Perspectief tekenen zonder er bij na te denken
Het grote probleem bij het tekenen van drie-dimensionale objecten is dat we er teveel van weten! Dit weten zit ons in de weg als we zo’n voorwerp willen natekenen. Om dat probleem te omzeilen gebruiken we de zoeker. En we schakelen onze linkerhersenhelft uit... Door te tekenen vanuit je rechter-hersenhelft leer je bewuster te kijken en tegelijkertijd leer je hoe je iets moet uitbeelden en de dingen in hun verhoudingen te zien, in perspectief.
Zoeker
Knip uit stevig karton een
zoeker of neem een leeg diaraampje. Kijk met één oog door de zoeker naar een stoel, zó dat deze (bijna) geheel binnen de zoeker valt terwijl hij op twee plaatsen het kader raakt of overschrijdt.
Fixeer je op één van de
negatieve ruimtes net zolang totdat die zich duidelijk als vorm op je netvlies gaat aftekenen en in je
korte geheugen vastzet. Kijk nu naar het tekenvel en stel je voor dat daar de vorm van de stoel
opdoemt.
Restvormen
Dat een tafelblad plat en vierkant, rechthoekig, rond of ovaal is, dat de poten even lang zijn en de rug haaks op de zitting staat, dat weten we.
Dit weten zit ons echter in de weg als we zo’n voorwerp willen natekenen. We kijken niet meer, we tekenen wat we weten. En daar gaat het fout. Want als we echt zouden kijken zouden we opmerken dat rechte tafelranden schuin, ronde vlakken ovaal ogen en dat tafelpoten wel vier verschillende lengtes kunnen hebben. Dat brengt de tekenaar in de war, want hij probeert overeenstemming te brengen tussen
wat hij ziet en wat hij weet. Om dat probleem te omzeilen gebruiken we de zoeker en concentreren ons op de restvormen van een tafel, stoel, etc. Zo schakelen we onze kennis /
L-modus uit en kan de
R-modus zijn gang gaan. Dan kunnen we ons concentreren op de
ruimtelijke structuren of relaties tussen dingen in de ruimte.
Bron: Pexels, Pixabay Oefeningen
- a Kies een stoel om te tekenen (geen afbeelding)
- Je maakt het jezelf gemakkelijker als je met één oog door de zoeker kijkt, omdat je zo een vlakke indruk opdoet die je op papier kunt overnemen. Kijk je met twee ogen dan krijg je een ruimtelijk beeld doordat twee enigszins overlappende beelden diepte aan je visuele waarneming geven.
- Laat de stoel op twee plaatsen het kader van de zoeker raken of overschrijden.
- Prent dit beeld in je geheugen. Kijk nu naar het papier en stel je voor dat de vorm van de stoel daar opdoemt.
- Kijk weer door de zoeker, fixeer je oog op één van de negatieve ruimten. Bedenk dat de randen van de zoeker overeenkomen met de randen van het papier.
- Begin dan de rest-ruimten stuk voor stuk te tekenen. Pas alle stukjes in de puzzel en vergeet dat je een stoel aan het tekenen bent. Teken wat je ziet zonder je af te vragen wat het betekent. Let alleen op hoe een hoek of kromme lijn loopt, hoe schuin een hoek is en hoe lang de lijnen. De randen van het papier en de zoeker vertegenwoordigen daarbij de oriëntatielijnen (vertikaal = loodrecht, horizontaal = waterpas).
- Wat bespeur je tijdens het tekenen? Verlies je je gevoel voor tijd? Ben je geboeid dor de ongewone, complexe structuren die je ziet? Bedenk dat alles wat je moet weten tijdens het tekenen zich voor je ogen bevindt!
- b Teken op dezelfde manier, met de zoeker, een grillige plant.
- c Teken de negatieve ruimte van een mens in een gecompliceerde houding (een foto van een sporter, danseres, bouwvakker). Keer de foto ondersteboven. Maak de verhoudingen van je tekenvel gelijk aan die van de foto.
- d Kijk hoe kunstenaars negatieve ruimten in hun tekening gebruiken. Probeer zo´n tekening te kopiëren.
- e Kopieer een tekening van Rubens (b.v. studies van armen en benen). Draai de tekening op zijn kop en teken de negatieve ruimtes. Leg de tekening dan weer goed neer en teken de details binnen de vormen. Door je te concentreren op de lege ruimten om de vormen is het gemakkelijker ‘lastige’ verkortingen te tekenen.
Perspectieftekenen met behulp van een potlood
Viseren kan je helpen om
met alleen een potlood perspectief te tekenen.
Viseren betekent: iets in het vizier nemen.
