Differentiatievormen in de klas
Er bestaan verschillende vormen van differentiatie, waaronder differentiatie in instructie en differentiatie in lesstof. Deze vormen van differentiatie worden in dit artikel uitgelegd. Bij een goed pedagogisch klimaat en een goed klassenmanagement zijn deze vormen van differentiatie ook voor beginnende leerkrachten realiseerbaar.
Differentiatie in instructie
Leerlingen verschillen individueel van elkaar. Een van de verschillen tussen de leerlingen is het verschil in instructiebehoefte. Terwijl de ene leerling na de groepsgebonden uitleg en begeleide inoefening de lesstof voldoende beheerst om met de zelfstandige verwerking te beginnen, heeft een andere leerling nog extra instructie nodig om tot beheersing van de lesstof te komen.
Onder differentiatie en instructie verstaan we dus dat alle leerlingen een groepsinstructie krijgen (uitleg en begeleide inoefening), maar dat een gedeelte van de leerlingen of een individuele leerling nog een extra instructie krijgen (extra uitleg en begeleide inoefening). Je kunt grofweg drie instructiemomenten van elkaar onderscheiden:
- Groepsinstructie (uitleg en begeleide inoefening);
- Subgroepinstructie (extra uitleg en begeleide inoefening);
- Individuele instructie (extra individuele uitleg en begeleide inoefening).
Groepsinstructie
Tijdens de uitleg en de begeleide inoefening geef je instructie aan de hele groep leerlingen. Deze groep is heterogeen (leerlingen van verschillend niveau) en de leerlingen komen in aanraking met ideeën en denkwijzen van verschillende leerlingen.
Subgroepinstructie
De leerlingen die na de groepsinstructie de lesstof nog niet voldoende beheersen, kun je in een kleine, homogene groep nog eens extra instructie geven. Dit wordt ook wel verlengde instructie genoemd. Deze subgroepinstructie kun je op deze manier beter aan laten sluiten bij het niveau van deze leerlingen. Net als bij de groepsinstructie oefen je elke stap, die je eerst uitgebreid hebt uitgelegd en voorgedaan, met de leerlingen in voordat je de volgende stap uit gaat leggen. De instructie is bedoeld om de leerlingen de lesstof aan te leren, maar ook om de leerontwikkeling van de leerlingen te stimuleren door hen uit te dagen.
De instructietafel is een veelgebruikt hulpmiddel om de subgroepinstructie te realiseren. De instructietafel is een duidelijk herkenbare plek voor in de klas vlak bij het bord. Het groepje leerlingen dat extra instructie krijgt, neemt plaats aan deze tafel. De instructietafel is de hele dag beschikbaar en in principe horen alle leerlingen wel eens tot de instructiegroep.
Wanneer de leerlingen de lesstof voldoende beheersen, kun je ze verder laten gaan met het zelfstandig verwerken van de lesstof op hun eigen plaats.
Individuele instructie
De leerlingen die na de subgroepinstructie nog problemen ondervinden met de lesstof kun je vervolgens een meer individuele instructie geven. Deze vorm van verlengde instructie is gericht op het ‘probleem’ van de individuele leerling. Je zoekt samen met de leerling naar de moeilijkheid die de leerling ondervindt bij het komen tot een oplossing. Over het algemeen hebben zwak presterende leerlingen meer behoefte aan structuur. Daarom is het belangrijk om bij de individuele instructie dezelfde aanpak te hanteren als bij de groepsinstructie en subgroepinstructie.
Differentiatie in lesstof
Alleen differentiëren in instructie kan problemen opleveren. Wat doe je met leerlingen die weinig uitleg en begeleide inoefentijd nodig hebben om tot beheersing van de lesstof te komen? Zij zullen al snel klaar zijn met de verwerkingsstof. Om alle leerlingen uitdagende lesstof te geven, kun je ook differentiëren in hoeveelheid en niveau van de lesstof.
Wanneer de leerlingen genoeg geoefend hebben met het verwerken van de basisstof, ga je ervan uit dat ze de stof voldoende beheersen. Als de basisstof door sommige leerlingen snel beheerst wordt, kun je besluiten om deze leerlingen na de basisstof extra stof te geven in de vorm van herhalingsstof en/of verrijkingsstof.
Basisstof
Basisstof is de stof die gericht is op het behalen van de minimumdoelen. Na de uitlegfase en de fase van de begeleide inoefening beginnen de leerlingen met het zelfstandig verwerken van de basisstof. De inhoud van de basisstof moet overeenkomen met de inhoud van de in de uitleg behandelde stof. Na de uitleg en de begeleide inoefening kunnen de leerlingen de basisstof zonder veel fouten verwerken.
Je kunt er ook voor kiezen om variatie aan te brengen in de hoeveelheid basisstof. Zo zou je de goed presterende leerlingen alleen bepaalde vragen kunnen laten maken en ze vervolgens aan de herhalingsstof en/of verrijkingsstof laten werken. Op deze manier kun je de leerlingen die de basisstof snel beheersen, toch voldoende uitdaging geven.
Herhalingsstof
Herhalingsstof is de stof die gericht is op het herhalen en verder inoefenen van de basisstof. De oefeningen zijn vooral gericht op toepassingen in vergelijkbare situaties als bij de basisstof. De leerlingen kunnen dezelfde oplossingsstrategie toepassen die ze ook bij het oplossen van de basisstof gebruikten. De herhalingsstof is naast de in de les behandelde stof tevens gericht op eerder behandelde stof. Op deze manier kunnen leerlingen de stof in een breder kader plaatsen.
Ook hier kun je de goed presterende leerlingen minder (of geen) opgaven van de herhalingsstof laten maken, zodat ze ook aan de (voor hen meer uitdagende) verrijkingsstof kunnen werken.
Verrijkingsstof
Verrijkingsstof is de stof die bedoeld is om de lesstof in een andere situatie te leren toepassen of om de lesstof te verdiepen. Deze stof is afgestemd op de leerlingen die meer zelfsturend kunnen leren en daagt de (goed presterende) leerlingen uit tot zelfontdekkend leren. De opgaven zijn minder goed gestructureerd en de leerlingen zoeken zelfstandig of in groepjes naar verschillende oplossingsstrategieën. Ze kunnen hierbij gebruik maken van de kennis die ze al hebben.