Samenvatten met HAVO-regels
"Het tweede deel van het centraal examen is de samenvatingsopdracht. De lengte van de samen te vatten tekst is tussen de 1200 en 1500 woorden." zo staat het in de examenbundel HAVO van dit jaar. Samenvatten lijkt makkelijk omdat je dat bijna altijd doet in je hoofd en/of omdat je dat doet wanneer je leert, maar op het examen wordt er op heel veel punten gelet en daar vergaan ook de meeste punten voor je cijfer.
De eisen
De samenvatting moet aan de volgende eisen voldoen:
- De maximale omvang van de samenvatting is ongeveer 10% van de oorspronkelijke tekst. De samenvatting moet dus heel beknopt zijn. Ze mag alleen de hoofduitspraak en belangrijke ondersteunende uitspraken bevatten. Tip: markeer of onderstreep de kernzin en bepaal de hoofdgedachte van iedere alinea.
- De samenvatting moet geschreven worden in volledige, goed geformuleerde zinnen. Het gebruik van telegramstijl is verboden. Let op fouten in zinsbouw en fouten in taalgebruik, spelling en interpunctie (alle leestekens).
- De zinnen in de samenvatting zijn geen losstaande elementen, maar vertonen een logische samenhang. Het verand tussen de zinnen is correct gelegd (met behulp van signaalwoorden en andere verbindende woorden zoals: dus, maar, bovendien, ten tweede)
- Ten slotte moet de samenvatting duidelijk zijn, met andere woorden, de lezer moet weten waar de oorspronkelijke tekst over gaat.
Aanpak
Onthoud drie stappen:
- Stap 1: De hele tekst verkennen
- Stap 2: De hoofdzaken vaststellen
- Stap 3: De samenvatting uitschrijven
Stap 1
- Noteer het onderwerp van de tekst (Tip: kijk naar de titel en inleiding).
- Nu onderstreep je de kernzinnen van de inleiding (dat is een vraag of stelling of probleem) en het slot (bevat de hoofdgedachte) deze zullen je helpen bij het volgende, namelijk het vasstellen van de hoofdgedachte. Let op: Overtuigende teksten (betogen) hebben als hoofdgedachten een standpunt of mening.
- Informerende teksten (uiteenzetting, beschouwing) hebben als hoofdgedachten meestal een constatering.
- Als je de hoofdgedachte, schrijf deze in een goedlopende zin op een kladblaadje, eenmaal hebt kan je makkelijk beginnen met het schrijven van een samenvatting want je weet op welke argumenten je moet letten.
Stap 2
- Onderstreep de kernzinnen van elke alinea (meesta de eerste of tweede of laatste zin van de alinea).
- Bepaal nu de deelonderwerpen van je tekst en gebruik de belangrijkste informatie m.b.t. het deel onderwerp.
Stap 3
Het belangrijkste komt nu!
- Schrijf de titel van de tekst en de naam van de schrijver op.
- Noteer de kerzin van de inleiding
- Noteer van elk deelonderwerp de 'kernzin' die je hebt vatgesteld of geformuleerd. tip: Geef met signaalwoorden de verbanden tussen de deelonderwerpen aan.
- Noteer uit het slot de hoofdgedachte, tenzij deze al uit de inleiding is overgenomen.
- Let er tijdens het uitschrijven op dat je dicht bij de oorspronkelijke tekst blijft. Een schrijver heeft immers niet alleen nagedacht over wat hij wil zeggen, maar ook oever hoe hij het moest zeggen.
Variant: de geleide samenvatting
Hierbij krijg je opdrachten over hoe je je samenvatting moet schrijven, deze opdrachten moet je strikt volgen! Bij deze variant gat het alléén maar om de genoemde aandachtspunten (opdrachten). Zaken die niet bij die aandachtspunten horen komen niet in je samenvatting, ook niet als ze volgens jou hoofdzaken zijn!
Zo schrijf je een geleide samenvatting:
- Stap 1: Verander elke opdracht in een vraag.
- Stap 2: Beantwoord deze vragen door in de tekst naar het antwoord te zoeken, gebruik hierbij alle gegeven voorbeelden, argumenten, oplossingen enz.
- Stap 3: Schrijf op je klad blaadje de combinatie van vraag en het daarbij gevonden antwoord op.
- Stap 4: Als je klaar bent met stap 3 ga je na of je tekst een goedlopend geheel vormt. Zo niet, dan voeg je hier en daar verbindende woorden of korte zinnen.
- Stap 5: Tel vervolgens je woorden na, heb je teveel dan maak je zinnen korter zonder dat belangrijke informatie verloren gaat.
- Stap 6: Begin nu met de netversie van je samenvatting. Begin met de titel en de naam van de auteur. Maak van elke opdracht een aprate alinea. Lees vervolgens de zinnen goed door en let op spelfouten en interpunctie.