Tips voor vormgeving van een werkstuk of verslag

Een werkstuk of verslag schrijven, iedereen moet het wel eens doen. Een belangrijk aspect van een goed werkstuk is de vormgeving. De eerste indruk die de lezer heeft is van groot belang. Veel mensen kunnen prima uitleg geven over een onderwerp, maar weten vervolgens niet hoe ze dat verwerken in een mooi werkstuk. Wat moet je doen om je werkstuk professioneel te laten lijken? Om deze tips te gebruiken is enige basiskennis van Word vereist.

Het begin van het werkstuk

Het eerste wat de lezer ziet is natuurlijk de voorkant. Het is belangrijk dat deze er mooi uitziet. In Word is er daarom de optie om een standaard voorblad in te voegen. Klik hiervoor op Invoegen en vervolgens helemaal links op Voorblad. Je zult verschillende voorbeelden van een voorblad te zien krijgen. Je hoeft er alleen maar één aan te klikken om dit jouw voorblad te maken. Vervolgens kun je zelf de titel van je werkstuk, de datum en meer invoegen. Ook kun je de standaardafbeelding veranderen in een afbeelding die bij jouw werkstuk past. Als je het niet nodig vindt om bijvoorbeeld een datum op je voorblad te zetten, kun je dit vak leeg laten of er iets anders neerzetten, bijvoorbeeld de naam van je school.

Ook is het belangrijk om een goede titel voor je werkstuk te hebben. Begin je titel nooit met: ''Werkstuk over'', ''Practicum over'' of iets dergelijks. Als je een heel algemeen onderwerp hebt, kan je titel heel kort zijn, bijvoorbeeld ''Wielrennen''. Je kan ook een specifieker onderwerp hebben gekozen. Je titel kan dan bijvoorbeeld zijn ''Dopinggebruik in het wielrennen''. Een vraag als titel is ook mogelijk, maar niet in alle gevallen ziet dit er goed uit. Meestal noem je de hoofdvraag pas later in het werkstuk.

Inhoudsopgave in Word

Nadat je je voorblad hebt gemaakt, kun je je gaan richten op de rest van het werkstuk. Het is belangrijk om eerst een inleiding te schrijven met daarin de hoofdvragen en eventueel de deelvragen. Maar ook is het mogelijk om eerst een inhoudsopgave te maken. Hiervoor is het belangrijk om paginanummers in te voegen. Klik op Invoegen en daarna op Paginanummer. Je kunt hier zelf alles instellen over de paginanummers, bijvoorbeeld de plek waar de nummers moeten staan etc. De inhoudsopgave kun je pas maken na het schrijven van alle tekst in je werkstuk, je weet immers dan pas waar alle hoofdstukken staan. Als je zover bent is het mogelijk om op twee manieren een inhoudsopgave te maken:

• Schrijf de titel van een hoofdstuk of deel van je werkstuk op en klik daarna een paar keer op Tab. Doe dit bij elk hoofdstuk, zodat alle hoofdstukken en paginanummers in een rijtje onder elkaar horen te staan. Als je werkstuk bestaat uit hoofdonderwerpen met verschillende deelonderwerpen, kun je hoofdonderwerp dik gedrukt maken.
• Word heeft ook de optie om automatisch een inhoudsopgave te maken. Hierbij maak je gebruik van kopstijlen die je selecteert, zodat deze automatisch in een inhoudsopgave worden gezet.

Uitleg over het onderwerp

Hierna kun je beginnen aan het indelen van alle tekst in je werkstuk. Bedenk een paar hoofdonderwerpen die je groot aan het begin van dit onderwerp zet. Onder elk hoofdonderwerp zet je dan weer tussenkopjes. Dit zorgt ervoor dat je hele werkstuk netjes geordend is en dat alles makkelijk te vinden is. Zorg ervoor dat elk tussenkopje niet te lang is, dat maakt het saai om te lezen en zal de meeste lezers afschrikken.

Als je aan een nieuw onderwerp begint moet je er wel op letten waar je dit doet. Begin niet een nieuw hoofdonderwerp onderaan de pagina, het is dan beter om op een nieuwe pagina verder te gaan. Je hoeft dus niet zuinig om te gaan met pagina’s, maar zorg er wel voor dat er niet veel lege ruimtes komen. Voor sommige dingen, zoals conclusie en bronvermelding kun je één pagina gebruiken, maar je kan ook voor allebei een andere pagina nemen. Schat hierbij zelf in wat er mooier uitziet!

Opsommingstekens in Word

Voor opsommingen in jouw werkstuk heeft Word ook een speciale optie. Klik op de bovenste balk op Start en vervolgens op het symbool van opsommingstekens. Hier kun jij zelf kiezen wat voor opsommingsteken je wilt gebruiken. Met deze optie kun je makkelijk een lijstje in je werkstuk zetten.

Afbeeldingen

Afbeeldingen zorgen ervoor dat je werkstuk niet saai wordt, maar ze kunnen ook meer betekenen. Als je bijvoorbeeld iets over natuurkunde wilt uitleggen, kan een plaatje hier zeker bij helpen. Zorg ervoor dat niet je hele werkstuk uit plaatjes bestaat, maar dat de balans tussen afbeeldingen en uitleg goed is. Zet je afbeeldingen niet steeds op dezelfde plek, soms zet je er een links van de uitleg, soms rechts of eronder. Vaak is het handig om onder een afbeelding te zetten wat er te zien is. Dit kun je doen door met de rechtermuisknop op de afbeelding te drukken, daarna op Bijschrift invoegen en vervolgens op Nieuwe naam. Typ hier een paar woorden of maximaal twee zinnen die zeggen wat er te zien is. Dit bijschrift is via de standaard manieren van Word groter of kleiner te maken.

De laatste toevoegingen aan het werkstuk

Na dat je al je tekst hebt gemaakt kun je een conclusie of nawoord schrijven, maar ook een bronvermelding is belangrijk. Vermeld hoe jij aan je informatie en afbeeldingen komt. Zet de naam van de site of het boek neer. Je kan ook bij de namen van de sites de logo’s van de sites erbij zetten.

Als laatste is het natuurlijk belangrijk om taalfouten te voorkomen. Begin een zin met een hoofdletter en let op werkwoordspelling. Laat voor het printen iemand jouw verslag lezen of print een proefversie uit. De ander verbetert jouw fouten en daarna print je de officiële versie uit.

Als je dit alles hebt gedaan is jouw verslag klaar. Print hem uit en doe hem daarna in een mapje, deze zijn overal verkrijgbaar. Dit staat netter dan een nietje. In sommige mapjes is een dubbelzijdig afgedrukt verslag moeilijk te lezen, let hierop bij het uitprinten.