Boekverslag: 'Jas van belofte' van Jan Siebelink
'Jas van belofte' is het Boekenweekgeschenk van 2019. Het gaat over de schrijver Arthur Siebrandi. Als Arthur per ambulance naar het ziekenhuis wordt gebracht, is hij er zeker van dat hij dood gaat. Bijna vanaf de andere zijde overziet Arthur wat hij achterlaat, en vraagt zich af of het genoeg is. Arthur was leraar Frans en is schrijver. Pas na zijn pensioen breekt hij door met een boek over zijn jeugd. In dit boek heeft de jas van zijn vader een belangrijke symbolische betekenis. Maar voordat Arthur doorbreekt maakt hij veel mee en heeft hij een bijzondere relatie met onder meer een literair-criticus, een schrijver en een vrouwelijke (oud)leerling.
Inhoud
- Titel: Jas van belofte
- Auteur: Jan Siebelink
- Geboortedatum: 13 februari 1938
- Eerste druk: maart 2019
- Uitgeverij: De Bezige Bij
- Een uitgave van: Stichting CPNB
- Aantal pagina's: 95
- ISBN: 978 90 5965 467 9
Samenvatting
Leraar Frans en schrijver
Arthur Siebrandi was niet alleen leraar Frans op een middelbare school, maar ook schrijver. Omdat een verhaal van hem in een tijdschrift was geplaatst kwam Arthur in contact met Edwin Wopereis, een poëzie-criticus. Edwin zei dat hij een uitgever had gevonden die het verhaal ging uitbrengen. Edwin zou een voorwoord schrijven. Omdat de uitgave binnenkort klaar zou zijn, gaf Edwin een etentje bij hem thuis. Er waren meerdere mensen uitgenodigd, waaronder Arthur en zijn vrouw Lisette. Arthur en Lisette kregen een goede relatie met Edwin, maar het boek werd geen succes. Daarom wilde Edwin Arthur in contact brengen met een andere schrijver. Deze schrijver heette Loet IJzertje. Ook hij was niet zo succesvol en had een aantal boeken geschreven die nauwelijks verkochten. Edwin liet Arthur weten dat hij graag nieuw werk van hem wilde lezen. Arthur liet Edwin daarop weten dat hij bezig was met een werk waarmee hij nu echt wilde doorbreken.
Het was een verhaal over wat Arthur als elfjarige jongen had meegemaakt. De ouders van Arthur hadden een kwekerij. De vader van Arthur verliet regelmatig de kwekerij omdat hij in de greep raakte van een strenge religieuze gemeenschap. Dit was voor Arthur en zijn moeder erg zwaar omdat zij het werk op de kwekerij niet alleen aan konden. Op een dag, toen Arthur elf jaar werd, vertrok zijn vader opnieuw. Arthur wilde zijn vader tegenhouden. Hij holde achter zijn vader aan tot hij hem uit het oog verloor. Op straat vond hij zijn vaders jas. Zijn vader was nooit teruggevonden. Was hij ontvoerd? Of had zich een wonder afgespeeld en was hij opgevaren ten hemel? Dit raadsel zou waarschijnlijk nooit worden opgelost.
Edwin las het manuscript van dit verhaal en was direct enthousiast. Hij was van mening dat dit verhaal kon uitgroeien tot een succesvolle roman. Vervolgens ging Edwin Arthur helpen om het verhaal zo goed mogelijk te beschrijven.
Arthur had niet alleen een goed relatie met zijn vrouw Lisette en Edwin, maar ook met één van zijn leerlingen. Deze leerling heette Caroline en was een eindexamenkandidaat. Op een dag ging Arthur een dag naar Parijs. Buiten medeweten van Lisette ging Caroline met hem mee. In Parijs bekende Caroline aan Arthur dat ze verliefd op hem was. Arthur wilde echter geen verhouding met Caroline omdat hij van Lisette hield. Lisette was overigens ook al in Parijs geweest. Zij was daar met Edwin om het etentje dat ze eerder hadden voor te bereiden, om de ingrediënten te verzamelen. Deze reis naar Parijs was op vriendschappelijke basis, er is tussen de twee geen liefde ontstaan. Toen Arthur terug kwam uit Parijs bezocht hij eindelijk de schrijver Loet IJzertje. Arthur zocht hem op in een café in Amsterdam, waar Loet woonde en werkte. Er was vrijwel direct een klik tussen hen en Loet bood Arthur een drankje aan.