De randen van je papier zijn je referentie: de verticale en horizontale grenslijnen. Houd je potlood
loodrecht voor je gezicht en knijp
één oog dicht. Observeer de hoek die het voorwerp maakt met je potlood. Teken die lijn. Houd het potlood nu horizontaal en vergelijk nu een andere hoek/lijn/deel van de stoel. Door steeds te vergelijken met de boven- / onderrand van een vel papier kun je – wat je ook tekent – de juiste hoek bepalen. Je kunt op papier dun een horizontale of verticale
hulplijn trekken. Zo kun je ook punten met elkaar verbinden die zich op dezelfde hoogte (verticaal/horizontaal) bevinden, bijvoorbeeld het oor met de teen. Ook kun je de hoeken van een arm bepalen aan de hand van zo een verticale hulplijn.
- Let eens op de buiging van het hoofd van iemand die praat ten opzichte van een denkbeeldige / werkelijke verticale lijn,
- Bekijk een foto van een interieur of landschap (met huizen langs een weg). Bekijk de hoeken en vergelijk ze met de randen van de foto. Kopieer de hoeken.
- Met je potlood kun je ook lengtes en breedtes vergelijken. Doe dit wel steeds vanuit eenzelfde oogpunt, want een ander oogpunt levert andere gegevens op.
- Maak maar eens een paar tekeningen van eenzelfde tafel maar vanuit verschillende oogpunten, en zie het verschil!
Bron: Unsplash, Pixabay
Vertrouw je ogen
Hieruit kun je concluderen dat je een tafel
vanuit ontelbaar veel oogpunten kunt tekenen en dat dit steeds een andere vorm zal opleveren. Oefen het viseren van verhoudingen van grootte. Vertrouw je ogen, niet je kennis!
- Meet de breedte van de tafel met je potlood.
- Meet de lengte van de tafel. Denk eraan dat je het potlood steeds op ooghoogte houdt!
- Vergelijk de hoek die de breedtelijn maakt met de verticale of horizontale lijn van het papier, met de hulplijn of met het potlood.
- Vergelijk alle hoeken, breedte- en lengtelijnen van de tafel.
- Teken eerst de dichtstbijzijnde poten. Vergelijk tafellengte en -breedte met elkaar en bepaal de lengte van de poten.
Oefening
- a Vóór je begint met het waarnemen van verkortingen oefen je met de vingers van je hand.
- Strek de vingers van je hand uit naar je ogen. Richt je aandacht op één nagel, wacht tot je hem als vorm ziet (sluit één oog om het beeld te vervlakken)
- Teken eerst die nagel, dan de vinger, de aangrenzende vingers, duim, hand. Ga uit van de omtrekken van de lege ruimte (binnen een denkbeeldig kader) en bepaal de hoeken van de delen van je hand met die horizontale en verticale kaderlijn.
- b Leg drie even grote voorwerpen (bijvoorbeeld drie appels) op tafel: een appel tegen de voorste tafelrand, een in het midden en een tegen de achterste tafelrand. Viseer hun relatieve grootte en teken ze.
- c Kopieer een sterk perspectivische tekening. Bestudeer ze eerst grondig en keer ze dan ondersteboven.
Hoe vaker je ervaart dat het
nauwkeurig kopiëren van wat je ziet de
impressie van diepte in het tweedimensionale vlak oproept, hoe meer je je deze methode van zien eigen maakt.
Hoeken meten
- d Teken een kamerhoek.
- Ga zo zitten dat je de kamerhoek recht voor je hebt.
- Gebruik je zoeker om de hoek te omkaderen.
- Stel je voor dat je de hoek al hebt getekend en dat de randen van het papier je constanten zijn, vert. en hor.
- Viseer eerst de bovenste hoek: houd je potlood waterpas tussen twee handen (dus niet parallel aan de geviseerde hoek!) precies tegen de hoek die het plafond maakt met de twee wanden. Bepaal die bovenhoek.
- Teken nu de verticale lijn van de hoek.
- Teken wat er zich verder tegen de wanden bevindt en toets elke hoek, elke rand en kant van deur, schilderij, kast, e.d.
- Bepaal de relatieve lengten en breedten van alle objecten/onderdelen.
Teken zo vaak mogelijk de omtrekken van de
negatieve ruimte en ga van ruimte naar ruimte.
Probeer niet in woorden te denken, geef geen namen aan de objecten, dan rem je de R-modus!
Relatief
Bij viseren bepaal je de relatieve groottes. Het gaat niet om hoelang een stuk
feitelijk is. Je begint ergens en relateert alle andere vormen hieraan. Net zoals je bij een figuurtekening begint bij het hoofd en alle andere lichaamsverhoudingen relateert aan de lengte en breedte van dat hoofd.