Hoe vat je een hoofdstuk samen?
De dingen die je op school leert, zijn meestal in hoofdstukken verdeeld. Elk hoofdstuk geeft uitleg over een bepaald (deel van een) onderwerp. Nadat je een hoofdstuk hebt geleerd, krijg je er een proefwerk over. Om je goed op een proefwerk voor te bereiden, maak je een samenvatting van elk hoofdstuk. Hierin zet je de belangrijke punten uit het hoofdstuk. Zo maak je voor jezelf een overzicht van de dingen waar je in het proefwerk vragen over kunt krijgen.
Wat is een samenvatting?
Een samenvatting is een overzicht van wat er eigenlijk in een tekst staat.
Een tekst kan soms heel ingewikkeld in elkaar zitten. Of er staat heel veel informatie in.
In een samenvatting maak je op een ovezichtelijke manier voor jezelf duidelijk wat er verteld wordt. Daarbij probeer je enkel de hoofdzaken te vermelden. De bijzaken uit de tekst horen niet in een samenvatting thuis.
En je probeert de hoofdzaken zoveel mogelijk in je eigen woorden op te schrijven. Op die manier leer je de stof al, tijdens het maken van de samenvatting.
De hoofdzaken
De hoofdzaken zijn de belangrijkste dingen die in een tekst staan.
Welke dingen het belangrijkste uit een tekst zijn, hangt af van wat je wilt weten. Als je een hoofdstuk gaat samenvatten omdat je er een proefwerk over krijgt, moet je je dus afvragen, wat er gevraagd zal worden. Soms weet je dat precies, omdat je de leerdoelen kent. Soms moet je dat eerst aan de docent vragen.
De bijzaken
De bijzaken zijn de minder belangrijke dingen die in een tekst staan.
De bijzaken zijn de dingen die niet zo belangrijk zijn om te onthouden. Bijvoorbeeld: inleidingen, voorbeelden, toelichtingen, enzovoorts. Bijzaken helpen je vaak om de hoofdzaken beter te begrijpen, maar voor een samenvatting moet je ze juist weglaten.
Een kernzin
Een kernzin is de belangrijkste zin uit een alinea.
De informatie die in de kernzin van een alinea beknopt gegeven wordt, wordt in de rest van de alinea verder uitgewerkt. Je vindt de kernzin bijna altijd aan het begin of het eind van een alinea.
Hoe vat je een hoofdstuk samen?
Dat doe je in stappen.
De stappen zijn:
- Lees eerst een keer de hele tekst door.
- Onderstreep de hoofdzaken.
- Zet de hoofdzaken op een rijtje.
- Maak van het rijtje hoofdzaken een overzichtelijke, begrijpelijke samenvatting.
Stap 1: Lees eerst een keer de hele tekst door.
Begin met vaststellen waarom je een hoofdstuk gaat samenvatten. In dit geval doe je dat, omdat je er een proefwerk over zult krijgen. Je gaat de samenvatting zo maken, dat er alles instaat, wat je voor het proefwerk moet weten. Je moet dus de leerdoelen kennen. Soms staan die in het hoofdstuk genoemd. Soms moet je die van je docent horen.
Voordat je een samenvatting kunt maken, moet je de tekst een keer helemaal doorlezen en in je opnemen. Zorg dat je alles begrijpt. Zijn er woorden die je niet kent, zoek ze dan meteen op. Pas als je een tekst helemaal begrijpt, kun je er een goede samenvatting van maken en een voldoende halen voor je proefwerk.
Stap 2: onderstreep de hoofdzaken.
In een tekst staan hoofdzaken en bijzaken. Die moet je van elkaar onderscheiden. De
hoofdzaken zijn de belangrijkste dingen die verteld worden. De dingen waar je in het proefwerk vragen over kunt krijgen. Stel jezelf dus steeds de vraag: moet ik dit weten voor het proefwerk?
De
bijzaken zijn de dingen die niet zo belangrijk zijn om te onthouden. Bijvoorbeeld: inleidingen, voorbeelden, toelichtingen, enzovoorts. Bijzaken helpen je vaak om de hoofdzaken beter te begrijpen, maar voor een samenvatting moet je ze juist weglaten.
Een hoofdstuk bestaat bijna nooit uit een doorlopende tekst. De tekst is meestal onderverdeeld in alinea’s. Dat geeft al veel duidelijkheid, want in elke alinea wordt een nieuw stukje van het hele verhaal verteld. Niet elke alinea is even belangrijk. Wordt in een alinea nieuwe, belangrijke informatie gegeven? Zoek dan eerst de
kernzin op. Dit is de belangrijkste zin, die in de rest van de alinea verder wordt uitgewerkt. Probeer deze zin te vinden. Onderstreep vervolgens de belangrijke delen uit deze kernzin. Onderstreep ook de belangrijkste woorden uit de rest van de alinea. Let hierbij ook op de kopjes boven de tekst en de onderschriften bij de afbeeldingen.
Stap 3: zet de hoofdzaken uit het hoofdstuk op een rijtje.
In een samenvatting van een hoofdstuk staan alleen de hoofdzaken. Als je de hoofdzaken hebt gevonden, ga je deze voor jezelf op een rijtje zetten. Daarbij zet je de punten eerst zoveel mogelijk in dezelfde volgorde als in de tekst. Probeer hierbij de dingen zoveel mogelijk in je eigen woorden op te schrijven. Door de leerstof in je eigen woorden op te schrijven, ben je het eigenlijk aan jezelf aan het uitleggen. Je bent het dan dus al aan het leren.
Stap 4: maak van het rijtje hoofdzaken een overzichtelijke, begrijpelijke samenvatting.
Als je de punten voor je samenvatting op een rijtje hebt gezet, is het goed mogelijk dat je er nog meer samenhang in kunt aanbrengen. Dat kan op verschillende manieren.
- Door alles over een onderwerp bij elkaar te zetten. Als je bijvoorbeeld een hoofdstuk over bestuiving bij insectenbloemen en windbloemen hebt gelezen, maak je twee groepen. In de ene zet je alle belangrijke informatie over insectenbloemen. In de andere groep zet je alle informatie over windbloemen.
- Je maakt je samenvatting ook duidelijker door alles in punten onder elkaar te zetten. Een puntsgewijze opsomming maakt een tekst overzichtelijker. Kijk maar naar onderstaand voorbeeld van hoe een samenvatting over de bestuiving bij insectenbloemen en windbloemen eruit kan zien.
BESTUIVING:
het overbrengen van stuifmeelkorrels uit de helmknop van een meeldraad naar een stempel van een stamper.
Door bestuiving door een plant van dezelfde soort, kan een plant zaden vormen.
INSECTENBLOEMEN:
- stuifmeel wordt door insecten meegenomen van de ene naar de andere bloem
- maken naast stuifmeel ook vaak nectar
- stuifmeelkorrels zijn kleverig of stekelig
- maken minder stuifmeel dan windbloemen
- grote gekleurde kroonbladeren
- aantrekkelijke geuren
WINDBLOEMEN:
- stuifmeel wordt door de wind vervoerd
- maken meer stuifmeelkorrels dan insectenbloemen
- stuifmeelkorrels zijn licht en glad
- kroonbladeren vaak klein, groen en onopvallend
- geen geur
- geen nectar
- helmknoppen en stampers hangen vaak uit de bloemen