Beïnvloed door de literair-criticus en de schrijver
Arthur liet ook Loet het verhaal lezen waar hij mee bezig was. Loet vond het een goed verhaal, vooral het gedeelte met de vondst van de jas. Door de jas zou het een mooi verhaal worden. Het was volgens Loet een jas van belofte. Loet vond ook dat Arthur meer zijn eigen weg moest gaan. Dat hij meer afstand van Edwin moest nemen en moest schrijven zoals hij dacht dat het moest. Op dat moment vond Arthur het echter nog te vroeg om zich los te maken van Edwin. Ze hadden immers al veel in elkaar geïnvesteerd. Niet alleen Arthur zocht Loet regelmatig op in zijn café. Ook Lisette en Caroline kwamen regelmatig langs. Vooral Lisette mocht Loet erg graag, zij mocht Loet meer dan Edwin. Caroline studeerde inmiddels geneeskunde aan het VU medisch centrum. Ze volgde nu een stage neurologie. Ook had ze een serieuze relatie en er waren zelfs plannen om te trouwen. Desondanks was Caroline stiekem nog steeds verliefd op Arthur en daarnaast ook erg gesteld op Lisette. Zij zocht zo veel mogelijk het gezelschap op van Arthur en Lisette.
Op een gegeven moment had Arthur toch geen vertrouwen meer in Edwin. Arthur vond dat hij de controle over zijn boek aan het kwijtraken was en dat Edwin te veel met zijn verhaal aan de haal was gegaan. Arthur liet Edwin weten dat hij niet met hem verder wilde. Edwin was hier uiteraard zeer teleurgesteld over. Daarnaast vond hij ook dat Arthur zich te veel liet beïnvloeden door Loet IJzertje. Aan de vriendschap met Edwin was dus een einde gekomen.
Ook aan de vriendschap met Loet zou een einde komen. Het ging niet goed met Loet, hij dronk te veel, at weinig en zag er slecht uit. Uiteindelijk overleed hij, waarschijnlijk aan een maagbloeding. Arthur stond er nu bijna alleen voor. Op aandringen van Loet ging hij wel verder met het schrijven van het verhaal. Het verhaal over de jas van belofte. De betreffende jas van zijn vader had Arthur overigens nog steeds. Arthur haalde zijn vaders jas regelmatig tevoorschijn en trok hem aan.
Doorbraak als schrijver
Het was inmiddels drie jaar later. Arthur was nog steeds met zijn boek bezig, maar het ging allemaal heel moeizaam. Hij was ook bezig met een proefschrift over de vergeten Franse schrijver Jean de Tinan. Arthur was nog steeds getrouwd met Lisette. Caroline was inmiddels gescheiden van de man met wie zij drie jaar geleden trouwde. Ze was nog wel bezig met haar studie aan het VU medisch centrum. Caroline kon nog steeds goed opschieten met Arthur en Lisette. Ze bleef regelmatig bij hen slapen en ging vooral goed met Lisette om. Arthur was nu achtenvijftig en werd verzocht gebruik te maken van de VUT-regeling. Hij wilde dit niet. Arthur had plezier in het lesgeven en werkte in zijn vrije tijd aan zijn proefschrift en zijn boek. Met Lisette ging hij geregeld naar Parijs. Toen Arthur vijfenzestig werd moest hij de school toch echt verlaten. Rond zijn vijfenzestigste probeerde Arthur te promoveren. Dit lukte echter niet omdat de hoogleraren en de commissie van de universiteit zijn werk niet goed genoeg vonden. Arthur had nu alle tijd om aan zijn boek te werken.
Pas toen Arthur bijna drieënzeventig jaar was voltooide hij zijn boek. Het boek over zijn jeugd op de kwekerij. En over het verdwijnen van zijn vader en de jas van zijn vader. Het boek werd uitgegeven door de uitgeverij die ook Loet IJzertje onder zijn hoede had.
