De staartdeling is weer terug in het rekenonderwijs
Het realistisch rekenen in het basisonderwijs staat onder druk. Het is bedoeld om de kinderen meer plezier in het rekenen te verschaffen, waarbij zij met zelfgekozen strategieën tot een oplossing komen. Het idee is wel aardig, maar tijd om te oefenen is er nauwelijks. 'Ouderwetse' vaardigheden als tafels en staartdelingen worden onvoldoende ontwikkeld. Terug naar zoals opa rekende is het advies oftewel traditioneel rekenen met veel oefeningen. Leerlingen die zwak zijn in rekenen hebben hier heel veel houvast aan, omdat zij slechts één manier van een som oplossen aanleren. Uitgevers brengen weer rekenmethodes op de markt waarin staartdelingen maken en tafels leren weer belangrijke onderdelen in de oefenstof vormen.
Realistisch rekenen is goed, maar mag niet de enige manier zijn
Realistisch rekenen moet niet de enige manier zijn om kinderen begripsmatig te leren rekenen. De tendens, dat rekenen vooral leuk moet zijn is heel geleidelijk het onderwijs binnengeslopen. Realistisch rekenen is daar het voorbeeld van, alle opdrachten in een herkenbare situatie gesitueerd.
Het ouderwetse cijferen, traditioneel rekenen
Het ouderwetse cijferen, zeg maar het rekenen zoals opa dat heeft geleerd, met tafels en staartdelingen werd inderdaad ouderwets gevonden. Men was in de veronderstelling dat kinderen dat niet leuk zouden vinden. Maar dat
'opa-rekenen' vinden de kinderen echt niet minder leuk. Met het 'opa-rekenen' leren de kinderen eerst de
basisvaardigheden op slechts één manier, waarna heel
veel oefening plaatsvindt. Maar daar wringt de schoen.
Er wordt te weinig geoefend
Er moet meer ruimte in het programma van de basisschool komen om het rekenen te oefenen en routinematig te kunnen toepassen. Door de volle roosters is die tijd er niet. Sommen worden wel in concrete situatie uitgelegd, maar tijd om goed te oefenen is er te weinig. Automatiseren is onmisbaar voor de rekenvaardigheden.
Traditioneel rekenen is goed voor rekenzwakke kinderen
Kinderen die moeite hebben met rekenen, hebben veel meer baat bij het traditioneel rekenen. Dat blijkt uit een onderzoek, dat pedagoog Rudolf Timmer in 2005 uitvoerde onder leerlingen van 8 - 11 jaar uit het
basisonderwijs en speciaal onderwijs. Hij wilde weten welke methode het meest effectief was voor leerlingen die
moeite hadden
met rekenen. Hij vergeleek de het traditionele rekenen, zeg maar het ouderwetse rekenen met het realistisch rekenen. Bij het traditioneel rekenen leren de kinderen sommen volgens één vooraf
geleerde strategie op te lossen. Rekenzwakke kinderen blijken moeite te hebben om nieuwe of meerdere oplossingen te bedenken en daarna uit te voeren.
Oefenen, oefenen, oefenen
Zij kiezen niet de meest adequate oplossingswijze. Rekenzwakke kinderen vinden het prettiger dat hen één
oplossingsmanier wordt aangeleerd. Daarna oefenen, oefenen,oefenen om de basisvaardigheden onder de knie te krijgen. Deze manier van aanbieden bleek een positiever uitwerking te hebben dan het realistisch rekenen.
Staartdelingen en tafels komen dus terug in de rekenmethodes
Door de teruglopende resultaten van het rekenen in het basisonderwijs heeft de Stichting Goed Rekenonderwijs samen met Noordhoff uitgevers een nieuwe rekenmethode ontwikkeld. In deze methode, die
"Reken zeker" heet, wordt weer met staartdelingen en het
inoefenen van tafels gewerkt. Inmiddels is in de realistische rekenmethode
"Wereld in Getallen" de staartdeling ook weer in ere hersteld.
Voor een andere onderwijsvorm, dus ook het rekenonderwijs, is
TOM Onderwijs Anders: wat is dat? interessant om te lezen.