Boekverslag Blokken door F. Bordewijk
Het boek Blokken is een apart boek geschreven door Fernidand Bordewijk. Wanneer je in Havo 4, Havo 5, VWO 5 of VWO 6 zit heb je kans dat je een boekverslag moet maken over dit boek omdat het in je boekenlijst staat.
Samenvatting van het verhaal
Dit boek gaat over een staat dat rechthoekig en vierkant is. Er is bijna niets ronds te vinden. Het eerste hoofdstuk gaat over een vliegtuig dat land in de staat en dat de hemel opent. Het tweede hoofdstuk gaat over de staat. De straten waren recht. De gebouwen ook. Alles had de kleuren wit, bruin, grijs en zwart. Zelfs de kleding was recht. Tot 15 november werd er wit met rood gedragen en tot 15 maart zwart met rood. Tot 15 november moet het hoofd bedekt worden. Alleen buiten de stad mocht worden gezongen. De enige liederen die bestonden gingen over de staat, de gemeenschap, de arbeid en de sport. De mannen en vrouwen waren hier wel gelijk. Het nationale muziekinstrument was de orgel. Er werden ook lichtconcerten gegeven. Hierbij kwam het gehele volk bij kijken.
In de staat was alleen maar ruilhandel in films. Er was geen handel met het buitenland en er was geen diplomatiek. Er mocht geen geld bestaan. Er was namelijk geen waarde, want dat was iets persoonlijks. En er bestond geen kritiek. Iedereen die kritiek gaf op de staat werd geëxecuteerd. De raad bestond uit vijf mannen en vijf vrouwen. Deze raad bestuurde de staat en het volk had helemaal geen inspraak. Een kleine, verschrompelde, bijziende man was het niet eens met deze raad. Hij zei dat niet alles rechthoekig of vierkant kon zijn. Hij vertelde dat er meer rond was zoals de zon, de aarde, de regenboog en bergen.
Het volk bestond uit allemaal individuen. Het enige wat het volk eiste was: verlichting, verwarming, kleding, voeding en gelijkheid. De arbeid werd verdeeld door de arbeidsbureaus. Het volk had geen keuze en mocht zelfs geen voorkeur hebben. Het leven was bijna voor iedereen uitgestippeld. Alle volwassenen waren ambtenaren. Er bestond geen eigendom en geen sloten. Er werd niets geleerd wat goed was uit het verleden. Er werden alleen maar dingen geleerd die goed waren uit het verleden. Een museum was een waarschuwing voor het volk. De naam voor het slechte deel van de staat was stadskern. Dit gedeelte lag namelijk in het midden van de staat. Na zonsondergang werd de stadskern afgesloten met ijzeren hekken. Niemand mocht er na zonsondergang komen, zelfs de bewakers niet.
De staat kende geen kerk en godsdienst. De sterrenkunde had de godsdienst gedood. Doordat er apparaten waren die dingen konden nazoeken in het heelal, werd er geconstateerd dat het heelal de aarde had geschapen en geen god. De macht van de raad was zo groot dat niemand behalve de raadsleden een vergadering mocht bijwonen. De raad was een eenheid met één norm, één handeling en één beslissing. De raad werd eens in de tien jaar herkozen door een bureau. Wie de staat aanhing had het goed, maar wie de staat aanviel had geen zekerheid op vrijheid en zelfs niet op het leven.
Mensen die zich verzetten tegen de staat werden geëxecuteerd. Aan het einde van één of meerdere executies werd het bloed weggespoeld. Tijdens de eerste opstand voerde de staat niets uit. Het volk had geen eten, drinken en warmte. Er mochten geen lijken naar buiten worden gebracht en waren dus binnenshuis aan het vergaan. De stadskern werd verwoest door de opstandelingen. Er waren een paar opstandelingen opgepakt. Hun executie vond tien dagen na de zitting van de raad plaats. De raad had van de opstandelingen de oogleden afgesneden en het verdere lichaam verminkt.
De raad wilde niet dat de staat kapitalistisch werd. Ze deden dit vooral door handel met het buitenland te verbieden. De staat was niet militair onderlegd. Zij maakten vier keer per jaar hun eigen leger. De staat vond/ dacht dat de wereld hen niet nodig had. Maar uiteindelijk blijkt de staat een gevaar te zijn voor het evenwicht van de wereld. Er ontstond een tweede opstand, maar dit keer was het oorlogstuig verbeterd.
Verhaalanalyse
Plaats en tijd
Het verhaal speelt zich af in de staat rond het jaar 1943. Dit hele verhaal gaat over de staat, de raad en deels het volk. De hoofdpersoon is de staat. Het is levenloos, maar in het boek word de staat beschreven als een levend wezen. In de staat is alles rechthoekig en vierkant behalve de bergen en regenbogen, maar daar kan de raad en het volk niets aan veranderen. De staat wordt geleid door de raad. Dit is een soort vergadering die bestaat uit vijf mannen en vijf vrouwen. Zij regelen en bedenken alles voor de staat. Deze staat heeft een fascistische leiding. Dit betekend dat alle macht van de staat in handen ligt van één persoon, vergadering of politieke partij. Het volk heeft niets in te brengen en iedereen die kritiek heeft op de raad of de staat word geëxecuteerd.
Thema
Het thema is dat de staat communistisch is met een fascistische leider.
Motieven
- Alles is rechthoekig of vierkant.
- De staat elektrocuteert iedereen die zich tegen de staat keert.
- Er is een groep tegen de communistische staat. (A-groep)
- Er komen opstanden tegen de staat.
Titelverklaring
De titel van het boek is blokken. Deze naam is afgeleid uit de staat, waar alles vierkant of rechthoekig is. Dus zoals een blok.
Lees verder