Optisch bedrog: proporties die ruimtelijkheid suggereren
Verhoudingen van delen ten aanzien van elkaar goed kunnen waarnemen is één van de belangrijkste vaardigheden in zien, denken, leren en het oplossen van vraagstukken. Het waarnemen van proporties, voornamelijk driedimensionale of ruimtelijke, behoort tot de functies van de rechterhersenhelft. Naturalistisch tekenen is de beste manier om ware, juiste onderlinge verhoudingen, proporties, te leren zien, je oog te scherpen.
Ruimelijkheid
We zien vaak wat we
denken dat we moeten zien. Een simpel voorbeeld kan dat duidelijk maken. Neem een langwerpig vel papier en leg dat met de korte zijde voor je (dus staand). Teken twee taps toelopende verticale lijnen die beneden ver uit elkaar liggen en boven samenkomen: je hebt nu een weg getekend! Zo simpel is het om ruimtelijkheid te suggereren. Teken aan weerszijden bomen. Teken de bomen die dichter bij de onderkant van het vel staan groter dan de bomen die dichter bij de horizon staan. Door het verschil in proportie ontstaat er dieptewerking.
Optisch bedrog
Bron: Mohamed faramawy, Pexels
Veranderde verhoudingen veranderen het beeld
Kopieer vervolgens de grootste boom exact en teken deze opnieuw maar nu dicht bij de horizon. Wat zie je? Je exacte kopie lijkt vele malen groter dan het origineel! Hoe kan dat? Dit
optisch bedrog komt doordat de
L-modus (je
linkerhersenhelft) niet accepteert dat dit zo is.
Je hebt immers geleerd dat wat ver weg is, kleiner is. Hoe kun je je linkerhersenhelft van dergelijke misleidingen afbrengen? Daartoe moet ze wat meewerken en haar analytische capaciteiten inschakelen om haar eigen verkeerde taxaties te kunnen inzien en aanvaarden. Bij deze oefening heb je de L-modus dus wel nodig, zij het met mate!
Proporties
Oefening
Knip vijf á zes portretten uit kranten en tijdschriften. Kijk ook naar geschilderde
portretten van bekende kunstenaars. Zoek gezichten die uit verschillende perspectieven gefotografeerd/geschilderd zijn:
en profil, en face en ¾ en face.
- Concentreer je eerst op de ooghoogte in vergelijking met de hoogte van het hoofd en bij en profil portretten op de plaats en grootte van het oor.
Bron: Asim alnamat, Pexels Teken een ovaal.
- Meet met een potlood de afstand tussen je binnenste ooghoek en de onderrand van de kin (houd het stompe potloodeind altijd naar boven!). Schuif het potlood omhoog terwijl je de gemeten lengte met je duim markeert en meet nu de afstand tussen oog en kruin: beide afstanden zijn bij benadering gelijk! Geef de ooghoogte aan in het ovaal.
- Herlaal deze metingen voor een spiegel nadat je eerst een schatting gemaakt hebt.
- Haal de verzamelde portretten tevoorschijn en meet de ooghoogte na met het potlood plat op de foto’s. Kijk daarna nogmaals om te zien of je de proporties nu duidelijker ziet/onderkent.
De plaats van de ogen in het hoofd
Gelóóf je nu ook wat je al doende geleerd hebt? Dan zul je ontdekken dat de ogen zich vrijwel altijd halverwege het hoofd bevinden. Heb je nog steeds moeite met het goed tekenen van de proporties van een hoofd, controleer ze dan met je potlood. Teken ze eerst zoals je linkerhersenhelft zegt/denkt dat het moet, maak dan een tweede portret met de ogen halverwege het ovaal/hoofd en laat je overtuigen door het meest geloofwaardige hoofd.
Teken een gezicht vanuit verschillende oogpunten
Bron: Demeter Attila, Pexels
Oefening
Ga met het getekende ovaal voor een spiegel zitten.
- Deel het ovaal met potlood verticaal in twee.
- Geef de ooghoogte aan en teken een horizontale lijn loodrecht op de loodlijn.
- Kijk in de spiegel en haal je de beide lijnen voor de geest. Houd je hoofd een beetje schuin, als in een nadenkend pose, en kijk wat er met de lijnen gebeurt: ze blijven elkaar en een rechte hoek snijden!
- Bekijk nu weer je gezicht in verticale positie: op welke hoogte bevind zich het puntje van je neus? Zet een streepje op de verticale as (ongeveer in het bovenste derde deel van de onderste helft).
- Op welke hoogte ligt de middenlijn, tussen de lippen, van de mond? Geef ook dit aan op de verticale as.
- Hoe groot is de afstand tussen de ogen vergeleken met de breedte van een oog? Verdeel de ooghoogtelijn in vijf gelijke delen en geef er de middelpunten van de ogen op aan.
- Trek een verticale lijn vanuit dit oogpunt naar beneden: waar kom je dan uit? (mondhoek) en vanaf de binnenooghoeken? (zijkant neusvleugel)
- Trek de ooghoogtelijn door tot buiten het ovaal, waar beland je nu? (bovenrand oorschelp).
- Merk op dat de onderkant van de oorlel tussen neus en lippen uitkomt.
- En hoe breed is de hals vergeleken met de breedte van de kaak vlak onder de oren? De hals is bijna even breed als de kaak, soms zelfs breder!
- Tenslotte kijk je naar andere mensen, in kranten, op tv, enz. doe deze oefening zo vaak als je kunt. Let ook op individuele verschillen en kenmerken. Meet ze eventueel na als dat kan. Scherp waarnemen, kijken, daar gaat het om. Kijk naar de hoofden in hun geheel, niet naar de afzonderlijke delen. Kijk zonder waardeoordeel.
En profil tekenen
Oefening Bron: Unsplash, Pexels
- Teken een ei met de punt (kin) schuin naar beneden. Van opzij gezien heeft de menselijke schedel een asymmetrische vorm. Let op de omringende lege ruimte op het papier om het tekenen gemakkelijker te maken.
- Trek halverwege het ei de ooghoogtelijn
- Meet met het potlood de verticale afstand tussen de binnenooghoek en de onderrand van je kin. Markeer de afstand met je duim en houd deze maat horizontaal vanaf het ooguiteinde tot het oor en zie dat ze reikt tot de buitenrand van het oor. Geef dit met een verticaal streepje aan op de horizontale lijn. Als extra controle kun je dit punt verbinden met de onderrand van de kin: zo krijg je een gelijkbenige driehoek!
- Houd het potlood horizontaal tegen de onderrand van je oorlel en zie dat de lijn precies tussen neus en lippen uitkomt. Teken deze extra lijn en trek hem door naar achteren waar hij aan de overgang tussen hoofd en nek raakt. Markeer dit punt op het ovaal.
- Hoeken van het hoofd taxeer je met behulp van de horizontale en verticale randen van het papier
- Verhoudingen taxeer je door ze met elkaar te vergelijken.
- Besef dat alle proporties belangrijk zijn, er is geen enkele die je niet nauwkeurig hoeft te meten / weten. Samen maken ze het geheel.
Blijf je moeite hebben met het uitschakelen van de linkerhersenhelft doordat je teveel uitgaat van wat je weet / denkt, oefen dan nog een paar keer het
blindelings contourtekenen.