dammen, waarvoor hij getraind wordt bij meneer Bakker, samen met andere kinderen. Daarnaast is er elke donderdagavond een clubavond in het buurthuis en doet hij regelmatig mee aan een damtoernooi. Als hij het plaatselijke schooldamkampioenschap heeft gewonnen wordt hij herkend en door jongens van andere scholen lastiggevallen.
Een andere hobby van de jongen is het computerspel Lode Runner, waarbij je honderdvijftig levels kunt behalen. Zoals de ik-persoon zelf zegt: "Ik had er niks aan, want niemand nam me serieus." Ook haalt hij regelmatig boeken uit de bieb en speelt hij met Lego. Naar zijn mening zijn er Legokinderen en Playmobilkinderen. "Playmobil had je niks aan. Dat kon je neerzetten en er dan naar kijken."
De rol van dammen
Dammen betekent voor de hoofdpersoon orde in zijn rommelige leven van de Montessorischool en thuis. Met zijn team wordt hij kampioen van Nederland en krijgen ze een beker die om toerbuurt met de jongens meegaat. De jongen wil de beker aan zijn moeder laten zien, echter wordt hij door een grotere jongen geslagen en zijn beker is kapot. Bij het huis van Ron aangekomen beseft de jongen dat hij er niets te zoeken heeft en dat zijn moeder weg is. Hij is verontwaardigd, iedereen doet maar wat en iedereen bepaalt wat er gebeurt, als je elf jaar oud bent kun je niets bepalen en heb je je te schikken. Hij besluit de beker door het raam te gooien en gaat ervandoor.
Personen
Het boek wordt verteld vanuit de ik-persoon, zijn voornaam wordt niet genoemd. De andere personen zijn de zus, de vader en de ontbrekende moeder. Tante Wil, zijn moeder's vriendin Jacqueline en haar vriend Ron spelen een bijrol.
Symbolen en motieven
Op de omslag van het boek staat een dambord met damschijven. Het dammen heeft een belangrijke rol en staat voor orde en structuur, alles wat de hoofdpersoon thuis niet kent, waar iedereen zijn eigen gang gaat en ook de moeder opeens weg is zonder dat duidelijk is wanneer ze terug komt.
Titelverklaring IJsbrood
IJsbrood is het brood dat niet op tijd uit de vriezer is gehaald, het staat eveneens symbool voor het gezin dat niet functioneert en waarvan de leden ieder hun eigen gang gaan. De verbinding ontbreekt.
Thema
Het boek gaat over de scheiding van de ouders van de ik-figuur, het gaat ook over (verbaal) geweld waar de jongen mee te maken krijgt, zowel thuis als op school, en IJsbrood is het verhaal van een opgroeiende jongen rond de puberteitsjaren.
Plaats, tijd en perspectief
De roman speelt zich af in Nieuwegein en beslaat een paar weken. Er is geen chronologische volgorde, het verhaal begint als de moeder is verdwenen. Het boek speelt zich af in het tijdperk van de gulden, aan het eind van de jaren tachtig.
Evaluatie
Een roman in korte zinnen zoals een kind ze zou gebruiken, toch is het geen kinderboek. Je beleeft de gebeurtenissen door de gedachten van de hoofdpersoon die zijn omgeving nauwgezet en op een humoristische manier observeert. Voor grote emoties is geen plaats, je moet tussen de regels lezen wat er eigenlijk gaande is en pas aan het eind van het boek toont de hoofdpersoon zijn gevoelens. Het dammen neemt in het boek een dominante plaats in en heeft ook een functie als uitlaatklep voor de hoofdpersoon.
Reactie collega-schrijver
Peter Buwalda - "Donkers kan verdomd goed schrijven."
Over Owen Donkers
Owen Donkers werd geboren in 1977 in Nieuwegein. Na zijn studie in Groningen woonde hij enige jaren in Frankrijk en de Verenigde Staten, anno 2020 is hij woonachtig in Bennekom. In 2009 debuteerde hij met zijn roman
Julien,
Calippo cola kwam in 2011 uit en na IJsbrood verscheen in 2018
Dryocopus. Donkers is full-time schrijver van beroep.
Owen Donkers heeft geen auto en is niet in het bezit van een televisie of mobiele telefoon. Hardlopen is voor hem de inspiratiebron voor het schrijven. Andere schrijvers waar hij bewondering voor heeft zijn o.a. Jeroen Brouwers en Louis Paul Boon. Een grappig detail is dat Donkers een boek altijd tweemaal leest omdat hij het boek dan beter begrijpt.