Filosofie met kinderen
Filosofische vragen zijn vragen waar je niet direct een antwoord op weet. Er is moeilijk een antwoord op te vinden en het kan per mens verschillen. Filosofische vragen kun je op veel verschillende manieren opvatten. Een filosofische vraag is een open vraag en het is niet meteen duidelijk hoe de vraag beantwoord moet worden.
Wat is filosoferen met kinderen?
Filosoferen met kinderen is een vak wat eigenlijk veel vaker voor zou moeten komen op de basisschool. Je ziet het nu bijna nooit, want er is geen tijd voor of de leerkracht vind het vreemd. Toch is het heel belangrijk. Kinderen stellen heel veel vragen, sommige vragen zijn om hun woordenschat uit te breiden, maar er zijn ook andere vragen. Kinderen stellen uit zichzelf al filosofische vragen, helaas gaan ouderen daar vaak niet echt op in.
Filosoferen met kinderen begint met een filosofische vraag, deze vraag komt veelal uit de kinderen zelf. Er zijn verschillende methoden of boekjes zoals, ‘Peinzen’ en ‘De vliegende pappa’s’ hierin staan ook filosofische vragen die je kunt bespreken met kinderen. Als eerste heb je dan een verhaal wat voorgelezen wordt, daarna komen de vragen. Je moet een goed geformuleerde, duidelijke en open startvraag hebben om over te filosoferen. Het antwoord moet niet direct duidelijk zijn, kinderen moeten met elkaar kunnen praten en samen overleggen. Het is belangrijk dat er naar elkaar geluisterd wordt, en dat er steeds maar één iemand aan het werk is. Er moet veiligheid zijn in de klas, zodat alle kinderen durven te praten. Filosofie met kinderen is dus iets wat eigenlijk al heel dicht bij de kinderen ligt, maar veel minder dicht bij de volwassene.
De relatie met de cognitieve, morele en godsdienstige ontwikkeling van kinderen
Filosofie in het christelijk onderwijs wordt weinig gedaan, door tijdgebrek, maar ook doordat men er wat raar tegen aan kijkt. Zouden deze filosofische gesprekken de kinderen niet aan het twijfelen brengen? Er zijn veel filosofische vragen waar de Bijbel een antwoord op heeft, daar kun je toch niet aan twijfelen? Hoe ze dat moeten invullen is voor veel scholen een probleem, daarom wordt het maar niet gegeven. Toch is het heel belangrijk als deze lessen wel gegeven worden, verderop in dit verslag is te lezen wat het nut is en wat de doelen zijn. Als je dat leest is het duidelijk dat het een belangrijk vak is.
Maar hoe zit het dan met de godsdienstige ontwikkeling van de kinderen?
- Ten eerste is de filosofie er niet voor om iemand aan het twijfelen te brengen, dit geldt op het gebied van geloof, maar ook op andere gebieden.
- Ten tweede brengt filosofie in kaart wat wezenlijk is in het geloof en wat niet. Waar gaat het eigenlijk om? Elk kind vormt zo zijn eigen beeld daar over en het is van groot belang daar over te praten.
- Ten derde, filosofie begint vanaf een bepaald punt. Dit punt is een mening of iets wat aanvaard is. De kinderen zijn gelovig opgevoed, en beginnen dus niet met een blanco blad. Er is al op geschreven. Ze zijn wat dat betreft al gevormd. Ze hebben geleerd over God en de bijbel. Dat zien ze als waar. Vanuit daar kan verder gefilosofeerd worden zonder dat hun geloof in twijfel gebracht wordt.
Filosofie ontwikkeld het doordenken van de kinderen, ze denken door over het geloof, maar zullen het niet snel verwerpen. Het geloof leren ze thuis, in de kerk en op zo veel plekken meer. Daardoor weten ze dat het waar is, filosofie wekt daarom geen twijfel op. Filosofie is in de meeste gevallen alleen op school, het komt op die andere gebieden niet voor. Dat vind ik zelf nog een reden om wel filosofie op een christelijke school te hebben. Ze kijken op een andere manier naar het geloof, maar verwerpen het niet. Ook cognitief ontwikkelen de kinderen zich, door op veel verschillende manieren over een onderwerp te denken.
De opzet van lessen filosofie volgens de fasen van het filosofisch gesprek
De opzet van een filosofie les is ongeveer het zelfde bij elke les. Het gesprek is in verschillende fases verveeld:
De onderstaande 4 fasen moeten in deze volgorde.
- Fase 1: Inleiding; filmpje, verhaal ed.
- Fase 2: Startvraag; prikkelend, antwoord uitlokkend en raadselachtig
- Fase 3: Tweetallen; gedachten formuleren in duo’s
- Fase 4: Inventarisatie; antwoorden op het bord schrijven
De onderstaande fasen hoeven niet in deze volgorde.
- Fase 5: Verdiepingsvragen; waarom vragen stellen
- Fase 6: Analytisch moment; een begrip betekenis geven (wat is vergeten …)
- Fase 7: Teruggrijpen naar eerder; dat werd net ook gezegd met behulp van het bord
- Fase 8: Nieuwe invalshoek; nieuw punt in het gesprek, wanneer het gesprek dood valt
- Fase 9: Afronding; nu gaan we na welke denkreis er gemaakt is. Terugblik, denk je er nog zo over?
Het is belangrijk tijdens de verschillende fasen het bord te gebruiken. Zo kun je de ‘denkreis’ zien die de kinderen maken. Je kunt terug komen op een eerder gegeven antwoord. Het biedt een overzicht voor jezelf en voor de leerlingen.
De relatie tussen filosoferen en geloofsopvoeding
Hierboven heb ik de relatie tussen filosofie en geloofsopvoeding al een beetje besproken. Ik vind het belangrijk dat ook bij de geloofsopvoeding filosofie gebruikt wordt. Bijvoorbeeld op school. Filosofie verwerpt het geloof niet, en zal een kind ook niet snel laten twijfelen aan zijn/haar geloof. Een kind gaat namelijk vanuit zijn eigen visie aan het denken. Ze hebben dus al een beginpunt en zijn op dat gebied dus al gevormd. Filosofie en geloofsopvoeding gaan dus goed met elkaar samen. Het één verwerpt het ander niet. De kinderen leren wat belangrijk is in het geloof, en wat misschien iets minder belangrijk is. Ze leren zo hun eigen mening vormen en kunnen deze verdedigen. Ze kunnen leren namelijk bij filosofie om hun eigen mening te vormen en te verdedigen. De kinderen kunnen vertellen waarom ze iets vinden en hoe het komt dat ze dat denken.
Nut van het vak verdedigd met argumenten
Het is goed dat de kinderen leren om eigen vragen te formuleren en een discussie kunnen voeren. Ook is het heel belangrijk dat kinderen een antwoord niet als ‘waar’ aannemen, maar het eerst gaan onderzoeken. Ze hoeven niet alle antwoorden die ze van volwassenen horen direct te geloven, ze moeten ze eerst zelf nog onderzoeken zodat ze zich ook een mening kunnen vormen over het antwoord. Het filosoferen draagt dus bij aan het vormen van een eigen mening. Dit vind ik een erg belangrijk punt, want je kunt wel iets vinden, maar waarom vind je dat dan? Als kinderen hier over na denken vind ik dat ze al op een hoog niveau bezig zijn.