Het kleine woordenboek Fins
Fins wordt door ongeveer 6 miljoen mensen gesproken. Naast Zweeds is Fins één van de officiële talen van Finland. Fins is moeilijk om te leren, omdat de opbouw geheel anders is. Bovendien heeft het Fins behoorlijk lange woorden en daarom lastig uitspreekbare woorden.
Het komt op de uitspraak aan
Bij de uitspraak moet men voor al op de letters
ei,
eu,
ai en
ie letten, die als enkele letter worden uitgesproken. Europa heet op het Fins E-u-ropa, ook al klinkt dit gek. Door dubbele letters wordt in het Fins lange klanken gebruikt, waar men bij een juiste uitspraak goed op dient te letten, anders wordt er snel wat fout gezegd.
Zo is bijvoorbeeld ‘tuli’ (vuur), ‘tuuli’ (wind) en ‘tulli’ (douane). Bovendien moet men opletten dat
v als
w en
y als
ü uitgesproken wordt. De klemtoon is in het Fins daarentegen makkelijk: Op de eerste lettergreep wordt de klemtoon gelegd.
Het gebaar telt
Bijna alle Finnen weten hoe lastig hun taal voor buitenlanders is. Daarom verheugen ze zich des te meer als een toerist probeert Fins te spreken. En loopt dat niet zo, zoals het moet: Met Engels redt men zich bijna overal in Finland.
Het kleine woordenboek
Nederlands | Fins |
Hallo | Hei/ Moi |
Goedendag | Hyvää päivä |
Hoe gaat het? | Mitä kuuluu? |
Dankjewel, goed! | Kiitos, hyvää! |
Hartstikke bedankt | Paljon kiitoksia |
Ik heet... | Minä olen... |
Waar is het hotel...? | Missä on hotelli...? |
Ik heb bij u een kamer gereserveerd | Olen tilannut teiltä huoneen |
Help! | Apua! |
Haal een arts! | Noutakaa lääkäri! |
Ik hoor niets | En ymmärrä |
Wat betekent dat? | Mitä se tarkoittaa? |
Waar is de Hartwall Arena? | Missä on Hartwall Areena? |
Wat zegt u? | Anteeksi, kuinka? |
Hoeveel kost dat? | Mitä tämä maksaa? |
Hoe laat is het? | Mitä kello on? |
Het is 1 uur | Kello in yksi |
Meneer de ober! | Tarjoilijä! |
Proost! | Kippis! |
Ik wil graag betalen | Haluaisin maksaa |
Dat is voor u | Tämä on teille |
Tot ziens! | Näkemiin! |
Doeg | Hei hei/ Moi moi |
Tellen
Nederlands | Fins |
nul | nolla |
een | yksi |
twee | kaksi |
drie | kolme |
vier | neljä |
vijf | viisi |
zes | kuusi |
zeven | seitsemän |
acht | kahdeksan |
negen | yhdeksän |
tien | kymmenen |
De dagen van de week
Nederlands | Fins |
Maandag | maanantai |
Dinsdag | tiistai |
Woensdag | keskiviikko |
Donderdag | torstai |
Vrijdag | perjantai |
Zaterdag | lauantai |
Zondag | sunnuntai |
Lees verder