Lijst van stijlfiguren in de Latijnse literatuur
Stijlfiguren of stijlmiddelen komen we heel veel tegen in de Latijnse literatuur bij redenaars, geschiedschrijvers, dichters en alle andere vormen van literair taalgebruik. Ze worden gebruikt om een bepaald effect bij de lezer te gebruiken, bijvoorbeeld ergens de aandacht op te vestigen of extra spanning toe te voegen. In dit artikel een alfabetische lijst van veel gebruikte stijlmiddelen in het Latijn.
Alliteratie (beginrijm)
Bij alliteratie beginnen twee of meer woorden met dezelfde medeklinker:
"tanta tamque corrupta civitate"
"in een zo grote en zo verdorven gemeenschap"
"factu facillumum"
"heel gemakkelijk om te doen"
Anafoor/Repetitio
Dit is een herhaling van hetzelfde woord aan het begin van achtereenvolgende zinsdelen of zinnen:
"num fletu ingemuit nostro, num lumina flexit, num lacrimas dedit?"
"hij heeft door mijn geween toch geen zucht gelaten, toch zijn ogen niet geknipperd, toch geen traan gelaten?"
"hic amor, haec patria est"
"hier is mijn liefde, dit is mijn vaderland"
Antithese
Samenvoeging van twee tegengestelde begrippen of gedachten:
"alieni adpetens, sui profusus"
"andermans bezit begerend, zijn eigen bezit verkwistend"
Apostrofe
De redenaar wendt zich af van zijn eigenlijke publiek en richt zich tot een andere , al dan niet aanwezige persoon. In het volgende voorbeeld richt Cicero zich in zijn redevoering tot de senatoren speciaal tot Catilina:
"quo usque tandem abutere, Catilina, patientia nostra?"
"hoe lang zul je nog misbruik maken van onze lijdzaamheid, Catilina?"
Assonantie
Overeenkomst tussen lettergrepen en woorden waarbij de klinkers gelijk zijn:
"at vero Aeneas aspectu obmutuit amens"
"maar werkelijk verstomde Aeneas, buiten zichzelf door de verschijning"
Asyndeton
Zinsdelen of zinnen worden zonder voegwoord achter elkaar geplaatst:
"bella intestina caedes rapinae discordia civilis"
"burgeroorlogen, moord, roof, onenigheid onder de burgers"
Een asyndeton wordt vaak gebruikt om een tegenstelling te benadrukken, dus
sed of
autem is als het ware weggelaten:
"satis eloquentiae, sapientiae parum"
"voldoende welsprekendheid, (maar) (van) wijsheid te weinig"
De bovenstaande zin bevat ook een chiasme en ellips.
Chiasme (kruisstelling)
Van twee zinnen of zinsdelen zijn de overeenkomstige elementen in tegengestelde volgorde geplaatst, als A B : B A. De naam is ontleend aan de vorm van de Griekse letter X (chi):
"satis eloquentiae, sapientiae parum"
"voldoende welsprekend, (van) wijsheid te weinig"
Hier is het chiasme: bijw. (A) – gen. (B) : gen. (B) – bijw. (A)
"omnia possideat, non possidet aera"
"hij mag dan alles bezitten, de lucht bezit hij niet"
Hier is het chiasme: lijd. vw. (A) – pers. Vorm (B) : pers. vorm (B) – lijd. vw. (A)
Climax
Reeks van zinsdelen of zinnen die naar inhoud en/of vorm in stijgende lijn zijn geordend:
"tam improbus, tam perditus, tam tui similis"
"zo slecht, zo verdorven, zo precies jouw evenbeeld"
Deze climax is geordend naar inhoud.
"etiam in senatum venit, fit publici consili particept, notat et designat oculis ad caedem unumquemque nostrum"
"hij verschijnt zelf in de senaat, neemt deel aan een openbare beraadslaging, met zijn blik merkt hij en bestemt hij ieder van ons voor een gewelddadige dood"
Deze climax is geordend naar vorm.
Dramatische ironie
Van dramatische ironie wordt gesproken als de lezer of toeschouder (bij een toneelstuk) meer informatie heeft over de situatie waarin het personage verkeert dan het personage zelf. Dit geeft het verhaal extra spanning.
"Ecce autem gemini a Tenedi … (horresco referens) immensis orbibus angues incumbent pelago"
"Kijk echter, twee slangen vanaf Tenedos … (ik huiver terwijl ik het vertel) glijden met geweldige kronkels over de zee."
De Grieken liggen voor anker in Tenedos, hetgeen de Trojanen niet weten. Het kwaad komt dus van Tenedos.
Ellips
Weglating van een vanzelfsprekend woord, waardoor een onvolledige zin ontstaat:
"satis eloquentiae, sapientiae parum"
"(hij bezat) voldoende welsprekendheid, te weinig wijsheid"
In deze zin ontbreken zowel een
fuit als een naar Catalina verwijzend
ei.
Eufemisme (verzachtende uitdrukking)
Eufemisme is een verzachtende uitdrukking, bijvoorbeeld ‘heengaan’ in plaats van ‘sterven’.
Exclamatio (Cicero)
Korte uitroep, vaak met ellips:
"o tempora, o mores!"
"o tijden, o zeden!"
Deze formulering drukt grotere verontwaardiging uit dan ‘dit zijn slechte tijden en slechte zeden’.
Hyperbaton (overstap)
Twee woorden die bij elkaar horen worden uit elkaar geplaatst, en krijgen daardoor extra nadruk:
"speluncam Dido dux et Troianus eandem deveniunt"
"koningin Dido en de Trojaan komen in dezelfde grot terecht"
Speluncam en
eandem horen hier bij elkaar.
