Stijlfiguren: de verschillende tropen en schema's
Al heel lang worden stijlfiguren (ook wel retorische figuren) gebruikt in onze taal. Een stijlfiguur is een opzettelijke afwijking van het gewone taalgebruik met het doel de overtuigingskracht van de tekst te vergroten. Stijlfiguren kunnen worden ingedeeld in tropen of schema's. Een troop is een vorm van beeldspraak waarbij het oorspronkelijke beeld (of onderwerp) wordt vervangen of vergeleken met iets anders. Bij een schema zit een afwijking niet in de inhoud van de tekst, maar meer aan de oppervlakte zoals bij rijmen. Er zijn verschillende soorten tropen en schema's.
Tropen
Bij het stijlfiguur troop wordt een gedachte of een begrip indirect tot uiting gebracht. Het oorspronkelijke beeld (onderwerp) wordt vergeleken met iets anders of soms helemaal vervangen. Een troop is een vorm van beeldspraak.
Vergelijking (met 'als')
Twee zaken worden met elkaar vergeleken op grond van iets wat ze gemeenschappelijk hebben. Het woord 'als' kondigt de vergelijking aan.
Voorbeeld:
Groen als gras.
Metafoor in engere zin
Bij een metafoor in engere zin wordt het oorspronkelijke beeld niet meer genoemd, alleen maar datgene waarmee het vergeleken wordt.
Voorbeeld:
Deze schilder is de nieuwe Picasso.
Metonymia
Bij een metonymia vindt ook een vervanging plaats, maar op grond van een ander soort relatie.
"De bomen fluisteren zachtjes zijn naam." is een voorbeeld van personificatie. /
Bron: Jplenio, PixabayEr zijn vier soorten metonymia's. Dit zij de volgende:
- Pars pro toto: een deel van het geheel wordt genoemd. Voorbeeld: Het personeel bestaat uit 76 koppen. Koppen staat hier voor personen.
- Totum pro parte: in plaats van een onderdeel wordt het geheel genoemd. Voorbeeld: Nederland heeft met 4-0 verloren. In plaats van 'Het Nederlands elftal' wordt 'Nederland' hier genoemd.
- In plaats van het voorwerp wordt het materiaal genoemd. Voorbeeld: Roy Makaaij joeg het leer met een indrukwekkend schot in de linkerbovenhoek. Het 'leer' wordt gebruikt i.p.v. 'voetbal'.
- In plaats van het product wordt de naam van de maker genoemd. Voorbeeld: Daar hangt een echte Van Gogh. 'Van Gogh' wordt gebruikt in plaats van 'het schilderij van Van Gogh'.
Personificatie
Bij personificatie wordt iets dat levenloos is als mens of dier voorgesteld en neemt hiervan eigenschappen aan.
Voorbeeld:
Het zonnetje lacht vriendelijk naar ons.
Allegorie
Bij een allegorie wordt de metafoor in een langere tekstpassage (dit kan ook de hele tekst zijn) volgehouden.
Voorbeeld:
Wetenschap is vaderschap. Een onderzoek begint in de wieg. Wil je het grootbrengen zul je het moeten opvoeden, totdat het groot genoeg is de wijde wereld in te gaan.
Ironie
Wanneer ironie wordt gebruikt bedoelt de spreker het tegenovergestelde van wat hij letterlijk zegt. Er moet opgemerkt worden dat de letterlijke betekenis niet bedoeld kan zijn. Ironie wordt soms geaccentueerd door een uitroepteken of een 'lachebekje'.
Voorbeeld:
Ben je van een 5,4 naar een 4,7 gegaan op je rapport? Wat een vooruitgang!
Dubbelzinnigheid
Dubbelzinnigheid pas je toe door opzettelijk woorden te gebruiken die op verschillende manieren kunnen worden geïnterpreteerd in een tekst.
Voorbeeld:
Marie José is die nacht goed bevallen.
Concretisering
Concretisering kun je toepassen door een
citaat, een
voorbeeld of een
anekdote. In alle drie gevallen wordt een algemeen idee concreter voorgesteld en dichterbij het publiek gebracht.
Schema's
Bij het stijlfiguur schema zit het afwijkende niet in de inhoud van de tekst, maar meer aan de oppervlakte. Het gaat er bijvoorbeeld om de rijmklank van verschillende woorden. De soorten schema's worden hieronder besproken.
Rijm
Rijm kan een tekst opvallend of aantrekkelijker maken. Er zijn verschillende soorten rijm:
- Beginrijm. Voorbeeld: Heerlijk Helder Heineken
- Eindrijm. Voorbeeld: Heb je een tekort aan kussenslopen? Dan moet je ze nu snel gaan kopen!
- Assonantie/ klinkerrijm. Voorbeeld: Vergeven en vergeten.