Vlak na de uitgave van zijn boek bezocht Arthur een bekende die was opgenomen in het Rijnstateziekenhuis in Arnhem. Hij kwam daar Caroline tegen, die in dit ziekenhuis werkte. Caroline vertelde dat zij wist waar Edwin Wopereis zich bevond. Edwin bleek te verblijven in een Amsterdams verpleeghuis. Enkele dagen later bezocht Arthur het verpleeghuis. Ondanks dat er aan hun vriendschap een einde was gekomen, vond Arthur dat hij veel aan Edwin had gehad. Edwin schatte hem naar waarde. Edwin was geestelijk sterk achteruit gegaan, hij kon niet meer denken en bedenken. Hij herkende Arthur niet. Arthur overhandigde zijn roman aan Edwin, maar deze pakte hem niet aan.
Toen Arthur negenenzeventig jaar was kreeg hij last van verlammingsverschijnselen en een ernstig gestoorde spraak. Hij werd per ambulance naar het ziekenhuis gebracht. In de ambulance voelde Arthur dat hij al bijna dood was. Hij dacht aan Lisette, hij wilde niet doodgaan zonder haar. Arthur dacht ook aan andere mensen die belangrijk waren in zijn leven, zoals Caroline en Loet IJzertje. Arthur vroeg zich af of hij genoeg bereikt had. Er kwamen ook beelden voorbij uit zijn jeugd. Beelden van de kwekerij, zijn moeder en zijn vader die plotseling verdween.
Als Arthur wordt binnengebracht op de Spoedeisende Hulp blaast hij zijn laatste adem uit. De neurologe die op dat moment dienst had was Caroline. Ze werd opgeroepen. De vrouw van Arthur was net binnengekomen. Caroline keek om zich heen en liep naar een stoel waarop Arthurs verfrommelde jas lag.
Personen
Arthur Siebrandi
Arthur is leraar Frans op een middelbare school. Als leraar is hij een beetje alternatief. Arthur geeft 's ochtends voorafgaand aan de gewone lessen ook nog les. Bij deze lessen wordt er aandacht besteed aan de Franse taal, geschiedenis en cultuur. Hier wordt door een groot aantal leerlingen dankbaar gebruik van gemaakt. Het maakt Arthur echter minder populair bij het bestuur van de school en de andere leraren. Naast leraar Frans is Arthur ook schrijver. Er wordt een verhaal van hem in een tijdschrift geplaatst, een uitgave in boekvorm wordt helaas geen succes. Arthur gaat vervolgens beginnen aan een boek dat zijn doorbraak als schrijver moet worden. Dit boek gaat over zijn jeugd op de kwekerij van zijn ouders. Ondertussen werkt hij ook aan een proefschrift, wat geen succes wordt. Zijn boek wordt wel een succes, maar wel pas na zijn pensioen.
Lisette Siebrandi
Lisette heeft oorspronkelijk een muzikale achtergrond. Arthur ontmoette Lisette in een nachtcafé. In dit café zong Lisette, altijd begeleid door piano. Tijdens haar huwelijk met Arthur volgde zij enige tijd een muziekstudie, met onder meer zangles. Thuis speelt Lisette regelmatig op de piano. Lisette is heel ruimdenkend. Zij had in de gaten dat Arthur het goed kon vinden met Caroline, één van zijn leerlingen. Lisette liet dit echter toe omdat zij wist dat Arthur meer van haar hield dan van Caroline. Lisette kan overigens ook goed met Caroline opschieten. Lisette stimuleert Arthur in zijn werk. Zij had het eerste verhaal van Arthur buiten zijn medeweten om geplaatst weten te krijgen in het tijdschrift. Ook stimuleert zij Arthur om door te gaan met zijn proefschrift, omdat Arthur hiermee moeilijk werkelijk op gang kon komen. Het is uiteindelijk Lisette die het verhaal van de succesvolle roman naar de uitgever brengt. Terwijl Arthur zich af vraagt of de uitgever hier nog wel belangstelling voor heeft.
Caroline Hupkes
Caroline was een leerling van Arthur. Toen zij eindexamenkandidaat was, was zij verliefd op Arthur. Caroline werd verliefd op Arthur omdat hij als leraar een beetje alternatief was. Na de middelbare school gaat Caroline geneeskunde studeren aan het VU medisch centrum. Ze volgt een stage neurologie en gaat daarna werken als neurologe. Tijdens haar studie is Caroline enige tijd getrouwd geweest en vervolgens weer gescheiden. Met wie zij getrouwd is geweest is niet bekend. Eigenlijk is Caroline altijd verliefd gebleven op Arthur. Ze heeft altijd een goede band met Arthur, maar ook met Lisette gehouden.
