Helen Parkhurst - Dalton Onderwijs
Helen Parkhurst was een Amerikaanse lerares die in 1920 een highschool startte in het plaatsje Dalton. Het onderwijs dat op de ideeën van Parkhurst is gebaseerd, is genoemd naar de plaats waar ze haar school stichtte: Dalton. Daltonscholen verschillen in de praktijk sterk van elkaar. Dat komt omdat Parkhurst geen methode of schoolsysteem heeft bedacht. Ze had wel bepaalde ideeën over onderwijs.
Uitgangspunten
- Vrijheid als voorwaarde voor innerlijke ontplooiing van het kind, maar wel vrijheid in gebondenheid.
- Individueel werken en zelfwerkzaamheid voor de persoonlijke ontwikkeling.
- Onderlinge samenwerking ter bevordering van de sociale vorming.
Vrijheid in gebondenheid, zelfwerkzaamheid en samenwerking zijn drie basisprincipes die niet alleen op de school van toepassing zijn, maar die het kind voorbereiden op het leven in de maatschappij.
Werkwijze
Kinderen op een daltonschool zitten vanaf groep 3 meestal in jaargroepen.
Werken met een taak
Kenmerkend voor het daltononderwijs is de taak als didactisch en pedagogisch hulpmiddel. De kinderen plannen zelf wanneer ze aan die taken werken en leren zo omgaan met vrijheid, zelfstandigheid en samenwerking met andere kinderen.
Met taken werken biedt niet alleen de mogelijkheid tot differentiatie; zelfstandig werken aan een zelf ingedeeld taak ziet Helen Parkhurst als een echte levenservaring. Zelfstandig leren werken en je eigen weg zoeken, zijn belangrijk om je eigen leven te kunnen bepalen.
In de taken die een kind krijgt, zit een bepaalde opbouw. Jongere kinderen hebben een dagtaak, oudere hebben een weektaak. De omvang van de taken wordt groter naarmate de kinderen ouder zijn.
Kinderen bepalen zelf hun eigen tempo en kunnen doorgaan met de volgende taak als ze met de vorige taak klaar zijn. Zitten blijven komt dan ook niet voor, want het kind bepaalt binnen zekere grenzen zijn eigen tempo. Het kind moet wel een minimum aan stof afwerken.
Zelf plannen
Aan het begin van de week krijgt elk kind taken. Het kind geeft met een kleur aan wanneer het welk onderdeel doet. Sommige taakonderdelen doet het kind alleen, andere taken weer met andere kinderen. Dat betekent dus overleggen wanneer je iets samen doet en hoe je dat gaat doen. Aan het einde van de week bekijkt het kind samen met de leerkracht hoe hij heeft gewerkt en aan welke onderdelen hij volgende week nog extra aandacht geeft.
In de eerste twee groepen werken de kinderen maar een beperkt gedeelte van de tijd aan een taak. Op een takenbord staat aangegeven uit welke taken een kind kan kiezen. Met de kleur van de dag heeft het aan welke taak hij/zij heeft gekozen. Kinderen leren zo spelenderwijs omgaan met het idee van taken.
Aansluiten bij belangstelling en mogelijkheden
Elk kind heeft zijn eigen taak die past bij zijn mogelijkheden en belangstelling. Naast de minimumstof die elk kind moet beheersen, kan het kind dieper op de stof ingaan of onderwerpen verkennen waarvoor het belangstelling heeft. De taak moet bij het kind passen, aanzetten tot actief, probleemoplossend leren, uitdaging bieden en methodisch goed in elkaar zitten. De leerkracht moet weten hoe ver kinderen in hun ontwikkeling zijn, wat hun mogelijkheden zijn en hoe ze zich kennis en vaardigheden eigen maken. Dat betekent veel observeren en zeer regelmatig vastleggen waar een kind mee bezig is.
Begeleider
De leerkracht op een daltonschool is begeleider. Hij helpt kinderen om zelfstandig te zijn en geeft hun daarvoor de vrijheid die ze aankunnen, maar hij geeft ze ook verantwoordelijkheid. Kinderen zijn verantwoordelijk voor hun eigen taak, voor hun medeleerlingen en voor hun omgeving.
De kinderen leren dat iedereen gelijke rechten en plichten heeft. Ze leren ook dat niet iedereen hetzelfde is en dat je anderen daarin niet alleen moet respecteren, maar dat je ook moet openstaan voor anderen.