Gevorderde geletterdheid en de ontwikkeling daarvan
Geletterdheid is het vermogen tot lezen en schrijven. Het gaat om kennis en vaardigheden, waarmee mensen doelen kunnen bereiken in communicatie en informatieverwerving. (Verhoeven en Aarnoutse). Voor de beginnende geletterdheid wordt in de eerste drie jaren van de basisschool een basis gelegd. Aan het einde van de basisschool moet een kind zelfstandig informatie kunnen verwerven en die informatie zelfstandig kunnen verwerken in geschreven taal. Het ontwikkelen van deze vaardigheid is een groot goed.
Wat is gevorderde geletterdheid
Motivatie, woordenschat en strategieën
- Betrokkenheid: lees- en schrijfmotivatie
- Codeervaardigheid en decodeervaardigheid, dus technisch lezen en spellen
- Begrijpend lezen en schrijven
- Strategische vaardigheid tot informatieverwerving en kennisverwerving
- Leeswoordenschat
- Begrijpen van functies en structuur van geschreven taal
Aanleren van geschreven taal
Motivatie van kinderen stimuleert tot het ontwikkelen van kennis en vaardigheden op het gebied van geschreven taal. Hierbij zijn het technisch lezen en het juist spellen onontbeerlijk. Kinderen moeten zich bewust worden van de klankstructuur van woorden.
Eerst zien ze het woord fonologisch, dan kunnen ze een visuele weergave geven en later automatisch verwerken.
Begrijpend lezen
Als ze dit onder de knie hebben, gaan kinderen begrijpend lezen en schrijven. Ze leren welke strategieën daarbij gebruikt kunnen worden. De woordenschat wordt daardoor zienderogen groter. Kinderen gaan daardoor onze grote-mensenwereld begrijpen, doorzien.
Gevorderde geletterdheid ontwikkelen
Lees- en schrijfmotivatie
Voor de lees- en schrijfontwikkeling is motivatie nodig. Kinderen moeten zien dat lezen en schrijven geen doel op zich zijn, maar als een middel voor communicatie en kennisverwerving. Doordat kinderen steeds beter gaan lezen en schrijven, komen er steeds meer middelen voorhanden om de motivatie te stimuleren. Wereldoriëntatie en lezen in eigen gekozen boeken zijn grote mogelijkheden om die motivatie te vergroten.
Technisch lezen
Kinderen beginnen de geschreven taal te ontdekken met zogenaamde "globaalwoorden". Deze woorden leren ze bij begrippen die ze al kennen( boom, roos, vis). In de volgende fase leren ze auditief en visueel de klanken, het alfabet.
De woordherkenning wordt langzamerhand automatisch en kinderen gaan zich richten op het lezen en begrijpen van zinnen, nog later hele teksten. Technisch lezen is een belangrijk onderdeel van de gevorderde geletterdheid, de basis.
Spellen
Technisch leren lezen en spellen gaan gelijk op in de ontwikkeling. Kinderen leren gesproken woorden op te delen in letters, waarmee ze woorden kunnen vormen.
Moeilijkheden hierbij zijn de alternatieven au en ou, zo ook de ei en de ij. Ook de uitspraak van onze taal per streek kan een obstakel zijn, omdat die afwijkt van de Nederlandse uitspraak.
Spellingregels
Vervolgens gaan kinderen spellingregels leren. Om die regels te begrijpen moeten ze de woord- en zinsbouw van onze taal kennen. Spellen is moeilijker voor kinderen dan lezen.
Woordenschat en schrijfvaardigheid
Strategisch schrijven
Als het spellen beter beheerst wordt, kunnen kinderen zich richten op het schrijven van zinnen, zinsverbanden en hele teksten. Ook hierbij leren kinderen strategieën, voor het verbinden van zinnen en voor het schrijven van hele teksten.
Grotere kinderen gebruiken strategieën voor het schrijven. Ze gaan dan ook steeds meer soorten teksten schrijven: verhalen, informatieve en beschouwende teksten.
Informatieverwerving
Kinderen hebben de behoefte om steeds meer informatie te verwerven en te verwerken. Over zichzelf en over de wereld waarin zij leven. Het lezen en schrijven wordt hiervoor ingezet. Ze leren steeds meer teksten globaal dan wel gedetailleerd te lezen en kunnen daar dan zelf teksten van maken. Ze leren steeds beter teksten in een schema weer te geven.
Leeswoordenschat
Leeswoordenschat volgt op de mondelinge woordenschat die jonge kinderen zich eigen maken. Leeswoordenschat hebben kinderen in geschreven woorden opgebouwd. Door veel te lezen breidt die leeswoordenschat zich uit. Ook hier worden weer strategieën ontwikkeld waarmee kinderen de betekenis van woorden uit een tekst kunnen afleiden en dan onthouden. Ook leren kinderen de figuurlijke betekenis van uitdrukkingen kennen. Zij leren opzoeken in woordenboeken en op internet. Zo wordt de woordenschat zienderogen uitgebreid.
Reflectie op geschreven taal
Kinderen leren onderscheid maken tussen reflecties op de functie en op de structuur van de taal.
Kinderen leren dat verschillende tekstsoorten verschillende communicatieve en informatieve doelen hebben. Ze krijgen steeds meer zicht op de opbouw van zinnen en teksten. Door woord- en zinsontleding leren ze hoe zinnen zijn opgebouwd.
Ze gaan het taalsysteem doorzien.
Lees verder