Ironie
Men zegt het tegenovergestelde van wat er – gezien de context – wordt bedoeld:
Er wordt bijvoorbeeld
fortes viri ‘dappere mannen’ gezegd, maar bedoeld wordt ‘slappelingen’, ‘lafbekken’.
Litotes
Omschrijving van een begrip door middel van zijn ontkende tegendeel:
"non ignara mali"
"de ellende niet nietwetend"
Hier betekent dat dus ‘heel goed op de hoogte van de ellende’. De litites heeft vaak een versterkende functie.
Metafoor
Het eigenlijke woord wordt vervangen door een woord dat ten dele dezelfde associaties oproept en daarom in verband wordt gebracht met het eigenlijke woord: een vergelijking zonder ‘zoals’:
"at regina, gravi iamdudum saucia cura, vulnus alit venis et caeco corripiyur igni"
"maar de koningin, allang gewond door ernstige zorg (= verliefdheid), voedt haar wond in haar aderen en wordt verteerd door onzichtbaar (liefdes)vuur."
‘Zorg’en ‘wond’ worden gebruikt voor de pijn van (nog) onbeantwoorde liefde, en ‘vuur’ voor verliefdheid.
Metonymie
Vervanging van het eigenlijke woord door een woord uit hetzelfde woordveld, dat wil zeggen: waarvan de betekenis in een aantoonbaar verband staat met de betekenis van het eigenlijke woord. Er worden verschillende vormen onderscheiden, o.a.:
Pars pro toto (deel in plaats van een geheel):
"capitis iniura cari"
"onrecht aangedaan aan een dierbaar hoofd"
‘Hoofd’ staat hier voor ‘persoon’.
Materiaal in plaats van voorwerp:
bijvoorbeeld het gebruik van
ferrum ‘ijzer’ in plaats van dolk of zwaard.
Abstractum pro concreto (een abstract begrip in plaats van iets concreets):
"flagitiorum atque facinorum"
"schanddaden en misdaden"
‘schanddaden’ en ‘misdaden’ in plaats van ellendelingen en misdadigers.
Concretum pro abstracto (iets concreets in plaats van een abstract begrip):
"arma"
"wapens"
‘wapens’ in plaats van krijgsdaden.
God(in) in plaats van product:
Met ‘Bacchus’ wordt wijn bedoeld, met ‘Mars’ oorlog, met ‘Vulcanus’ vuur.
Onder de metonymie vallen ook het gebruik van het
meervoud in plaats van het enkelvoud en andersom.
Parallellie
Opvallende overeenkomst tussen zinsdelen of zinnen in structuur of woordvolgorde:
"quantum vertice ad auras aetherias, tandum radice in Tartara tendit"
"zover als hij met zijn kruin naar de lucht van de hemel reikt, zover reikt hij zich met zijn wortel naar de Tartarus"
Pathos
Op verschillende manieren wekt de verteller emoties op bij de lezer. De verteller heeft hiervoor allerlei middelen zoals de directe rede, herhalingen van woorden, alliteraties, climax, vertellerscommentaar.
"At pater infelix nec iam pater ‘Icare’ dixit, ‘Icare’ dixit ‘ubi es? Qua te regione requiram?’ ‘Icare’ dicebat…"
"Maar de ongelukkige vader, niet langer vader, zei ‘Icarus’, ‘Icarus’ zei hij, ‘waar ben je? In welke streek moet ik je zoeken?’ ‘Icarus’ zei hij…"
Polysyndeton
Constante herhaling van het voegwoord in een reeks van woorden, zinsdelen of zinnen:
"vel modesto vel molli vel procaci"
"dan wel ingetogen, dan wel charmant, dan wel uitdagend"
Praeteritio (Cicero)
De spreker kondigt aan dat hij iets zal overslaan, waarmee het intussen wel onder de aandacht van het publiek wordt gebracht:
"praetermitto ruinas fortunarum tuarum"
"ik wil hier niet je faillissement ter sprake brengen"
Retorische vraag
Een vraag die niet gesteld wordt om door iemand beantwoord te worden, maar om zekerheid of verontwaardiging uit te drukken:
"quo usque tandem abutere, Catilina, patientia nostra?"
"hoe lang zul je nog misbruik maken van onze lijdzaamheid, Catilina?"
Dit komt dus neer op ‘al lang genoeg maak je misbruik van onze lijdzaamheid’.
Sententia
Korte zinrijke spreuk:
"veni, vidi, vici"
"ik kwam, ik zag, ik overwon"
Deze zin bevat tevens een alliteratie, assonantie, trikolon, asyndeton én climax.
Trikolon
Driedelige zin of zinsdeel:
"ferro, igni, quacumque vi possim"
"te zwaard, te vuur, met welk geweld ik maar kan"
Dergelijke zinnen of zinsdelen vormen vaak een climax.
Vergelijking
Een vergelijking heeft als doel de beschrijving van een situatie of gebeurtenis te versterken en bestaat uit drie elementen:
- het afgebeelde: datgene wat met iets anders vergeleken wordt;
- het beeld: datgene waarmee het vergeleken wordt;
- het punt van overeenkomst (tertium comparationis): datgene wat de twee gemeen hebben.
"Saevit inops animi totamque incensa per urbem bacchatur, qualis commotis excita sacris Thyias"
"Ze (= Dido) gaat radeloos tekeer en aangestoken zwerft ze als een bacchante door de hele stad, als een Thyade opgezweept door het tevoorschijn halen van de heilige voorwerpen"
De afgebeelde is dus Dido; het beeld is de Thyade/Bacchante; tertium comparationis is de bezetenheid.