Teksten schriijven: het maken van een boeiend werkstuk
Het maken van een werkstuk is geen eenvoudige opgave. Wat wordt het onderwerp van het werkstuk? Welke deelonderwerpen komen aan de orde? Hoe wordt de volgorde van de deelonderwerpen? Hoe schrijf ik een inleiding die de aandacht trekt van de lezer en die zijn aandacht richt? Hoe sluit ik mijn werkstuk af? Als deze vragen zijn beantwoord, kan begonnen worden met het schrijven van de tekst. Meestal wordt er begonnen met het middenstuk. Slot en inleiding volgen later. Een goede inhoud is belangrijk. Bovendien moet de tekst overzichtelijk zijn. Spelfouten dienen te worden vermeden.
De opdracht om een werkstuk te schrijven
Leerlingen van de basisschool en leerlingen in het voortgezet onderwijs kunnen de opdracht krijgen om een werkstuk te schrijven over een bepaald onderwerp. Als de leerling een bepaald onderwerp heeft gekozen, zal hij nog heel wat stappen moeten zetten om te komen tot een werkstuk dat door de lezers met plezier wordt gelezen.
Oriëntatie op het onderwerp
Om te kunnen komen tot een goede inhoud is oriëntatie op het onderwerp noodzakelijk. Een werkstuk moet immers een relevante inhoud hebben. Een leerling die een werkstuk wil maken over het onderwerp diepzeeduiken zal informatie over het onderwerp moeten zoeken in boeken, wetenschappelijke tijdschriften en op het internet. Ook leerlingen die al veel over het onderwerp weten zullen zich moeten oriënteren. In het werkstuk kan dan de nieuwste informatie worden opgenomen.
Omschrijving van het doel van een tekst
Om gericht informatie te kunnen verzamelen, moet een leerling zich afvragen welk doel hij wil bereiken. Wil hij de lezers van zijn werkstuk informeren, bijvoorbeeld over duiktechnieken en de voor het diepzeeduiken benodigde uitrusting, of wil hij de lezers ergens van proberen te overtuigen? In een werkstuk over kerncentrales kan hij bijvoorbeeld aantonen dat sluiting van kerncentrales, gelet op de vele risico's, noodzakelijk is.
Oriëntatie op de lezers
Om gericht informatie te kunnen verzamelen, moet de leerling ook weten voor wie hij schrijft. Is de tekst vooral bedoeld voor lezers die waarschijnlijk veel belangstelling hebben voor het onderwerp van zijn werkstuk, of schrijft hij een werkstuk voor lezers die al veel kennis hebben over het onderwerp?
Bepalen van de verschillende onderdelen van het onderwerp
Een leerling die een werkstuk schrijft over (bijvoorbeeld) diepzeeduiken zal moeten bepalen welke deelonderwerpen hij in zijn werkstuk opneemt. Mogelijke deelonderwerpen zijn: de benodigde uitrusting, verschillende duiktechnieken, mogelijke gevaren, benodigde training en opleiding, tips voor beginnende duikers, het fotograferen onder water en eigen ervaringen met het diepzeeduiken. Deze deelonderwerpen vormen het middenstuk van zijn werkstuk. Andere delen van het werkstuk zijn de inleiding en het slot.
De deelonderwerpen moeten in een logische volgorde worden gezet. Begin een artikel over diepzeeduiken bijvoorbeeld met informatie over benodigde uitrusting en de verschillende duiktechnieken. Bespreek daarna de mogelijke gevaren van het diepzeeduiken, en hoe mogelijke risico's kunnen worden vermeden.
De inleiding van het werkstuk
De inleiding moet de aandacht trekken. De lezer moet geboeid worden. Dat kan bijvoorbeeld, door te vertellen over je eigen belevenissen, of door aan te sluiten bij de actualiteit.
De inleiding moet de aandacht ook richten. Het moet dus direct duidelijk zijn wat het onderwerp is van het werkstuk. Dat kan bijvoorbeeld door al in de eerste zin te verwijzen naar het onderwerp: Duiken is een steeds meer opkomende en geliefde sport.
Een goede titel van het artikel kan ook de aandacht van de lezer trekken: De kick van het diepzeeduiken.
Het schrijven van een boeiende tekst
Als de verschillende deelonderwerpen zijn gerangschikt, kan begonnen worden met het schrijven. Begin met het schrijven van het middenstuk. Het slot en de inleiding kunnen later worden toegevoegd. De inleiding, ook van dit artikel, wordt vaak als laatste geschreven.
Denk bij het formuleren niet te lang na over een bepaalde zin, of over het gebruik van een bepaald woord. Een definitieve versie van de tekst kan later worden geschreven.
Zorg voor een overzichtelijke tekst. Spring duidelijk in bij een nieuwe alinea, of sla een regel over. Zorg voor een goede interpunctie (zet de leestekens als punt, komma en vraagtekens op de juiste plaats). Probeer spelfouten te vermijden. Let op de juiste spelling van de werkwoorden (Word corrigeert
ik vindt niet). Neem de tijd om de fouten uit de tekst te halen. Lever het werkstuk daarna pas in.
Het slot van de tekst
Het werkstuk moet een afsluitend gedeelte hebben. De lezer moet duidelijk worden dat het werkstuk klaar is. De leerling kan, bij een werkstuk over diepzeeduiken, besluiten met enkele samenvattende zinnen. Of hij kan, bij een werkstuk over de gevaren van kerncentrales, opmerken dat hij hoopt dat, gelet op de genoemde gevaren, alle kerncentrales spoedig zullen worden gesloten.