Spelling in de lift
Spelling in de Lift is zowel een reguliere als een remediërende methode voor spellingonderwijs. De methode is bedoeld voor leerlingen in het basisonderwijs van groep 3 tot en met groep 8, maar kan ook in de brugklas op de middelbare school als remediërende methode gebruikt worden. Het programma bestaat uit 8 niveaus. Deze bestaan uit basisstof, extra stof (verrijkend of herhalend) en keuzestof.
Spellingsmethode Spelling in de Lift
De methode is gebaseerd op de vier verschillende spellingsstrategieën. Deze vier methodes zijn:
- Spelling volgens Regels: er wordt een woord uitgesproken waarop de auditieve analyse volgt, waarop de leerling de juiste klanken in letters omzet en tenslotte het geschreven woord opgeschreven wordt.
- Spelling volgens Analogie: de gegeven woorden worden aan voorbeeldwoorden gekoppeld, door middel van klankvorm of betekenis (zo kan honing bijvoorbeeld aan koning worden gekoppeld of aan beer).
- Spelling aan de hand van Woordbeeld: het is een kwestie van weten, het woord wordt als een plaatje voor de geest gehaald (soort fotografisch geheugen).
- Spelling als Schrijfmotorisch Patroon: woorden komen als vanzelf uit je pen
Er kan gebruik gemaakt worden van twee instructiemodellen. Ten eerste het directe instructiemodel voor het aanleren van expliciete vaardigheden (meer controle van leerkracht). Ten tweede het interactieve model, waarbij de kinderen actief betrokken worden bij de les. De les bestaat vaak uit een dagelijkse terugblik, een presentatie, oefening, individuele verwerking van de stof door de leerlingen, terugkoppeling en een periodieke terugblik.
Er kan gebruik gemaakt worden van de herhalings- en verrijkingsstof per niveau. Er wordt gesproken van:
- kwantitatieve differentiatie: niet alle leerlingen doen dezelfde hoeveelheid stof, de stof die wordt aangeboden is afhankelijk van hun niveau en de doelen die zij stellen
- inhoudelijke differentiatie: de stof is verdeeld in makkelijke en moeilijke stof (de leerling kan een deel maken bijvoorbeeld alleen het moeilijke deel)
- temporele differentiatie: de kinderen kunnen in hun eigen tempo werken, individueel of in een groepje
- didactische differentiatie: er kan gebruik gemaakt worden van andere strategieën binnen de methode bij uitval, als gebruik van visuele ondersteuning of inprenting
Uit het handboek van Swanson, Harris en Graham (2003) blijkt dat gestructureerde, directe instructie een zeer effectieve instructiemethode is. Ook woordspecifieke training en het expliciet leren van spellingsregels is effectief. Daarnaast wordt er gesproken over principes die onder het interactieve model vallen, namelijk: herhaling, categorisering, toegang tot aanwezige kennis en terugblikken. Het gebruik van deze principes leidt tot het verbeteren van het functioneren en de (spelling)vaardigheden van het kind.
De didactische kwaliteit van Spelling in de lift is aan de hand van criteria beoordeeld door Stichting Leerplan Ontwikkeling. En de volgende elementen waren aanwezig:
Analyse van de leertaken in componenten
1. er is een analyse van het spellingsproces in spellingstrategieën:
- elementaire spelling handeling
- klankcluster strategie
- woordbeeldstrategie
- regelstrategie
- analogiestrategie
- hulpstrategie
Alle onderdelen van spelling zijn dus vertegenwoordigd in het programma.
2. De onveranderlijke woorden zijn onderverdeeld in didactische spellingcategorieën:
- spellingcategorieën zijn ingedeeld naar strategieën
- spellingcategorieën hebben een functie voor de leerlingen
- per spelingcategorie wordt een kenmerkende eigenschap omschreven
3. Uitgangspunt voor de werkwoordspelling is de spelling van de persoonsvorm
4. Bij het bepalen van de leerstof is gebruik gemaakt van woordfrequentielijsten
De stof is voor de leerling dus relevant en herkenbaar waardoor het generaliseren makkelijker word.
