Hoe heet die plant?
Nederland en Vlaanderen staan vol met wilde planten. Maar weet jij hoe ze heten? Je kunt uitzoeken hoe een plant heet door de plant te determineren. Zo vind je de juiste naam. En weet je eenmaal de naam, dan kan je alles opzoeken wat je verder over die plant weten wilt. Op veel scholen wordt de Interactieve Flora van Nederland en Vlaanderen gebruikt. Wil je weten hoe je met deze flora kunt werken? Pak je flora er dan bij en volg de instructies stap voor stap op.
Planten determineren met behulp van de Interactieve Flora van Nederland en Vlaanderen
Welke boom is dit?Je ziet dagelijks allerlei verschillende soorten bomen en planten. In de tuin, langs de weg, in het bos of in het park. En misschien ook wel bij school, bijvoorbeeld in de schooltuin. Weet jij hoe al die bomen en planten heten? Vast niet.
Stel, je ziet een hele mooie boom. Daar zou je wel eens meer over willen weten. Hoe kom je er achter hoe die boom heet? Je kunt het natuurlijk aan iemand vragen, je ouders of een leerkracht. Maar dingen zelf uitzoeken is vaak veel leuker. De namen van planten (en dieren) kan je vinden door te determineren.
Determineren
In de biologie bedoelen we met determineren: de naam opzoeken van een plant of dier. Of uitzoeken bij welke soort de plant of het dier hoort. Om te determineren gebruik je vaak een determinatietabel of een zoekkaart.
Determinatietabellen en zoekkaarten
Een determinatietabel werkt heel simpel. Je begint bij vraag 1. Door deze vraag te beantwoorden met ja of nee, kom je bij een volgende vraag uit. Ook deze vraag moet je weer met ja of nee beantwoorden. Uiteindelijk kom je bij het dier of de plant die je zoekt.
Misschien heb je wel eens een zoekkaart gezien. Dit is een speciaal soort determinatietabel. Een zoekkaart is een kaart vol plaatjes en pijlen waarmee je een bepaalde groep planten of dieren kunt determineren. Er zijn bijvoorbeeld zoekkaarten voor schelpen, zoekkaarten voor lieveheersbeestjes en zoekkaarten voor waterplanten. Je begint bij de startpijl. Daar wordt de eerste vraag gesteld. Bijvoorbeeld: 'Zitten alle bladeren van de plant onder water?' Is het antwoord 'Ja', dan volg je de ja-pijl naar een volgende vraag. Is het antwoord 'Nee', dan volg je de nee-pijl naar een andere vraag. Uiteindelijk kom je weer bij het dier of de plant die je zoekt.
Flora's
Een flora is een naslagwerk waarin je alle soorten (wilde) planten van een bepaald gebied kunt vinden. Per plant staat er veel informatie in. Bijvoorbeeld bij welke soort of familie de plant hoort. Wat de Latijnse naam van de plant is. Wanneer de plant bloeit en wat de kenmerken van de bloemen zijn. En ga zo maar door. In veel flora's vind je ook determinatietabellen. Dan kan je eerst uitzoeken hoe een plant heet. En is dat gelukt, dan kan je daarna alles over die plant opzoeken.Het is trouwens niet altijd even gemakkelijk om een plant te determineren. Soms is het bijvoorbeeld belangrijk dat je de kleur van de bloemen weet. Dat gaat je in de winter dus niet lukken. En determineren met behulp van de kenmerken van de bladeren zal in de winter bij bladverliezende planten ook niet lukken. Gelukkig kan je dan weer wel naar de knoppen aan de takken kijken en bijvoorbeeld naar de bast.
Soorten flora's
Er bestaan twee soorten flora's: wetenschappelijke- en veldflora's. Wetenschappelijke flora's zijn speciaal voor mensen die heel veel van planten afweten. Voor de meeste mensen is een wetenschappelijke flora wel erg uitgebreid. Dan heb je vaak meer aan een veldflora. Daarin staan minder details. En dat maakt het makkelijker om een plant te determineren.
