Een biologieverslag schrijven
Als je een biologisch onderzoek doet is het vaak de bedoeling dat je hier een verslag over schrijft. Het is niet makkelijk om een goed verslag te schrijven. Je verslag moet een goede, logische opbouw hebben en dus duidelijk zijn opgebouwd. Ook is het belangrijk dat alle informatie die verkregen is uit het onderzoek goed weergegeven wordt in de resultaten.
Onderzoek
In de biologie komt het geregeld voor dat je een onderzoek moet doen. Hier wordt vrijwel altijd een verslag van gemaakt. Een onderzoek opstellen vereist nog een aantal stappen. Dit is een richtlijn van stappen die doorlopen moeten worden. Het is niet altijd hetzelfde maar dit is een gebruikelijke methode om een onderzoeksverslag te maken. Zorg voor een nette duidelijke opbouw van je verslag. Dit doe je door gebruik te maken van kopjes en alinea's.
Dit is het stappenplan dat doorlopen moet worden voor een goed biologieverslag:
Stap 1: Voorpagina
Je begint met een voorpagina te maken van het verslag. Op de voorpagina vermeld je in ieder geval de titel van je verslag. Dit is kort en duidelijk. Uit de titel moet gehaald kunnen worden waar het verslag over gaat. Verder vermeld je op de voorpagina de datum, je naam en eventueel plaatjes over het onderzoek.
Stap 2: Inhoudsopgave
Maak alvast een inhoudsopgave. Als je een kort verslag hebt is de inhoudsopgave niet noodzakelijk, maar het geeft altijd wel wat duidelijkheid aan je verslag. Je maakt hier kopjes en vermeldt daarbij het paginanummer waar deze beginnen.
Stap 3: Inleiding
Voordat je begint aan het onderzoek schrijf je een inleiding. Hierin vertel je waarom je deze proef gaat doen, en geef je wat informatie vooraf over het onderwerp waar jouw onderzoek over gaat. Deze informatie kan jou helpen om verwachtingen te schetsen van het onderzoek. Je kunt je gaan bedenken wat de resultaten gaan zijn van het onderzoek. Ook als er eventueel een eerder verslag gemaakt is over het onderwerp dat jij gaat onderzoeken kun je dat in de inleiding vermelden.
Misschien komt er bij jou een andere uitkomst uit dan bij voorgaande onderzoeken, en kun je weer meer zeggen over het onderwerp. In de inleiding staat dus eigenlijk een stukje theorie over het onderwerp en eventueel over voorgaande onderzoeken. Ook vertel je iets over hoe dit onderzoek tot stand gekozen is en leid je het verslag in.
Stap 4 (probleemstelling), 5 (hypothese), 6 (onderzoeksvraag) en 7 (voorspelling)
Na de inleiding kun je beginnen met de probleemstelling. De probleemstelling bestaat uit één vraag, die het probleem weergeeft. Vervolgens maak je de hypothese. Een hypothese stel je op door te beginnen met "Ik denk dat... ", daarna leg je uit waarom je dat denkt "..., ik denk dit omdat...". De hypothese wordt uiteindelijk in de conclusie bevestigd of verworpen.
Als je dit gedaan hebt maak je een onderzoeksvraag. Dit is een vraag die betrekking heeft op hetgeen je gaat onderzoeken. Het antwoord op deze vraag zou uit jouw onderzoek naar voren moeten komen. Je gaat op deze vraag dan ook antwoord geven in de conclusie.
Uiteindelijk maak je een voorspelling. Hierin vertel je wat je gaat verwachten van de proef, en wat volgens jou de uitkomst gaat zijn. Vermeld hier ook bij waarom je denkt dat dit de uitkomst gaat zijn, onderbouw je voorspelling goed. Je kunt hier de informatie gebruiken die je in de inleiding hebt verzameld. Door deze informatie te gebruiken kun je al een goed onderbouwde voorspelling maken.
Stap 8: Werkplan
Voordat de proef gedaan wordt moet je nog een werkplan opstellen. Hierin vertel je hoe je te werk gaat, en wat je verwachtingen zijn. Je bent erg precies en geeft duidelijk aan met wat voor materialen je gaat werken, en welke methode je gaat gebruiken om tot de resultaten te komen. Als je gebruik hebt gemaakt van bronnen dan moet je hier alvast naar verwijzen bij 'literatuur'. Het is erg belangrijk dat je bronnen vermeldt. Wanneer je toch bronnen gebruikt zonder deze te vermelden wordt dit gezien als plagiaat en kan dit problemen opleveren.
Stap 9: Resultaten
Als je een inleiding, probleemstelling, hypothese, onderzoeksvraag, voorspelling en werkplan geschreven hebt kun je gaan beginnen met het echte onderzoek. Vermeld alle resultaten netjes in een tabel, of maak eventueel een grafiek van de resultaten. Verwerk alles wat je waarneemt in de resultaten.
Stap 10: Conclusie
Vervolgens kun je een conclusie gaan trekken uit de verkregen resultaten. In de conclusie geef je antwoord op de onderzoeksvraag, en vertel je of de hypothese bevestigd is of niet. Als er opmerkelijke resultaten zijn vermeld je dit ook in de conclusie. In de discussie kunnen opmerkelijke resultaten eventueel verklaard worden.
Stap 11: Discussie
Na de conclusie maak je nog een discussie. In de discussie vertel je alles wat eventueel fout gegaan is. Zijn er meetfouten of meetonzekerheden? Hoe kunnen deze de volgende keer voorkomen worden, en hoe groot is de invloed van deze eventuele meetfouten en/of meetonzekerheden op de resultaten geweest. Je kunt hier een berekening maken van de invloed die dit gehad kunnen hebben op je resultaten. Zo kun je een percentage berekenen waardoor erg duidelijk wordt hoe betrouwbaar de proef is geweest. In de discussie kun je ook een plan voor vervolgonderzoek opstellen. Hoe zorg je ervoor dat dit onderzoek nog beter wordt.
Stap 12: Literatuur
Uiteindelijk sluit je het verslag af met een literatuurlijst. Hierin vermeld je alle bronnen die je gebruikt hebt zo nauwkeurig mogelijk. Bronnen vermeld je met de datum waarop je ze gezien hebt. Wanneer je een boek gebruikt hebt vermeld je de schrijver van het boek erbij. Als je een website gebruikt hebt dan kopieer je de hele link en zet je vervolgens de datum erachter. De bronnen kunnen met behulp van voetnoten in de tekst gezet worden. De literatuurlijst zet je op alfabetische volgorde.