Instructie
5. Voor de onveranderlijke woorden worden verschillende instructieprincipes gehanteerdzelfontdekkend leren (gedeeltelijk)
- automatiseren
- inprenting (effectief bevonden door Perry, 2003)
- aanleren van regels (effectief bevonden door Darch, Kim & Jonhson, 2000)
- analogie (effectief bevonden door Fulk & Starmont-Spurgin, 1995)
6. De werkwoordspelling wordt aangeleerd met behulp van een algoritme
7. De instructie is doelgericht
- de lesdoelen zijn specifiek geformuleerd
- de instructie is gericht op het aanleren van regels
- in de instructie staat een beperkt aantal spellingstrategieën centraal
8. Er is een gestructureerde lesopbouw
- volgens het model directe instructie (gedeeltelijk)
- volgens het model probleemgerichte benadering (gedeeltelijk)
- volgens een andere variant (gedeeltelijk)
9. De instructie is interactief
10. Er is variatie in opdrachten
- auditieve oefeningen
- oefeningen waarbij de opbouw van een woord centraal staat
- oefeningen waarbij de betekenis van een woord centraal staat
- oefeningen waarbij het gebruik van een woord in de zin centraal staat
- oefeningen waarbij de lettervolgorde/schrijfwijze van een woord centraal staat
Opbouw
11. Er is een gestructureerde opbouw van de leerstof op macroniveau
- via expliciet geformuleerde criteria
- via impliciete criteria (gedeeltelijk)
- via het aanbieden van een veelheid van taalervaringen
12. Er is een opbouw van de leerstof op microniveau
- via een gestructureerde aanpak
- via het aanbieden van een veelheid van taalervaringen (gedeeltelijk)
13. Het algoritme voor de werkwoordspelling wordt stapsgewijs aangeleerd
- het bepalen van de persoonsvorm
- het spellen van de tegenwoordige tijd
- het spellen van de verleden tijd (regelmatige werkwoorden)
- het spellen van de verleden tijd (onregelmatige werkwoorden)
14. Er is herhaling en verdieping van leerinhouden
spellingcategorieën en spellingstrategieën
15. De geleerde taalvaardigheden worden expliciet functioneel toegepast
- in schoolse situaties (gedeeltelijk)
- in buitenschoolse situaties (gedeeltelijk)
NT2 kinderen
De methode is ook geschikt voor NT2 kinderen omdat er van kinderen met spellingsproblemen uitgegaan istijdens het maken van deze methode. De methode is namelijk gebaseerd op kinderen met:
- een algehele taalzwakte
- problemen met het opnemen en verwerken van zintuiglijke informatie
- een zwak geheugen
- motivatieproblemen
- weinig exploratief gedrag
- En kinderen die kennis niet generaliseren en impulsief reageren met betrekking tot spelling
Verschillende niveau's
De volgende onderwerpen worden in de verschillende niveau's behandeld:
Niveau 1
- Mkm: medeklinkers
- korte en lange klanken
- mkm: twee teken klanken
- meer en weer
Niveau 2
- Mkmm- eenvoudig
- medeklinker combinaties mmkm
- medeklinker combinaties mkmm – moeilijk
- mmkmm
Niveau 3
- combinatie van drie of meer medeklinkers
- f/v
- s/z
- ng/nk
Niveau 4
- eer/oor/eur
- aai/ooi/oei
- uw/eeuw/ieuw
Niveau 5
- -d/-t
- Ei/ij
- Au/ou
- Op herhaling
Niveau 6
- klankgroepen
- kop en staartstukken
- klinkerdief/ verdubbelaar 1
- herhaling luistervink/klinkerdief en verdubbelaar 1
Niveau 7
- klinkerdief/ verdubbelaar 2
- op reis door Madurodam
- moeilijke meervouden
- ie=i
Niveau 8
- moeilijke letters
- moeilijke uitgangen
- leenwoorden
- moeilijke Nederlandse woorden + herhaling