Vergelijkingen in de Nederlandse taal
De Nederlandse taal kent veel verschillende stijlfiguren. Een veel gebruikte categorie van stijlfiguren is die van de vergelijkingen. Er zijn veel verschillende namen voor verschillende mogelijke vergelijkingen. Om het geheel nog eens ingewikkelder te maken, hebben sommige vergelijkingen verschillende namen, en zijn er meerdere overkoepelende termen voor een groep binnen de vergelijkingen. Hieronder worden de belangrijkste vergelijkingen behandeld.
Vergelijking
Misschien wel de simpelste vorm van stijlfiguren is de vergelijking. Hiermee trekt men een vergelijking tussen het object, waar het om gaat, en een beeld, het ding waarnaar de vergelijking verwijst. Er zijn twee vormen van deze vergelijking. De eerste is met voegwoord, en de tweede zonder. Voorbeelden van vergelijkingen met voegwoorden zijn:
- "Rood als bloed"
- "Koud als ijs"
Zonder voegwoorden worden dit:
Allegorie
Een allegorie is een vorm van beeldspraak die gedurende het hele werk wordt volgehouden. Het is ofwel een metafoor, ofwel een personificatie. Bekende voorbeelden van allegorieën zijn het zinnespel ‘Elckerlijc’ en de fabel ‘Van den vos Reynarde’. Ook in verschillende bekende en minder bekende werken is ‘de Dood’ een meespelend personage. Als dit het geval is, dan is het verhaal ook een Allegorie.
Asyndetische vergelijking
Een asyndetische vergelijking houdt in dat er geen verbindingswoord staat tussen het object en het beeld. De term komt, zoals zoveel namen van stijlfiguren, uit het Grieks. Het is opgebouwd uit ‘a’ ‘syn’ en ‘de’, deze betekenen respectievelijk ‘niet’ ‘samen’ en ‘binden’, dus het beeld en het object worden niet ‘gebonden’ door een verbindingswoord. Voorbeelden zijn:
- Zijn hoofd, een tomaat, gloeide nog na
- Wat doet hij hier? Die sukkel, die idioot!
Metafoor
Een metafoor is een vorm van beeldspraak waarin het object wordt weggelaten. Alleen het beeld wordt genoemd. Het object en het beeld hebben verder niet direct iets met elkaar te maken. Een bekend voorbeeld is “het schip van de woestijn”, ofwel een kameel.
Metonymia
Een metonymia is een vorm van beeldspraak, waarin een vergelijking wordt gemaakt tussen twee zaken, waartussen een duidelijke betrekking bestaat. Er zijn een paar veelvoorkomende relaties met voorbeelden erbij:
- Het voorwerp en de inhoud: “Doe mij nog maar een kopje”
- De maker en het gemaakte: “Hij heeft een echte Rembrandt aan de muur”
- Pars pro toto: het geheel krijgt de naam van een onderdeel: “Even de hoofden tellen”
- Totum pro parte: een onderdeel krijg de naam van een geheel: “Nederland wint van Duitsland met 2-1”
Personificatie
Bij een personificatie wordt een ding, dier of abstract begrip als een persoon beschouwt. Een personificatie is te beschouwen als een metafoor. Enkele voorbeelden zijn:
- “De dood zit hem op de hielen”
- “De wind rammelt aan de ramen”
- “De tijd vliegt”
Synesthesie
Een synesthesie is de combinatie van zintuiglijke uitdrukkingen. Dit houdt in dat een manier van waarnemen aan een ander zintuig wordt toegeschreven. Voorbeelden zijn:
- "Schreeuwende kleuren"
- "Bittere woorden"
- "Een warme stem"
Homerische vergelijking
Een homerische vergelijking ie en bijzonder ver uitgewerkte vergelijking. De naam Homerische vergelijking is afgeleid van de naam Homerus, dichter van de Ilias en de Odyssee. Hierin komt dit type vergelijking veel voor. Een voorbeeld hiervan is:
“Zoals in de bergen een havik, vlugger vliegt dan al wat er vliegt, op een schichtige duif komt gestreken — deze wiekt zijdelings weg, maar de havik, telkens weer stotend, schiet en schiet op haar af met snerpende kreten: zijn vraatzucht spoort hem tot grijpen — zo snelde toen ook Achilles naar voren, vol van begeerte.” (door Homerus, vertaald door A. Timmerman)