Adviezen voor een goede presentatie
Iedereen krijgt er in zijn leven wel mee te maken: een voordracht houden. Of het nou een spreekbeurt op de basisschool is of een lezing voor een grote groep volwassenen, niemand kan er omheen. Bij de een gaat een voordracht beter af dan bij de ander, maar wanneer de voorbereiding goed is gegaan, is er wel een veel grotere kans dat je voordracht beter gaat. Voorbereiding is immers het halve werk. In dit artikel word je aan de hand van twaalf adviezen klaargestoomd voor een goede voordracht.
Controle vooraf
Voordat je gaat beginnen met een voordracht, spreekbeurt, presentatie, etc. moet je zeker weten dat alle hulpmaterialen werken. Met hulpmaterialen worden computers, projectoren, microfoons en dergelijke verstaan. Zorg ook dat je weet hoe deze werken. Bekijk eventueel hoe de zaal verduisterd kan worden en waar de lichtschakelaars zitten. Ook is het verstandig om na te gaan of de overheadsheets en dergelijke op alle plaatsen in de zaal goed te zien zijn.
Wachten op stilte
Begin niet zomaar met praten; probeer te wachten op stilte zolang het rumoerig is in de zaal. Praten in een rumoerige zaal is immers niet alleen irritant voor jou, het publiek mist ook het begin van de voordracht.
Rustig spreken
Dit is moeilijk voor veel mensen die een hekel hebben aan het houden van een voordracht. Zij willen er zo snel mogelijk vanaf zijn. Toch is het beter om juist langzamer dan normaal te spreken. Het publiek moet de tijd krijgen om de woorden in zich op te nemen. Bovendien word je van binnen ook rustiger als je rustig spreekt.
Contact met het publiek
Het is belangrijk om contact te leggen met het publiek, zowel in het begin als tijdens de presentatie. Een tip kan zijn om bekenden in de zaal op een 'persoonlijke' manier aan te spreken. Laat de blik af en toe door heel de zaal gaan en richt de aandacht dus niet op steeds dezelfde mensen. De rest van het publiek kan zich dan buitengesloten voelen.
Duidelijke articulatie
Wat veel mensen vergeten, is dat je zelfs met een microfoon niet altijd goed te verstaan bent. Dit kan komen doordat je niet duidelijk genoeg articuleert. Denk eraan dat je bijna niet overdreven genoeg kunt articuleren als je voor een zaal staat.
Variatie in stemgebruik
Om je voordracht voor het publiek aantrekkelijker te laten worden, kun je gebruik maken van je stem. Probeer je spreekvolume, spreeksnelheid en toonhoogte een beetje te variëren. Ook hierbij geldt: het is niet snel overdreven.
Pauzes
Het is belangrijk om af en toe korte pauzes in te lassen. Het publiek krijgt zo de mogelijkheid om de stof beter op te nemen. Pauzeer altijd als je een sheet laat zien. Vertel eerst kort wat erop staat en geef het publiek even de tijd om het plaatje te doorgronden. Ga ook af en toe na of je niet te snel bent door bijvoorbeeld te vragen of je verder kan gaan of dat de sheet eraf kan.
Actieve spreekhouding
Sta rechtop en leun niet teveel achterover. Loop niet teveel heen en weer; dit kan het publiek op de zenuwen werken.
Spreektijd
Het is belangrijk om te weten hoe lang je nog 'mag' spreken. Je moet dus altijd weten hoe laat het is. Hiermee voorkom je dat je de voordracht moet afraffelen omdat je door de tijd heen blijkt te zijn.
Werk met een spreekschema en visuele middelen
Iedereen raakt weleens de draad van zijn presentatie kwijt. Wanneer je met een spreekschema werkt, is de kans groot dat je snel weer kan terugzien waar je bent. Zo kun je de draad snel weer oppikken. Het is aan te raden om overheadsheets te gebruiken. Zorg ervoor dat deze in de juiste volgorde liggen.
Wees jezelf
Probeer niet een show op te voeren en de entertainer uit te hangen. Wees gewoon jezelf.
Enkele tips voor het omgaan met vragen vanuit het publiek
- Wanneer de presentatie in een kleine groep wordt gehouden, dan kun je de gelegenheid bieden om tussendoor vragen te stellen.
- Herhaal de vraag, zodat je zeker weet dat je de vraag goed verstaan hebt en je betrekt iedereen nu bij de vraag en het antwoord.
- Geef antwoord aan de hele zaal en niet alleen aan de vragensteller.
- Vraag altijd aan de vragensteller of hij tevreden is met het antwoord.
- Je hoeft niet altijd antwoord te geven. Draai er niet omheen en zeg dat je het antwoord simpelweg niet weet.
- Bedank het publiek na afloop voor de interessante vragen.