Vroeger bestonden er alleen flora's in boekvorm. Vaak prachtige boeken, met heel veel plaatjes en informatie. Tegenwoordig zijn er ook digitale flora's. Hierin vind je dezelfde informatie als in de boeken. Alleen het staat op een cd-rom, DVD, of op internet. Het leuke van die digitale flora is dat ze gedeeltelijk interactief zijn. Dat werkt zeker met determinatietabellen vaak heel prettig. Het nadeel is dat je een pc, of laptop nodig hebt. En die heb je meestal met een lekker boswandeling niet bij je.
Stel nu dat je onderweg een interessante plant tegenkomt. Hoe kom je dan achter de naam als je geen flora of zoekkaarten bij je hebt?
Pluk de plant in elk geval niet. Dat is verboden. Probeer zo goed mogelijk naar de verschillende kenmerken van de plant te kijken en maak als het mogelijk is foto's. Je kunt onder andere letten op de volgende kenmerken:
- Is het een boom, een struik, een klimplant, een kruipplant of een plant die omhoog groeit?
- Welke kleuren hebben de bloemen?
- Welke vorm hebben de bloemen? Kijk hierbij naar een enkel bloemetje en niet naar de vorm van de tros.
- Op welke manier zitten de bloemen aan de plant? Bijvoorbeeld: zitten ze meteen aan de hoofdstengel, heeft elk bloemetje een eigen steeltje of vormen de bloemen samen een tros?
- Welke vorm hebben de bladeren? Kijk hierbij naar het hele blad, van punt tot aan de voet. Bestaat het blad uit één blad of zitten er meerdere 'blaadjes' samen aan een stengeltje?
- Hoe ziet de rand van de bladeren eruit? Is de rand bijvoorbeeld glad of juist gekarteld?
- Hebben de bladeren nog bijzondere kenmerken? Zijn ze bijvoorbeeld heel dik of zitten er haartjes op?
- Hoe ziet het oppervlak van de stengel of de stam eruit? Is het glad of ruw? Zitten er misschien stekels aan?

Nu zelf aan de slag
Je gaat nu zelf een plant determineren, om te oefenen. Hiervoor gebruik je de Interactieve flora van Nederland en Vlaanderen. Omdat deze op veel scholen gebruikt wordt. Je gaat de boom van de afbeelding determineren met De Interactieve flora van Nederland en Vlaanderen. Volg de instructies stap voor stap op.Het startscherm
Linksboven zie je het getal 1419 staan. Dat betekent dat er in totaal 1419 soorten planten in deze flora staan.
We gaan een boom determineren. Je kunt bomen vaak goed herkennen aan hun vorm. Daarom beginnen we met de groeivorm.
Het beeld dat je nu ziet bestaat uit plaatjes met rode hokjes. Maar hoe weet je nu waar die plaatjes precies voor staan? Daar kom je achter door de uitleg aan te zetten. Dat doe je met het tekentje van het volgeschreven papier met een omgevouwen hoekje (rechtsonder). Er komen dan bij de afbeeldingen blokken met uitleg in beeld.
Dat is te veel om uit te kiezen. Daarom ga je verder met determineren.
De stam en de takken
Wij kiezen ervoor om eerst naar de vorm van de boom en de takken te kijken.
Je weet dat de stam van de boom de stengel is. Dus kies je voor ‘stengel’.

De bladeren
Bekijk de foto van de bladeren. Want je gaat verder met determineren met behulp van de kenmerken van de bladeren.
Na de keuze 'samengesteld', kom je automatisch in het scherm 'bladvorm detail'.
Om nog zekerder te zijn, nemen we er nog 1 kenmerk bij.
Je kunt nu kijken bij de afbeeldingen van de twee bomen die nog over zijn.
Je bent klaar met determineren.
Misschien ben je tijdens deze oefening begrippen tegengekomen die je niet kent?
Elk begrip staat in de 'boekhelp'. Je opent de 'boekhelp' door onderaan het scherm op het vraagteken te klikken.