Edwin Wopereis
Edwin Wopereis is een poëzie-criticus en woont in Amsterdam. Hij is een beetje een problematisch figuur. Als Arthur hem leert kennen is Edwin net gescheiden en net verhuisd. Ook is hij uit de ouderlijke macht ontzet. Edwin wil Arthur helpen schrijven met het boek dat zijn doorbraak moet worden. De samenwerking tussen Edwin en Arthur begint hoopvol. Later vindt Arthur dat de samenwerking met Edwin te weinig oplevert, dat Edwin te veel met zijn verhaal aan de haal gaat. Arthur verbreekt daarom de samenwerking met Edwin. Hierna raakt Edwin nog meer in de problemen. Arthur hoort dat zijn huis is ontruimd en verliest hem daarna uit het oog. Pas na zijn pensioen komt Arthur meer over Edwin te weten. Hij krijgt van Caroline te horen dat Edwin in een verpleeghuis woont. Arthur zoekt hem op, maar Edwin is geestelijk zo erg achteruit gegaan dat hij hem niet meer herkent.
Loet IJzertje
Loet IJzertje heeft geen leuk leven gehad. Als baby werd hij te vondeling gelegd. Hij dacht ooit vader te zullen worden, maar zijn vriendin kon geen kinderen krijgen. Met zijn vriendin is het ook misgegaan. Loet werd afgekeurd voor militaire dienst en probeerde tevergeefs bij het vreemdelingenlegioen te komen. Loet is net als Arthur geen succesvolle schrijver. Hij heeft een aantal boeken geschreven die nauwelijks verkopen. Loet woont en werkt in een café in Amsterdam. Hij raakt bevriend met Arthur en moedigt hem aan om zijn boek te voltooien. Aan de vriendschap tussen de twee schrijvers komt helaas een einde als Loet komt te overlijden.
Plaats en tijd
Arthur komt oorspronkelijk uit Oosterbeek. Tijdens zijn werkzame leven woont en werkt hij in Den Haag. Na zijn pensionering gaat Arthur weer in zijn geboortestreek wonen, waarschijnlijk in Ede. Een deel van het verhaal speelt zich ook af in Amsterdam. Daar woonde Edwin Wopereis, die regelmatig door Arthur werd bezocht. Ook Loet IJzertje woonde in Amsterdam, in een café. Ook hij werd daar regelmatig door Arthur bezocht.
Jas van belofte is voor een groot deel gebaseerd op het leven van Jan Siebelink (1938). Het verhaal begint als Arthur ongeveer 55 jaar is en eindigt met zijn dood op 79-jarige leeftijd. Het verhaal speelt zich dus af in een tijdsbestek van 24 jaar (waarschijnlijk van 1993-2017).
Titelverklaring
Arthur wil graag doorbreken als schrijver. Hij wil dit doen met een roman over zijn jeugd. De ouders van Arthur hadden een kwekerij. Als Arthur elf jaar is verlaat zijn vader de kwekerij. Arthur begon achter hem aan te hollen. Op straat vond hij de jas van zijn vader. Zijn vader had waarschijnlijk de jas van zich afgeworpen en Arthur vond hem. Zijn vader verdween in het niets. Wat er met hem gebeurt was zal waarschijnlijk nooit duidelijk worden. In zijn roman probeert Arthur de zoektocht naar zijn vader zo goed mogelijk te vertellen, in de hoop dat dit een succes wordt. De vondst van de jas staat symbool voor het verdwijnen van zijn vader. Dit is dus de jas van belofte, hier kan een mooi verhaal uit voortkomen.
Over de auteur
Jan Siebelink (1938) groeide op in een godsdienstig 'zwaar' milieu. Hij was leraar Frans en Nederlands en in zijn vrije tijd studeerde hij Franse taal- en letterkunde. Siebelink debuteerde in 1975 met
Nachtschade. In 2005 verscheen
Knielen op een bed violen. Hiermee brak hij door bij het grote publiek. Andere bekende werken van Siebelink zijn
De kwekerij (2007),
Oscar (2012) en
Margje (2015).
Lees verder