Parallellisme
Bij parallellisme begint een aantal zinnen op dezelfde manier en heeft het dezelfde structuur.
Voorbeeld uit Psalm 23:
Hij doet mij nederliggen in grazige weiden;
Hij voert mij zachtkens aan zeer stille wateren.
Ellips
Bij de ellips wordt een woord weggelaten zodat er vervolgens een onvolledige zin ontstaat. Wel kunnen de weggelaten delen gemakkelijk worden gehaald uit de context.
Voorbeeld:
Oost west, thuis best.
Enumeratie (opsomming)
Een opsomming kan een volledige indruk maken, of een indruk van grote hoeveelheid.
Voorbeeld:
Als laatsten gingen Noach, zijn vrouw, hun drie zonen en hun vrouwen de ark binnen.
Herhaling (anafoor)
Een herhaling van woorden of woordgroepen kan het effect van opsomming nog versterken.
Voorbeeld:
Niemand die het weet,
niemand die wat doet
niemand die het wat kan schelen...
Drieslag
Een drieslag is een opsomming van drie elementen. Dit liefst met een sterke uitsmijter als laatste.
Voorbeeld:
Ik kwam, ik zag, ik overwon.
Retorische vraag
Een retorische vraag is een vraag waar geen antwoord op verwacht wordt. Het antwoord wordt namelijk al in de vraag voorgelegd. De retorische vraag is enkel om de aandacht te trekken van de lezer.
Voorbeeld:
Hoe dom kun je zijn?
Zelfcorrectie
De spreker zegt bij zelfcorrectie opzettelijk iets anders dan bedoeld, om zichzelf daarna te corrigeren en daarmee de nadruk te leggen op wat hij het laatst noemt.
Voorbeeld:
Dat was een heel domme fout... ik bedoel: zo iets zou je niet moeten doen.
Tegenstelling (antithese)
Bij een tegenstelling worden twee zaken die tegenover elkaar staan naast elkaar gezet zodat de eigenschappen van de één beter naar voren komen. /
Bron: Geralt, Pixabay
Tegengestelde zaken worden naast elkaar gezet, met als doel dat de eigenschappen van de één beter naar voren komen.
Voorbeeld:
Medicijnen en vrouwen waren zijn grootste antipathieën, en hij was gewoon te beweren, dat hij zonder de laatste wel leven en zonder de eerste wel sterven kon.
Paradox
Een schijnbare tegenstelling. Het lijkt een tegenstelling, maar als je even doordenkt, is dat het niet. Een echt doordenkertje dus.
Voorbeeld:
Wie weldoorvoed is, voelt het meest de honger.
Inclusief 'we'
Door het gebruik van de we-vorm, probeert de spreker de afstand tussen zichzelf en de luisteraars te verkleinen. Het wekt namelijk de suggestie dat beiden tot een groep horen.
Voorbeeld:
We vinden het tegenwoordig de gewoonste zaak van de wereld om drie keer per jaar op vakantie te gaan. Wat we daarbij vergeten is dat we een aanslag plegen op de wereldvoorraad fossiele brandstoffen.
Directe aanspreking
Zoals de naam al duidelijk zegt: het publiek rechtstreeks aanspreken.
Voorbeeld:
Ik wil de gasten afkomstig uit het tehuis de Zonneweide bij deze van harte welkom heten.
Geladen taalgebruik
Het gebruik van woorden met een bepaalde gevoelswaarde of connotatie. Dit geeft 'kleur' aan uitingen. De spreker kan hiermee zijn mening duidelijk maken. Voor het publiek wordt het dus wel lastiger om feiten en mening uit elkaar te houden.
Voorbeeld:
Waarom blijven onze regering en onze media de moslims hier te lande doodknuffelen?
Hyperbool
Overdrijven om iets mooier of krachtiger te maken. Hyperbolen worden zo vaak gebruikt dat we het vaak doen zonder dat we het nog doorhebben.
Voorbeeld:
Ik heb echt eeuwen gewacht op mijn afspraak bij de huisarts.
Eufemisme
Een woord, zinsdeel of hele zin dat hard klinkt vervangen door een verzachtend of verhullend woord.
Voorbeeld:
In de Albert Heijn zijn wat prijscorrecties gedaan. (Wanneer het gaat om prijsverhoging)
Understatement
Het understatement lijkt erg op eufemisme: de spreker drukt zich namelijk zwakker uit dan hij bedoelt.
Voorbeeld:
Dat lijkt me niet zo eenvoudig (i.p.v. Dat is heel moeilijk)
Praeteritio
Wanneer de spreker beweert dat hij ergens geen aandacht op wil vestigen, maar door het zeggen daarvan legt hij er juist extra aandacht op.
Voorbeeld:
Over zijn strafblad wil ik het nu niet hebben, maar...