Zo leert uw (klein)kind lezen
Herinnert u het zich nog? De leesplankjes, letterdoosjes en het monotone gedreun van de klas: "Aap... Noot... Mies..." De eerste leeslessen van uw (klein)kind verlopen heel anders. De vijf grote verschillen tussen vroeger en nu op een rijtje.Aap-noot-mies is nu maan-roos-vis
Het is honderd jaar geleden dat het leesplankje 'aap-noot-mies' op de markt kwam. Generaties schoolkinderen leerden vanaf 1910 lezen met dit leesplankje, de bijbehorende vertelselplaat, het letterdoosje, de leesboekjes en het klassikale leesbord. Maar tegenwoordig is de meest gebruikte methode Veilig Leren Lezen. Deze methode wordt ook wel de maan-roos-vis-methode genoemd, omdat dit de eerste woordjes zijn die de kinderen leren. Tijdens de allereerste leesles leren de kinderen het woordje 'ik'. Dit is een soort opwarmertje. De rijtjes die vervolgens klassikaal worden gelezen zijn anders dan aap-noot-mies. Er is wat bewuster over nagedacht. Zo is er per rijtje steeds één letter anders: 'jaap-raap-kaap'. Op die manier leren de kinderen de losse letters kennen en ervaren ze wat er gebeurt als er een letter verandert. De leerkracht doet het voor, de klas zegt het na en daarna zeggen individuele kinderen het na.Geen 'bee' maar 'buh'
Bij het leren van losse letters gaat het bij de leeslessen om de klank. Het woordje 'maa'n' wordt hardop dus niet gespeld als 'em', 'aa', 'en', maar opgesplitst in klanken als 'mm', 'aa', 'nn'. Er wordt een koppeling gemaakt tussen teken en klank. Op school leren de kinderen woorden hakken en plakken. Door letters weg te laten, toe te voegen of om te wisselen, ontstaan nieuwe woorden. Zo leren de kinderen de verschillende klanken kennen.Voor elk niveau wat wils
Lezen is een belangrijke vaardigheid om de rest van de schoolperiode goed te kunnen doorlopen. Daarom gaat bij de eerste leeslessen veel aandacht uit naar de zwakkere kinderen, om te voorkomen dat deze kinderen al direct een achterstand oplopen. Aan het begin van groep 3 wordt het leesniveau van alle kinderen bepaald. Vervolgens worden er drie groepen gemaakt:[OLIST]Kinderen die al wat kunnen lezen;
Kinderen die een paar letters kennen;
Kinderen die nog bijna geen kennis hebben van lezen en letters.[/OLIST]
Via tussentijdse toetsjes wordt steeds opnieuw het leesniveau van alle kinderen bepaald. Daarbij wordt vooral gekeken naar het leestempo. Het doel is dat aan het einde van groep 3 alle kinderen simpele zinnen kunnen lezen.