Een spreekbeurt, hoe doe je dat?
Je hebt op school of op je werk de opdracht gekregen een spreekbeurt voor te bereiden en te houden. Bij een spreekbeurt geef je al sprekend informatie over een bepaald onderwerp aan je publiek. De bedoeling van een spreekbeurt is dat er over vertelt, voorlezen is er niet bij. Hoe pak je zo'n spreekbeurt aan? Wat zijn handige tips voor een succesvolle spreekbeurt?
Spreekbeurt
In je schoolopleiding of in je beroep krijg je er ongetwijfeld mee te maken: het houden van een spreekbeurt.
Als je een spreekbeurt moet houden, dan heb je de opdracht gekregen over een bepaald onderwerp een samenhangend verhaal te vertellen tegen je publiek. Bij een spreekbeurt spreek je tegen de mensen, je leest dus niet een verhaal voor. Meestal worden spreekbeurten op scholen gehouden, maar het principe van een spreekbeurt, een presentatie, een voordracht o.i.d. komt aardig overeen. Je vertelt een informatief verhaal aan je toehoorders, die eventueel na afloop van jouw informatie nog verhelderende vragen aan jou kunnen stellen. Het is dus de bedoeling dat je toehoorders na afloop van je spreekbeurt over het behandelde onderwerp geïnformeerd zijn.
Tips
Onderstaande tips kunnen je helpen je spreekbeurt beter voor te bereiden, beter vorm te geven en beter en met meer ontspanning uit te voeren.
1. | Lees informatie. Je kunt geen verhaal vertellen als je zelf onvoldoende bent geïnformeerd. Lees dus genoeg en liefst uit meerdere bronnen. Het is goed altijd wat méér te weten dan je strikt genomen wilt vertellen. Zo houd je wat extra informatie over, die je bij het beantwoorden van vragen goed kunt gebruiken. Je toehoorders krijgen daardoor de indruk dat je zeer goed op de hoogte bent van je stof. |
2. | Noteer welke publicaties je hebt gelezen. Het kan handig zijn naar titels te verwijzen, of voor het geval dat je een literatuurlijst moet overleggen. |
3. | Schrijf een aantal kernpunten over je onderwerp op. |
4. | Zet je kernpunten in een logische volgorde. De contouren van je verhaal komen hierdoor al tevoorschijn. |
5. | Schrijf bij elk kernwoord een kort stukje tekst. In feite zijn dit de hoofdstukken van je verhaal. |
6. | Bedenk of bij elk kernwoord afbeeldingen voor extra duidelijkheid kunnen zorgen. Gebruik afbeeldingen vooral functioneel, niet als ‘achtergrondplaatje’. Je publiek heeft meer aandacht voor afbeeldingen, films of voorwerpen als er een connectie is met je verhaal.
Bedenk een plan van aanpak en doe dit per hoofdstukje. Denk aan elementen als:
- Wanneer vertel je?
- Wat laat ik zien?
- Op welk moment laat ik het zien?
- Als er voorwerpen rond gaan, hoe organiseer ik dat?
- Wat doe je op het moment dat er voorwerpen rondgaan? Ga je met je verhaal door, of juist niet? Erg afhankelijk van het soort voorwerpen!
|
7. | Mogen er vragen gesteld worden? Hoe organiseer je dat? Hand opsteken of gewoon roepen? Houd zoveel mogelijk zelf in de hand! |
8. | Zorg dat je een korte paper hebt, waarop je de belangrijkste kernwoorden van je verhaal hebt opgeschreven. Dit is een geheugensteuntje, zodat je geen relevante informatie vergeet te vertellen. |
Techniek
- Als je met powerpointpresentaties gaat werken, overheadprojectors of andere geprojecteerde beelden en films, ga dan goed van tevoren na of je inderdaad de beschikking hebt over beamer, computer en scherm.
- Hoe breng je je informatie over naar de computer? Staat alles in de cloud opgeslagen, heb je dan een internetverbinding? Als er twijfel over de verbindingen is, zorg dan voor een USB-stick waar alles op staat!
- Kijk ook of er in de betreffende ruimte problemen kunnen zijn met invallend zonlicht. Je deelnemers raken alle aandacht kwijt als ze een belangrijk deel van je informatie niet kunnen volgen!
De presentatie zelf
- Een spreekbeurt is geen voorleesbeurt. Je hebt dan wel een kort briefje met steekwoorden klaar liggen, je vertelt je verhaal tegen het publiek, waarbij je regelmatig de mensen ook aankijkt. Als je dat eng vindt, kijk dan net boven de ogen van de mensen in je publiek. Dat geeft jou het noodzakelijke gevoel van neutraliteit, en je publiek voelt toch dat je contact maakt.
- Spreek vooral duidelijk en rustig. Een veelgemaakte fout is, dat de spreker door de zenuwen veel te snel begint te praten. Misschien is het verhaal dan wel eerder af, maar je publiek haakt af en dat zorgt weer voor andere problemen.
- Leg het eventuele demonstratiemateriaal zo klaar, dat je er gemakkelijk bij kunt, zodat het geen onnodige wachttijden veroorzaakt.
- Bedenk dat jij een goed verhaal hebt te vertellen, dat je goed hebt voorbereid en goed kunt documenteren. Jij hebt de nodige deskundigheid opgebouwd. Je publiek is geïnteresseerd en wil graag horen wat je te vertellen hebt. Zo te denken helpt je om zelfverzekerder voor de groep te gaan staan.